Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

30 mei 2021

Gemeente van Jezus Christus,
Weet u wat ik het afgelopen jaar het meeste gemist heb? De live ontmoetingen met andere mensen. Natuurlijk heb ik online genoeg mensen gesproken, maar het is toch anders om mensen in het echt te zien en te spreken. Het contact waarbij je in dezelfde ruimte bent is eigenlijk niet te vervangen. Je hebt dan zoveel meer informatie tot je beschikking hoe iemand zich voelt en erbij zit. Het was daarom heel fijn om in de weken tussen Pasen en Pinksteren met verschillende gemeenteleden gewandeld te hebben.
Vandaag lezen we over iemand die gedacht moet hebben: die persoon moet ik eens in levenden lijve ontmoet hebben. We hebben gelezen hoe Nikodemus, een gerespecteerd lid van de Joodse religieuze leiders, een bezoek brengt aan Jezus. Hij heeft van Jezus gehoord en hem misschien ook wel aan het werk gezien. Dat alles heeft hem nieuwsgierig gemaakt. Er is iets met deze Jezus, maar wat dat weet Nikodemus niet precies. Daarom gaat hij op weg om Jezus ‘in real life’ te ontmoeten.
Dat doet hij ’s nachts zo vertelt het verhaal. Sommige geleerden zeggen dat hij dit doet omdat hij bang is om met Jezus gezien en geassocieerd te worden. Dat hoeft echter niet zijn voornaamste motief te zijn. Een andere verklaring kan zijn dat hij ’s nachts op bezoek gaat om ongestoord met Jezus te kunnen praten. Normaal zijn er altijd vele mensen om Jezus heen die allemaal iets van hem willen. In de nacht is er de tijd en de ruimte om een goed gesprek met elkaar te voeren.
Want is het niet zo dat ’s nachts, in de bescherming van het duister, de meest bijzondere gesprekken gevoerd worden? Als ik terugkijk dan kan ik me wel een paar van dat soort bijzondere en goede gesprekken herinneren. Bijvoorbeeld met mijn zus heb ik hele avonden liggen kletsen toen ik al het huis uit was om te studeren en zij nog thuis woonde.
Zo raken Jezus en Nikodemus met elkaar in gesprek die avond. Er zijn vele kunstwerken gemaakt van deze ontmoeting. Een daarvan staat op de voorkant van de liturgie. Het is een schilderij dat gemaakt is door Frits von Uhde. Het viel mij hierin op dat de ontmoeting tussen Jezus en Nikodemus helemaal naar de tijd van de schilder vertaald is. We zien Nikodemus met een zwarte toga aan. De kleding van een academicus van die tijd. De toga stond voor gestudeerdheid, wat Nikodemus natuurlijk ook was. Deze figuur in toga kijkt aandachtig omhoog naar Jezus die in wat gewonere kleding staat, maar wel in het rood. Dat maakt hem tot de meest in het oog springende, belangrijke figuur op dit schilderij. Zittend in een woonkamer van eind 19e eeuw zijn ze diep in gesprek met elkaar.
Een ernstig gesprek tussen twee geleerde mannen, zo komt het op mij over. Dat was het natuurlijk ook. In de loop van hun ontmoeting erkent Jezus ook de positie van Nikodemus als lid van de Farizeeën. Zij waren de wijze mannen die zich meer dan anderen verdiepten in de Thora. De Farizeeën waren de mensen die de Thora probeerden te vertalen naar het leven van alle dag. Wat moet je doen in welke situatie? Bij dat soort dilemma’s kon je het beste naar een Farizeeër gaan, want die had meestal het antwoord wel. Nikodemus noemt Jezus een rabbi en Jezus noemt Nikodemus op zijn beurt een leraar van Israël.
Het lijkt alleen alsof deze geleerde mannen die avond totaal langs elkaar heen aan het praten zijn. Ik heb een poosje zitten worstelen met dit gesprek in de voorbereiding. Het verwarde me. Wat gebeurt hier nu? Wat is het punt van de tekst?
