Het groene kleed
Het groene kleed wordt gebruikt tussen Epifanie en het begin van de veertigdagentijd en de periode ná Pinksteren tot aan Advent. Dit is het enige kleed van de zeven waarin de ‘aardse’ cirkel niet direct herkenbaar is. Door het water van de vloed immers is de aarde omspoeld en verloren. Op het water gaat de ark, de kist van behoud. Door het water heen wordt het godsvolk gered. Daarmee is het verhaal van Noach, van de grote vloed het verhaal van een nieuw begin. Links op het kleed is de wijnrank afgebeeld. Nadat Noach en de zijnen de ark verlieten, plantte hij een wijnstok. Helemaal nieuw was de aarde, een nieuwe aarde voor de mensen. Als teken van die nieuwe aarde geldt sindsdien de wijnstok. De boog die in de wolken hangt staat voor de belofte van God dat hij zijn aarde nooit meer aan de chaos van het begin zal prijsgeven.