Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

31 december 2005 Oudejaarsavond 2005

ds. Alida Groeneveld

lezingen:

Jesaja 61:10-62: 3

Galaten 3:23-4:7

Lucas 2: 33-40

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

In de kerk kijken we altijd vooruit! Het hemelse Jeruzalem, het komende koninkrijk. Zo bidden wij in het Onze Vader: uw koninkrijk kome. We verwachten een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. We verwachten dat alles zal worden herschapen, nieuw, vernieuwd, zoals God het heeft bedoeld.

Oudjaar, en oudejaarsavond in het bijzonder, staat níet zo in het teken van vooruit kijken. De toon van deze avond heeft vaak iets melancholisch. Gevoed door de jaaroverzichten in kranten en tv kijken we terug, terug naar wat er allemaal in het afgelopen jaar 2005 is gebeurd. Terugblikken op de Nederlandse geschiedenis, maar ook bijvoorbeeld de lijsten hits aller tijden. Uit alle macht is er gewerkt aan terugblikken en overzichten, de mooiste plaatjes, de indrukwekkendste beelden en ga zo naar door.

Het jaar 2005 was het jaar van de natuurrampen, deze typering heb ik herhaalde malen gehoord. De tsunami van 2e kerstdag 2004 waarvan de omvang pas in 2005 goed duidelijk werd. De overstromingen in het arme zuiden van de Verenigde Staten

als gevolg van de tropische cyclonen. De enorme aardbeving in het onherbergzame gebied van Pakistan.

De grote geschiedenis van de wereld mengt zich met onze eigen kleine geschiedenis, het verhaal dat wij zelf maakten in dit afgelopen jaar. Geboorte en sterven, werk of het verliezen ervan? Herstelde contacten of onherstelbare breuken? Hoe kijken we terug? Als we al terugkijken? Met gevoelens van dankbaarheid, schuld, spijt, vreugde?

Mijmeringen passen bij de oudejaarsavond. Mijmeringen over hoe het is, hoe het was en hoe het zal zijn, afgewisseld met gedachten dat een jaar waanzinnig snel voorbij gaat.

Deze dagen van onze jaren en al wat daar in is….  het gaat voorbij en wij vliegen heen, zo zegt de dichter in psalm 90.

Oudejaarsavond en terugkijken. De kerk en ook terugkijken. Laten we het maar eens eerlijk tegen elkaar zeggen: ook wij mensen in de kerk kijken liever terug dan vooruit.

Terugkijken, want dat is bekend en vertrouwd. Terug naar hoe het vroeger was en wat er nu allemaal niet meer is.

Staand op de drempel van het jaar waarin de fusie tussen hervormden, gereformeerden en lutheranen in Weesp, Driemond en omstreken nu hopelijk werkelijk zijn beslag zal krijgen, gebeurt dat terugkijken naar al te vaak. Er is veel niet meer. Er is afscheid genomen, er zal afscheid genomen worden van oude vertrouwdheden. Of we zeggen met elkaar ‘gelukkig hebben we nog wel ….’  En dat volgt er weer iets.

En wat er komen zal? Het nieuwe jaar met een nieuwe gemeente? Iets nieuws met oude wortels, met dezelfde mensen, maar in een andere verhouding. Hoe we ook met elkaar spreken, het heeft een grote mate van onzekerheid in zich. Niemand kan in de toekomst kijken, gelukkig ook maar. We moeten het er maar op wagen.

Twee figuren begeleiden ons vanavond als wij onze hoofden wenden van terugkijken naar vooruit kijken, gericht op de toekomst van God. Simeon en Anna, twee wachters in de tempel. Zij zijn dé aansprekende figuren die weten van wachten en uithouden. Zij geven de moed niet op. Simeon en Anna verwijzen naar andere koppels uit het Oude Testament. Abraham en Sara, aartsvader en aartsmoeder, de profeten Mozes en Debora, Hanna en haar zoon Samuel. Allen zijn zij representanten van de verwachting in Israël, dat er een kind geboren zal worden waarin de Tora vervuld zal zijn. Deze zoon van Abraham, zoals Paulus hem in de Galatenbrief noemt, heeft toegang tot de belofte, het zichtbaar worden van de verbondsgeschiedenis, al gaat dat niet zonder slag of stoot.

