29 november 2020
Markus 14: 24-37
Gemeente van Jezus Christus,
Het was een soort van nieuws: dit jaar nemen mensen eerder dan andere jaren een kerstboom in huis. Vroeger dan andere jaren veranderen mensen hun huis in een kerst-huis.
En de reden is voor de hand liggend, we verlangen zo enorm naar gezelligheid en een reden voor een feestje, al is het thuis en met weinig mensen, dat we niet kunnen wachten.
En de reden is voor de hand liggend, we verlangen zo enorm naar gezelligheid en een reden voor een feestje, al is het thuis en met weinig mensen, dat we niet kunnen wachten.
We kunnen niet wachten op andere tijden, op de tijd van na-corona. En in al die afstand en ongezelligheid, zoeken we iets om naar uit te kijken, naar kerst, het feest van licht.
We kunnen niet wachten, maar vandaag begint de adventstijd, en dat is precies, de tijd van wachten.
Ter voorbereiding op de kerkelijke seizoenen lees ik vaak uit dit boekje, a good year. Een boek waarin verschillende Britse theologen schrijven over de verschillende tijden in het kerkelijk jaar.
En ik vond het interessant wat bisschop Sarah Mullaly schreef over het verschil tussen de veertigdagentijd en de adventstijd.
Want die tijden lijken op elkaar, het is allebei een sobere tijd, de kleur in de kerk is paars, we zingen geen gloria in de liturgie.
Maar tegelijkertijd is het ook een hele andere tijd.
En ik vond het interessant wat bisschop Sarah Mullaly schreef over het verschil tussen de veertigdagentijd en de adventstijd.
Want die tijden lijken op elkaar, het is allebei een sobere tijd, de kleur in de kerk is paars, we zingen geen gloria in de liturgie.
Maar tegelijkertijd is het ook een hele andere tijd.
Sarah Mullaly schrijft daarover:
Advent, net als de veertigdagentijd, is een tijd van wachten.
Beide zijn seizoenen van voorbereiding, maar de veertigdagentijd en advent zijn niet hetzelfde.
De veertigdagentijd is voor zelf-onderzoek, het weghalen, het pellen van de lagen waarmee we onszelf hebben bedekt, wat die lagen ook zijn, om de waarheid over onszelf te ontdekken.
Advent is niet de tijd om onszelf te onderzoeken maar om God te ontdekken, om te zoeken naar God en zijn hoop.
Dus dit seizoen is vol van de beelden van God die doorbreekt in de gevestigde manieren van de wereld, en het maakt minder uit of we weten wat er mis is met onszelf, dan dat we weten van de hoop van God.
Advent, net als de veertigdagentijd, is een tijd van wachten.
Beide zijn seizoenen van voorbereiding, maar de veertigdagentijd en advent zijn niet hetzelfde.
De veertigdagentijd is voor zelf-onderzoek, het weghalen, het pellen van de lagen waarmee we onszelf hebben bedekt, wat die lagen ook zijn, om de waarheid over onszelf te ontdekken.
Advent is niet de tijd om onszelf te onderzoeken maar om God te ontdekken, om te zoeken naar God en zijn hoop.
Dus dit seizoen is vol van de beelden van God die doorbreekt in de gevestigde manieren van de wereld, en het maakt minder uit of we weten wat er mis is met onszelf, dan dat we weten van de hoop van God.
Dus waar de veertigdagentijd ons uitnodigt om naar binnen te keren, en onszelf te onderzoeken is advent de tijd om niet naar binnen maar naar buiten te keren, zoekend naar sporen van God, zoekend naar de hoop van de komst van Jezus naar onze wereld.
En vandaag beginnen we daarmee, in een wereld die zo anders is dan vorig jaar rond advent en kerst.
We kunnen wel wat goed nieuws gebruiken! Maar het vraagt dit jaar misschien wel wat meer van ons om dat goede nieuws ook te zoeken en te vinden.
We kunnen wel wat goed nieuws gebruiken! Maar het vraagt dit jaar misschien wel wat meer van ons om dat goede nieuws ook te zoeken en te vinden.
We beginnen de advent dit jaar met apocalyptische woorden van Jezus. Een wonderlijke tekst om deze tijd mee te beginnen.
Deze woorden vormen een toespraak van Jezus over de laatste dingen. Over wat er zal gebeuren als de mensenzoon terugkomt op aarde.