Neem bijvoorbeeld het begin van de ontmoeting tussen Jezus en Nikodemus. Nikodemus zegt dan: ‘Rabbi, wij weten dat u een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de wondertekenen doen die u verricht.’ Een mooi begin, een erkenning van wat hij gezien heeft. Nikodemus erkent de bijzondere band die Jezus met God heeft. Je zou verwachten dat er nu een vraag van hem komt, want dat heeft tot nu toe niet geklonken. Het lijkt wel alsof Jezus hem die tijd niet gunt, want hij reageert op de woorden van Nikodemus door te zeggen: ‘Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie van boven wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’
Zijn deze twee mannen echt met elkaar in gesprek? Als ik dit zo lees krijg ik niet die indruk. Dat gaat zo door, want iedere keer geeft Jezus bevreemdende antwoorden op de vragen van Nikodemus. Uiteindelijk krijgt die laatste zelfs nog een sneer van Jezus als Jezus dus zegt: ‘begrijpt u dit niet terwijl u een leraar van Israël bent?’
Ik kon me heel goed voorstellen als het gesprek niet helemaal aan de verwachtingen van Nikodemus had voldaan. Als hij met meer vragen naar huis zou zijn gegaan dan dat hij bij Jezus was gekomen.
Op dat punt ontstond er opeens een klik. Realiseerde ik me dat ik met die verwarring misschien wel dichter bij de essentie van dit Bijbelverhaal was gekomen dan ik in eerste instantie dacht.
Want als ik nadenk over verwarring dan beschouw ik het allereerst als iets negatiefs. Het voelt ongemakkelijk. Ik wil het oplossen door er weer grip op te krijgen. Ik wil begrijpen wat er fout ging of door hebben wat ik wel had moeten doen of zeggen.
Er zit echter ook een andere kant aan verwarring. In zijn ongemak is het een kracht die in staat is mensen in beweging te zetten. Het maakt los uit het vertrouwde en opent deuren naar andere mogelijkheden, andere werelden. Verwarring zorgt niet voor snelle oplossingen, maar kan een proces in gang zetten.
Misschien is dat precies wat Jezus probeert te bereiken in deze ontmoeting. Als hij spreekt over ‘opnieuw’, of beter nog ‘van boven’ geboren worden, dan zaait hij verwarring door een nieuw perspectief in te brengen. Het is het perspectief van God zelf. Van Zijn visie op deze wereld en Zijn verlangen voor hoe mensen met elkaar moeten omgaan.
Nikodemus denkt te weten wat hij gezien heeft toen hij Jezus aan het werk zag, maar Jezus zelf zegt daarop: ‘het is nog anders dan jij denkt, maar pas met Gods Geest zal je dat gaan begrijpen.’
Jezus spreekt over geboren worden uit water en Geest. Dat doet denken aan Genesis waarin de Geest van God over de wateren zweefde. Het doet denken aan het verhaal van Noach met zijn ark en het vele water. Het doet denken aan Johannes de Doper die doopt met water en spreekt over iemand die zal dopen met de heilige Geest.
Al die verhalen roepen samen het beeld op dat vanuit verwarring en chaos iets nieuws ontstaat. Dat verwarring een hele krachtige motor kan zijn om dingen te veranderen of anders tegen dingen aan te gaan kijken.
Zo heeft het evangelie voor velen gewerkt toen en nu. De boodschap van Jezus was en is lang niet altijd makkelijk. Dat koninkrijk van God waar Jezus zo vol van is, is zo radicaal anders dan deze wereld dat het verwart.