Simeon, zijn naam betekent verhoring. De getuige van de verhoring van al Israëls gebeden om verlossing. Hij heeft iets weg van Mozes, die meetrekt tot de grens van het land van belofte met de Tora als wegwijzer. Hij geeft, net als Mozes, de zegen mee. Simeon ziet ook de tegenwerking aan het licht komen, tegelijkertijd, mét de openbaring van het heil in Jezus. Er zal nieuw verzet komen, pijn voor wie zich met hart en ziel inzet voor het heil in Jezus Christus geopenbaard. Simeon is oud, vroom en wetsgetrouw. Deze eigenschappen hebben hem niet verstard en levend in het verleden, met de blikrichting terug. Simeon verwacht nog wel degelijk iets van het leven. Simeon leeft uit de verwachting van de toekomst. Hij leeft naar de toekomst toe!

Dan de tweede wachter: Anna, genade betekent haar naam, verstaat eveneens de kunst van het wachten zonder wanhopen, zonder ook de openheid te verliezen voor het onverwachte verhoren van haar gebeden. Haar verwachting geldt de vierkante kilometer van Jeruzalem, een verwachting die tot op de dag van vandaag niet vervuld lijkt te kunnen worden en eerder inzet is van politieke debatten en vooral veel geweld. Anna is 84 jaar, wordt er gezegd. 7 x 12, en één-twaalfde deel van haar leven, 7 jaar, is zij gehuwd geweest. Eenzaam maar niet alleen zoekt zij het aangezicht van God in de tempel. Ze is afkomstig uit Aser, één van de twaalf zonen van Israël. Aser van wie gezegd wordt dat hij gezegend is met zonen. Zij is de dochter van Fanuel, de Griekse vorm van Pniel. Pniel, de plaats waar Jakob vecht met de engel, bij de grensrivier de Jabbok, als hij terugkomt na zijn verblijf bij oom Laban. Pniel, de plaats verbonden met de geschiedenis van de verzoening van de broedervolken Jakob en Ezau.

Simeon en Anna, deze twee wachtende en verwachtende mensen maken ons twee dingen duidelijk: ten eerste dat er met de geboorte van Jezus iets nieuws en iets unieks in de wereld is gekomen. Ten tweede dat deze geschiedenis stevig geworteld is in de joodse traditie. Simeon en Anna verwijzen terug én vooruit! Beiden zien de komst van het heil en zij dragen dit uit. Simeon en Anna vertegenwoordigen Israël en diens verwachting. Simeon en al die anderen zijn ware gelovigen. Gelovig zijn betekent dan geen genoegen nemen met het bestaande, met menselijke verworvenheden. Gelovig zijn is dan vertrouwen hebben in het nieuwe dat we nog niet kennen, dat nog geen bewijs van goed gedrag, deugdzaamheid en duurzaamheid geleverd heeft. Geloven is risico’s durven nemen. Geloven in een teken, niet in dat wat zeker is of zekerheid geeft.

Maar toch, is het niet zo dat…… Ja, het is zo dat een teken ambivalentie in zich draagt, van val en opstanding. Of anders gezegd: het leven van iedere gezegende draagt tegenspraak en tegenstelling in zich. Het antwoord: geduld,  uithoudingsvermogen en vooral veel vertrouwen, daarin zijn Simeon en Anna ons voorgegaan. Alleen zó kunnen we een nieuw jaar beginnen. Voor de één wordt het vast een heel gelukkig jaar. Voor de ander is het nu al bekend dat het een zwaar jaar zal worden. Toch gaan we over de drempel samen met God, die het werk van zijn handen niet loslaat.

Met de zegen mogen we de wereld weer in gaan; op de drempel van kerk en wereld krijgen we die steun in de rug. Met de zegen beginnen we een nieuw jaar, niet als loze kreet, ‘veel heil en zegen’ iets dat snel en gedachtenloos wordt gezegd. Maar als boodschap dat ons leven ook in dit nieuwe jaar, anno domini 2006, onder het beslag ligt van de naam die luidt: de Heer bevrijdt.

Amen