27 mei 2018
Mijn lieve vriend,
Wat was het goed weer van je te horen. Hoe lang is het inmiddels geleden dat wij elkaar gezien hebben? Twee jaar of misschien wel drie jaar? Ik weet het niet meer, maar het voelt als een eeuwigheid. Wat zou ik er veel voor over hebben om je weer te zien. Zoals je weet gaat dat niet. Ik kan onmogelijk hier weg. Dus schrijf ik je maar weer een brief.
Weet je wat het gekke is? Ondanks de afstand, voel ik me nog zo nauw met jou verbonden. Het is niet waar wat men zegt. Dat je je vrienden met regelmaat moet zien, omdat anders de vriendschap verwaterd. Ik merk hoe onze vriendschap groeit en zich verdiept. Volgens mij zouden we zo de draad weer oppakken als wij elkaar weer zouden zien.
Misschien komt dat omdat ik elke dag aan je denk en volgens mij geldt andersom hetzelfde. Elke avond als ik terugdenk aan de dag, denk ik ook even aan jou. Dan dank ik God voor onze vriendschap en voor de manier waarop Hij in jouw leven aan het werk is. Hoeveel mensen heb jij al niet geïnspireerd? Via anderen hoor ik hoe je mensen hoop geeft en weer perspectief biedt.
Onwillekeurig dwalen mijn gedachten dan vaak af naar je moeder en je oma. Meestal verschijnt er op dat moment een glimlach op mijn gezicht. Wat lijk jij op ze! Want jij kan je dat misschien niet zo goed meer herinneren, je was ook jong, maar vanaf het moment dat zij gegrepen waren door Gods goede boodschap waren zij net zo. Ze stonden klaar voor iedereen die hulp nodig had, of iemand nu christen was of niet. Ze hadden een wijs woord wanneer nodig, maar verstonden ook de kunst om te luisteren en even niets te zeggen.
Voor mij zijn je moeder en je oma nog steeds voorbeelden van authentieke gelovigen. Ik heb zoveel van ze geleerd. Het geloof was niet iets wat ze er bij deden. Nee, het geloof was het kloppend hart van hun leven. Niet op een overdreven manier, maar je merkte dat er iets bijzonders aan hen was. Bij hen wist je waar je aan toe was en waar ze voor stonden. Voor iedereen hadden ze respect, maar ze bleven tegelijk trouw aan hun eigen passie voor God. Waarschijnlijk heb ik het wel vaker geschreven, maar ze waren zo belangrijk en zo inspirerend voor de gemeente.
Jij bent net zo. Alles aan jou ademt jouw passie voor het evangelie. Weet dat je daarin een voorbeeld bent voor een nieuwe generatie gelovigen. Wat jij van je moeder en je oma hebt geleerd, mag je weer doorgeven aan anderen. Soms lukt dat, maar vaak word je daarin teleurgesteld of gefrustreerd zoals je zelf ook schrijft. Omdat het maar niet lukt over te brengen wat voor jou zo centraal staat in jouw leven. Geef niet op zou ik zeggen en wanhoop niet. Wij zien niet altijd waar de zaadjes die wij zaaien tot bloei komen, maar God ziet het wel degelijk!
Als jij het al opgeeft en stopt met vertellen over God en Jezus, hoe moet het dan verder? Waar, bij wie kunnen de mensen dan nog horen over de goede boodschap die wij te vertellen hebben? Een boodschap die zoveel hoop geeft, die plezier geeft en die het leven een doel geeft.
Je weet dat we het op onze reizen vaak over de Geest van God hebben gehad. Hele gesprekken hebben we gevoerd over de ervaringen van de eerste apostelen met Pinksteren. Een deel van hun verhaal herkenden we, maar er was ook genoeg van de Heilige Geest dat we niet begrepen. Ongrijpbaar, zo zeiden we tegen elkaar.
