11 maart 2018
Gemeente van Jezus Christus,
De oude St paul’s kathedraal, een kerk in het hart van een van
de armste wijken van Londen, was er slecht aan toe.
De gemeenschap van de kerk was te klein geworden,
en het gebouw was aan zijn lot overgelaten,
vocht trok overal in, onkruid groeide tegen de muren op,
en de tuin werd gebruikt als vuilnisdump.
We spreken nu over de jaren ’90.
Slechts een kleine groep, zo’n twintigtal mensen van de oude
overgebleven gemeenschap, bleef overtuigd van de plek en
de betekenisvolle rol van de kerk.
Maar hoe?
Jaren volgden van brainstormen, plannen,
hard werken, van geloven en hopen.
Van rommelmarkten, geld ophalen,
en fondsen werven.
Fast forward naar 2004.
Door alle inzet
worden er uiteindelijk genoeg fondsen
gevonden die 3,5 miljoen pond
willen investeren in de oude kerk.
Daarmee wordt het verpauperde gebouw helemaal opgeknapt.
Een prachtige “ark” wordt ingebouwd
voor extra ruimtes, waaronder een ruimte voor fitness
voor mensen met een beperking,
en een ruimte voor huiswerkbegeleiding van kinderen
uit de omliggende achterstandswijk.
Beneden een mooi cafe en een goede keuken,
en het klassieke deel van de kerk blijft een plek voor de kerkdiensten.
Veertien jaar had het geduurd voordat het zover was gekomen.
Ook in 2018 is de kerk een belangrijk
centrum van de arme buurt.
De betrokken gemeenschap
blijft dromen en zoeken
naar steeds weer nieuwe manieren om
van deze kerk een plaats te maken
waar mensen kunnen groeien,
delen en ontvangen.
Ik wil jullie nog een ander
verhaal vertellen.
Aan de andere kant van de wereld,
in Los Angeles, werkt
Gregory Boyle, een jesuitische priester.
In 1988 begon hij aan wat uiteindelijk
Homeboy Industries zou worden,
het grootste bende-interventie programma
van de verenigde staten.
In de straten van Los Angeles, waarin rivaliserende
bendes elkaar het leven zuur maken,
zoekt hij, samen met een inmiddels
imposant team, de bendeleden zelf op
en biedt ze een ander perspectief,
met werkgelegenheid in de verschillende faciliteiten,
zoals de Homeboy bakkerij, het restaurant,
of het Homegirl cafe.
Het werk is voor de jongeren, vaak voor het eerst, weer een glimp van
hoop op een beter leven.
Oude bendeleden worden
werknemers, worden lid van het omringende team
van coaches,
om op hun beurt weer nieuwe jongeren
op te zoeken in de straten van de stad.
In zijn nieuwste boek schrijft father Greg:
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, bereiden
wij bij Homeboy Industries de jongeren niet voor op
het ‘echte leven’.
Nee, we dagen dat idee van het ‘echte leven’ uit.
Zo zien wij een wereld voor ons die
niet onderverdeeld is in goede en foute mensen,
in afgewezen of geaccepteerd,
niet in de survival of the fittest,
maar een wereld waarin de laatsten de eersten zijn.
Wij willen een wereld belichamen
waarin kwetsbaarheid kracht is,
een wereld waarin iedereen, ongeacht welke start je hebt
gehad in het leven,
geliefd is en gedragen wordt door God.
Daarin ligt het radicaal andere perspectief,
zodat mensen gaan geloven
in hun eigen waarde,
dáár begint werkelijke transformatie.
Na deze voorbeelden wil ik u meenemen
naar meer dan 2000 jaar geleden,
naar het moment dat Jezus,
kort voor het Pesachfeest,
met een grote menigte neerstrijkt
aan het meer van Galilea.
Het wordt later en later en er is niets te eten voor de mensen.
De leerlingen maken zich druk, hoe moet dat nou?
Zelfs met al het geld dat we bij ons hebben,
kunnen we de mensen niet te eten geven,
niet eens een klein stukje brood, zeggen ze tegen Jezus.
Dan verschijnt er een kind.
Een kleine jongen
brengt 2 vissen en vijf broden.
In mijn verbeelding ga ik na
wat de jongen moet hebben gedacht,
“ík heb eten, ik kan bijdragen.”
Maar de leerlingen wuiven het aanbod weg,
wat hebben we daar nou aan, dat is toch nog steeds niets genoeg.
Dan grijpt Jezus in en laat de leerlingen tegen de mensen
zeggen: ga maar zitten in het gras.
Daar in dat moment,
met het aanbod van de jongen,
spreekt Jezus een dankgebed uit,
breekt het brood, en iedereen wordt
gevoed. Er blijft zelfs over.
Een wonder.
De verhalen die ik heb verteld vandaag
gaan over hoe we kijken naar de wereld.
En over wat er gebeurt als we anders leren kijken.
In een vochtig en vervallen gebouw de kansen
van een nieuwe plek te zien.
In het gezicht van een getatoeerd bendelid
dat voor verkrachting en moord vastzit,
het kind te vinden dat beschadigd is.
In 2 vissen en 5 broden een hele maaltijd
kunnen zien.
Dit gaat over wat er gebeurt
als we dat wat Jezus aandraagt en
belichaamt,
op blijven zoeken.
In dat perspectief gaan staan,
betekent dat we
ineens de overvloed kunnen zien
waar we daarvoor alleen maar schaarste zagen,
de liefde kunnen zien waar we de leegte zagen.
Wanneer we op deze manier anders leren kijken,
kunnen er wonderen gebeuren.
Zijn we bereid om dat te willen zien?
En ook in onszelf steeds weer het perspectief om te keren?
Van het ‘echte leven’ naar een
leven in geloof:
van onverschilligheid naar liefde,
van onmacht naar geloof,
van wanhoop naar hoop.
Dat is geen makkelijke weg,
het vraagt om steeds weer opnieuw te kijken,
steeds weer opnieuw te beginnen.
Midden in de veertigdagen tijd worden wij,
met deze verhalen,
herinnert aan waar we naar toe gaan,
het feest van Pasen,
het feest van opstanding,
door vervallen muren nieuw licht,
door oude levens nieuwe kansen,
overvloed voor iedereen,
Een weg we gedragen worden door God,
die ons aanmoedigt, en toerust voor de reis,
zodat we kunnen uitdragen
wat al begonnen is.
Als je het maar wil zien.