25 december 2018, Kerst
Gemeente van Jezus Christus,
lieve mensen,
Het kerstverhaal begint met een volkstelling.
Een volkstelling?
Ja een volkstelling.
Lees nog even met mij mee:
“In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af
dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven”.
Ja, oke nou. Lekker belangrijk Marije.
Maar wacht.
Blijf bij me. Volg waar dit heen gaat.
Een volkstelling werd in die tijd vaker gedaan.
Het romeinse rijk was omstreeks het jaar nul
ontzettend aan het uitbreiden.
Hele landen, dus ook het land van
jozef en maria, werden veroverd
en om de zoveel jaar wilden
de machthebbers dan weten: hoe veel onderdanen
telt het rijk nu.
Dus in die tijd gaan ook zij, Jozef en Maria,
en in haar buik het ongeboren kind,
op weg,
om zoals dat toen werd gevraagd,
zich te laten registreren in de geboorteplaats van
de man. En dat is de reden dat Jezus uiteindelijk
in Betlehem wordt geboren.
Registraties van zulke aard kennen
wij natuurlijk niet meer.
Ik ben geboren op Goerree Overflakkee,
maar er heeft mij nog nooit iemand gevraagd om daar weer eens naar
toe te reizen.
En toch.
En toch,
we hebben tegenwoordig nog steeds onze eigen statistieken.
En volkstellingen.
Maar we hoeven er alleen niet meer zo ver voor te reizen.
Eén druk op de knop van de computer
en je vult een enquete in.
Van het een of het ander.
Zo kan er worden bekeken hoeveel eenouder-gezinnen
er nu zijn, hoe veel
mensen er werkeloos zijn.
Of hoeveel mensen er nog kijken naar RTL late night.
Wat ik maar wil zeggen is,
dat de obsessie met getallen er in ieder geval
niet minder om is geworden.
Eerder meer, denk ik.
Het zit in peilingen, wat is de omzet. Wat is onze koopkracht.
Alles wordt in kaart gebracht.
Alles kán in kaart worden gebracht tegenwoordig.
In sommige gevallen staren we ons zo blind op
de getallen dat we vergeten dat het ook om mensen gaat.
Dan wordt het schrijnender.
Hoeveel mensen moeten er worden ontslagen om het
bedrijf rendabel te houden?
Hoe veel Persoonlijk Gebonden Budget kan er worden gegeven?
En. Hoe veel asielzoekers mogen er
dit jaar ons land in?
In kaart brengen en beheersbaar maken zit dicht bij elkaar.
En ik denk dat veel van onze hang naar getallen
te maken heeft met controle willen houden.
En het willen houden van enige controle is niet zo gek.
Want ons leven, onze wereld
voélt ook soms oncontroleerbaar.
Er komt soms zo veel op ons af.
Zo veel dat ons onbewust of bewust bezighoudt.
Voor sommige mensen is dit: hoe kom ik rond?
En komt het goed met mijn kinderen?
Voor anderen is het: hoe vind ik rust in alle drukte?
Of:
Hoe zorg ik dat ik het contact met mijn partner weer goed krijg?
Of voor sommigen: hoe word ik weer gezond,
word ik uberhaupt nog gezond?
En ook, voor ons allemaal,
hoe blijft deze wereld,
met al zijn plastic, met alle wegwerpmentaliteit, en alle opwarming,
leefbaar?
Nou hoe ga je in godesnaam met al deze dingen om?
Ken je het gevoel
als het heel koud is
en je loopt buiten, met een net te
dunne jas, dan gaan onbewust je schouders omhoog,
je spant je spieren, je duikt dieper in je kraag?
Wat ik ontdekt heb is dat je het daarmee niet heel veel
warmer krijgt.
En ik ben een koukleum he?
Maar juist als je ontspant. Je schouders laat zakken.
Je open of zacht maakt, in plaats van hard,
dan blijf je veel warmer.
Dat is echt moeilijk om te doen.
Want het gaat een beetje tegen je eerste schrikreactie in.
Ik denk dat dat ook is wat er vaak gebeurt bij ons
bij angst. We verkrampen, of gaan op slot.
Niet alleen dus bij letterlijk kou, maar ook figuurlijke kou.
Als we in de kou zijn gezet.
Door anderen, door omstandigheden.
En als we vaak ons vertrouwen hebben verloren,
dan wordt dat moeilijker.
En terecht.
Waarom zou je je hart weer openen?
Waarom zou je je weer openen als iets heel erg pijn heeft gedaan.
Dat is ook de reden,
en soms kan ik daar helemaal in meekomen,
dat de kersttijd voor velen ook zo’n
vreselijke tijd is.
Met vrolijke liedjes, die ons soms kunnen entertainen,
maar ons soms ook ineens kunnen treffen
en ons eenzamer doen voelen.
Maar kerst is niet alleen maar vrolijkheid.
Het is hier vandaag ook het verhaal van echte mensen,
die in de kou waren gezet,
die zwanger op reis moesten,
omdat machthebbers van getallen houden,
die niet konden bevallen,
in een normaal nachtverblijf,
omdat er nergens meer plek was.
En die uiteindelijk ’s nachts bevallen
in een veld buiten de stad,
op een plek, een plek voor dieren,
en het kind wordt in een voederbak gelegd.
Hoe kun je daar de warmte vinden?
Dat kan.
Engelen komen, en zingen,
en herders komen en prijzen God.
Het leven krijgt een heel nieuw en ander begin
met dit kind.
Kerst zegt eigenlijk:
Het is nog niet voorbij.
Het is daarmee het feest van de hoop,
en hoop is soms zo moeilijk voor ons.
Omdat de wereld,
met alle getallen, met alle berekeningen,
ons cynisch kan maken.
Omdat het leven,
met de moeite van relaties,
en met de kou van de teleurstellingen die we allemaal kennen,
ons zo hard en verdrietig kan maken.
Te midden van de kou kun je een nieuwe warmte vinden.
Niet door je schrap te zetten,
maar door opnieuw je te openen,
voor wat zich voltrekt voor onze ogen.
Het vraagt alleen wel
ontzettend veel moed en kracht om ons daar weer heen te slepen.
Het vraagt moed en kracht om
je te openen.
Om niet te verharden.
Het vraagt moed en kracht om vandaag mee
naar die stal te gaan,
om weer rond
die voederbak te gaan staan
en ons te laten raken.
Maar u, jij bent gekomen.
Dus op de vraag waarom?
Waarom zou je uberhaupt je hart nog openen?
Dan zou ik dit willen zeggen: omdat er nog zo veel meer is!
Voor u, voor jou.
Omdat er nog zo veel te leven is.
Omdat er nog zo veel meer leven komt.
Dus
Laten we het proberen.
Weer mens worden.
Onze harten ontdooien.
Omdat dat zo nodig is,
in deze wereld.
God weet hoe veel moeite dat kost.
Maar het kan.
Het is mogelijk.
Vandaag staan we weer aan een nieuw begin.
omdat dit kind,
ons herinnert
aan ons eigen hart.
Amen