Het staat in het evangelie van Markus voordat de laatste weken van Jezus leven aanbreken, voordat Jezus naar Jeruzalem zal gaan, op weg naar zijn dood.
Deze woorden vormen een toespraak van Jezus over de laatste dingen. Over wat er zal gebeuren als de mensenzoon terugkomt op aarde.
Het staat in het evangelie van Markus voordat de laatste weken van Jezus leven aanbreken, voordat Jezus naar Jeruzalem zal gaan, op weg naar zijn dood.
Hoe past dat bij advent?
Het kan zomaar zijn dat u struikelt over deze tekst.
Het onvoorspelbare van de eindtijd en de terugkeer van Jezus. Het kan een wat somber en donker gevoel oproepen. Of een dreigend gevoel van: als ik niet klaar sta, als ik in slaap ben gevallen, wat dan?
Er is een tijd geweest dat boeken en films over de eindtijd het heel goed deden, met beelden van heftige strijd tussen goed en kwaad, of een gezin waarvan de helft werd opgenomen bij de wederkomst en de andere helft angstig zoekt en wacht op een tweede kans.
En hoe spannend dat allemaal ook is, het roept volgens mij uiteindelijk meer angst op dan een vreugdevol uitzien naar en hopen op Gods komst naar de wereld.
Het onvoorspelbare van de eindtijd en de terugkeer van Jezus. Het kan een wat somber en donker gevoel oproepen. Of een dreigend gevoel van: als ik niet klaar sta, als ik in slaap ben gevallen, wat dan?
Er is een tijd geweest dat boeken en films over de eindtijd het heel goed deden, met beelden van heftige strijd tussen goed en kwaad, of een gezin waarvan de helft werd opgenomen bij de wederkomst en de andere helft angstig zoekt en wacht op een tweede kans.
En hoe spannend dat allemaal ook is, het roept volgens mij uiteindelijk meer angst op dan een vreugdevol uitzien naar en hopen op Gods komst naar de wereld.
Terwijl… dit is eigenlijk een heel hoopvolle tekst.
Jezus zegt heel duidelijk: wanneer de mensenzoon terugkomt, dat weet niemand, zelfs de mensenzoon zelf niet.
Maar dát hij terugkomt, dat is een belofte die staat.
En áls hij terugkomt, zal dat ook voor iedereen duidelijk zijn. De zon, maan en sterren zullen ervan in de war zijn en dat zal direct opvallen.
Dát er iets staat te gebeuren is duidelijk. Daarom moeten de discipelen en ook wij waakzaam blijven.
Jezus zegt heel duidelijk: wanneer de mensenzoon terugkomt, dat weet niemand, zelfs de mensenzoon zelf niet.
Maar dát hij terugkomt, dat is een belofte die staat.
En áls hij terugkomt, zal dat ook voor iedereen duidelijk zijn. De zon, maan en sterren zullen ervan in de war zijn en dat zal direct opvallen.
Dát er iets staat te gebeuren is duidelijk. Daarom moeten de discipelen en ook wij waakzaam blijven.
De tekst zegt eigenlijk twee dingen: leef alsof het einde zeer nabij, en dan het einde als de komst van Jezus naar de wereld is én leer ermee leven dat je niet weet wanneer het is, want alleen God weet dat.
Leef alsof het morgen is, maar houd tegelijkertijd de moed erin als dat niet zo is.
Leef alsof het morgen is, maar houd tegelijkertijd de moed erin als dat niet zo is.
Hoe langer je moet wachten op iets, hoe moeilijker het wordt.
Hoe groter de kans dat je moedeloos wordt.
Hoe groter de kans dat je moedeloos wordt.
Huub Oosterhuis werd onlangs geïnterviewd over geloven in deze coronatijd, en hij zei: ‘ik wil de mensen op het hart drukken om de moed niet op te geven, dat is heel moeilijk.
Maar dat is ook de kern van het geloof: dat je de moed niet opgeeft, dat je volhardt in dat visioen. Dat je je dat niet laat ontnemen.’
Maar dat is ook de kern van het geloof: dat je de moed niet opgeeft, dat je volhardt in dat visioen. Dat je je dat niet laat ontnemen.’
En dat laatste zinnetje: dat je je dat niet laat ontnemen, de moed. Dat bleef bij mij hangen.
‘Dat je je de moed niet laat ontnemen, dat is de kern van het geloof.’