Hoe langer ik in dienst van God ben, hoe belangrijker de Geest geworden is voor mij. Juist om het vol te houden en niet zomaar op te geven. Mijn weg is lang niet altijd makkelijk geweest, dat heb je zelf meegemaakt. Er was soms zoveel weerstand tegen wat we te vertellen hadden. Mensen waren bang dat wij hun leven overhoop kwamen gooien. Misschien deden we dat ook wel. Nog frustrerender vond ik de ongeïnteresseerde en onverschillige mensen. Alsof ik tegen een muur stond te praten.
Het is door Gods Geest dat ik hier niet op stuk gelopen ben, maar nog steeds geloof en wil vertellen over God. Als ik eerlijk ben vond ik mezelf vroeger best wel goed. Ik kon preken als de beste. Vurige betogen en scherpe discussies, ik draaide er mijn hand niet voor om. Gaandeweg heb ik moeten leren dat ik het daarmee niet red. Op een gegeven moment was ik leeg, had ik niets meer te vertellen. Of ik deed de dingen op de automatische piloot, alsof het een truckje was dat ik uitvoerde.
Juist in die leegte is Gods Geest heel tastbaar voor mij geworden. Toen ik meende niets meer te vertellen te hebben, kwamen er opeens woorden die ik nog nooit gesproken had. Ik begreep opeens waar de mens die ik tegenover mij had mee worstelde. Wat hij of zij nodig had om verder te kunnen. Dat, mijn vriend, is echt God geweest die door zijn Geest in mij aan werk is geweest. God zelf bracht zijn goede boodschap tot leven en hij mocht mij daarvoor gebruiken. Kon mij daarvoor gebruiken toen ik mijn eigen ego aan de kant had gezet.
Ik zou niet meer zonder die Geest willen leven en werken. God heeft ons als gelovige niet een laffe en moedeloze geest gegeven, om het bij de eerste tegenwind op te geven. Hij heeft ons niet gezegd dat het leven makkelijk zal zijn als gelovige.
Nee, God heeft zijn Geest aan ons geschonken en ons daarmee de kracht gegeven om het vol te houden en te staan voor onze goede boodschap. Daarbij mogen we een voorbeeld nemen aan Jezus die de kracht had om zijn opdracht te volbrengen. We hebben helende en reddende woorden in handen. Woorden die het leven van mensen ten goede kunnen veranderen. Daar mogen we best trots op zijn.
Door zijn Geest ervaren we Gods liefde en zorg voor ons. Hij laat ons niet in de steek, maar gaat met ons mee op onze reis. Dwars door alle moeilijkheden en weerstand heen.
Met zijn Geest kunnen we gevoelige mensen zijn die niet over anderen heen lopen met ons geloof. Als we oprecht, integer en betrouwbaar zijn zal ons geloof voor zichzelf spreken. Meer hoeven we niet te doen.
Tja, nou sla ik toch aan het preken, maar alleen omdat dit mij zo aan het hart gaat. Ik hoop zo dat jij je passie voor God en zijn goede boodschap blijft behouden. Dat is jouw kracht en daarmee kan God jou gebruiken. Daarvoor hoef jij je absoluut niet te schamen.
Als je het niet meer weet of als wanhoop je overvalt zou ik zeggen: blijf vasthouden aan het geloof dat je van mij en van je moeder en oma geleerd hebt. Dat is een goede basis voor je leven. Vergeet nooit de liefde van Jezus. Het is die liefde die je door mag geven. Bovenal, blijf vertrouwen op de Geest van God. Dat die het vuur in jou blijvend mag laten branden.
Mijn lieve vriend, de brief wordt al weer veel te lang. Het wordt tijd om je los te laten. Doe alle lieve mensen daar de groeten. Ik wens jou en allen die bij jou zijn toe dat:
Gods genade en liefde de basis van je leven mag zijn
Dat zijn barmhartigheid, zijn grote hart voor mensen in en door jullie heen mag werken
Zodat jullie vrede ervaren en tot vrede mogen zijn voor je omgeving
Door de bezieling en de kracht van Zijn Geest.
Amen- zo zal het zijn.