Ik heb nog een ander kunstwerk gevonden van deze ontmoeting die dit nog beter uitbeeldt volgens mij. Het is gemaakt door Henry Ossawa Tanner. Hij was de eerste Amerikaanse kunstenaar met een donkere huidskleur die in Europa bekend werd. Hij leefde in het begin van de 20e eeuw. Zijn ouders waren nog slaven. Hij kende de Bijbel goed en heeft in zijn leven vele Bijbelse taferelen gemaakt.
Voordat hij het eigenlijke schilderij maakte heeft hij een aantal studies gemaakt die bewaard zijn gebleven. Je ziet dat Tanner aan het zoeken is hoe hij de ontmoeting in beeld wil brengen. In de eerste studie zet hij Nikodemus op de grond neer en Jezus zit op een verhoging. Zo ontstaat er een duidelijk hiërarchie verschil tussen hen. De leerling zit op de grond en luistert aandachtig naar de meester. Op de andere studie zie je twee donkere figuren waarvan er één een aureool heeft. Je denkt dan onmiddellijk: dat moet Jezus zijn. Opnieuw ontstaat er daardoor een groot verschil tussen beide figuren.
Als we nu naar het uiteindelijke schilderij kijken dan zie je dat Tanner beide elementen heeft weggelaten. Jezus en Nicodemus zitten op ongeveer dezelfde hoogte en zijn herkenbare menselijke figuren geworden. Ze kijken elkaar recht in de ogen. Het is een gesprek van mens tot mens dat hier in de nacht plaatsvindt.
De aureool is er niet meer. Tanner heeft een andere manier gevonden om met het licht te spelen. Er komt licht vanuit het trapgat dat op Jezus schijnt. Tegelijk lijkt het net alsof Jezus zelf licht geeft. Dan is het niet zijn hoofd dat licht geeft, maar zijn hart. Alsof Tanner zo wil uitdrukken dat Jezus hier recht vanuit het hart spreekt. ‘Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’ Zo zegt Johannes 3 vers 21.
Dat licht is volgens mij in staat de heilzame verwarring te weeg te brengen waar het in de ontmoeting tussen Jezus en Nikodemus om gaat. Met zijn raadselachtige antwoorden zet Jezus iets in gang bij Nikodemus. Johannes 3 vertelt niet hoe hij bij Jezus weggaat, maar ik weet zeker dat het hem aan het nadenken heeft het gezet. De ontmoeting zal doorgewerkt hebben en hem veranderd hebben.
Dat laat de evangelist ook merken, want later in het evangelie vertelt Johannes hoe NIkodemus het voor Jezus opneemt in het Sanhedrin. Aan het einde van het evangelie verzorgt Nikodemus de kruiden waarmee het lichaam van Jezus gebalsemd kan worden na zijn dood. De kruik op het schilderij van Henry Tanner kan daar een verwijzing naar zijn.
Zo is Nikodemus misschien wel het schoolvoorbeeld van de zoekende gelovige die worstelt met de boodschap van Jezus. De gelovige die de langzame weg gaat en langzaam dingen ontdekt en begrijpt. Dat begin allemaal bij zijn ontmoeting met Jezus. Een ontmoeting die misschien niet gelopen is zoals hij verwacht had, maar juist daarin iets wakker bij hem heeft geroepen.
Waarom zou dat niet nog steeds zo werken? Dat ontmoetingen met anderen, die soms anders in het leven en het geloof staan dan wij doen, ons motiveren om te gaan zoeken en te ontdekken. Juist omdat de verwarring ons wakker schudt en nieuwe perspectieven voor ons opent.
Volgens mij zijn hierom ontmoetingen onmisbaar op de weg van de gelovige. Ontmoetingen die ontroerend en opbeurend kunnen zijn, maar soms ook ontmoetingen die je op je grondvesten doen schudden, die je aan het nadenken zetten. Ontmoetingen van mens tot mens waarin je, vaak achteraf kijkend, kan zeggen: hier waaide de Geest van God.
Ik hoop dat wij de komende tijd weer vele van dat soort ontmoetingen mogen hebben.
Amen