Misschien is het voor ons precies de goede boodschap om advent 2020 mee in te gaan.
‘Dat je je de moed niet laat ontnemen, dat is de kern van het geloof.’
Misschien is het voor ons precies de goede boodschap om advent 2020 mee in te gaan.
Blijf waakzaam om niet moedeloos te worden. Om niet passief te wachten tot deze tijd voorbij gaat.
Maar te speuren naar de hoop van God, juist nu.
En wachten is dan heel actief, omdat passief wachten en moedeloos worden zoveel makkelijk is dan actief te wachten.
Maar te speuren naar de hoop van God, juist nu.
En wachten is dan heel actief, omdat passief wachten en moedeloos worden zoveel makkelijk is dan actief te wachten.
Jezus roept in de tekst wel 3 keer op om waakzaam te blijven en om niet in slaap te vallen, want dat is het gevaar als we de moed opgeven.
Maar precies dat, in slaap vallen, is wat zijn discipelen doen in het hoofdstuk dat hierop volgt als Jezus in de hof van Getsemane bidt tot zijn vader. Ook daar vroeg hij zijn leerlingen met hem te waken en niet te slapen, maar ze vallen toch in slaap. En laten Jezus daarmee alleen.
Ze tonen direct aan hoe moeilijk het is om waakzaam te blijven, zelfs als Jezus zo dicht bij je in de buurt is.
Maar precies dat, in slaap vallen, is wat zijn discipelen doen in het hoofdstuk dat hierop volgt als Jezus in de hof van Getsemane bidt tot zijn vader. Ook daar vroeg hij zijn leerlingen met hem te waken en niet te slapen, maar ze vallen toch in slaap. En laten Jezus daarmee alleen.
Ze tonen direct aan hoe moeilijk het is om waakzaam te blijven, zelfs als Jezus zo dicht bij je in de buurt is.
De bijbel staat vol met verhalen van mensen die moeten wachten. Ik zag deze week toevallig deze afbeelding voorbij komen:
Een moderne verbeelding van het verhaal over de bruidsmeisjes gemaakt door kunstenaar Jim Janknegt. Vijf wijze en vijf dwaze meisjes die wachten op de komst van de bruidegom. Ook zij moesten waakzaam zijn.
Je ziet de vijf wijze meisjes beneden staan met zaklampen, met batterijen bijdehand, speurend staan in de deuropening.
En hun licht valt op de bruidegom.
De vijf dwaze meisjes daarentegen hangen verveeld op de bank met kunstmatig licht van de tv dat hun kamer verlicht. Ze zien niet, ze horen niet, ze waken niet.
Ze missen de komst van de bruidegom.
Het beeld sprak me aan, misschien vooral omdat het beeld van de dwaze meisjes vertaald naar onze tijd zo herkenbaar is. Het is makkelijker om passief te worden dan actief te speuren en te hopen.
Het beeld sprak me aan, misschien vooral omdat het beeld van de dwaze meisjes vertaald naar onze tijd zo herkenbaar is. Het is makkelijker om passief te worden dan actief te speuren en te hopen.
Maar de oproep om waakzaam te zijn wordt ons drie keer gedaan in het evangelie van vandaag. Wees waakzaam, sta op de uitkijk! Want dát God ons niet alleen laat is een belofte. Dát Jezus naar ons toegekomen is, en weer zal komen, is een belofte die staat. En die belofte vertalen in actieve hoop is onze uitdaging deze advent.
Het adventsproject van de kinderen vind ik daarom ook zo mooi. De adventsbode met goed nieuws. Wat zouden we onze kinderen graag op laten groeien in een wereld met goed nieuws.
Deze advent zijn wij zelf ook aan zet door te speuren naar Gods hoop in de wereld en dat te delen, met de kinderen en met elkaar.
Deze advent zijn wij zelf ook aan zet door te speuren naar Gods hoop in de wereld en dat te delen, met de kinderen en met elkaar.
De kerstengelen die op pad zullen gaan zijn ook actieve hoopspeurders en hoopbrengers.
Het schrijfproces van deze preek had voor mijzelf een onverwachte uitkomst.
Vrijdag liepen we een rondje door de buurt, en bij de bloemenstal bleef ik staan.
Er stond een kerstboom te koop.
Waar we eerder altijd wachten tot na Sinterklaas, kwam het misschien ook eigenlijk wel door deze preek dat ik zei: zullen we ‘m vast kopen?
Want het huis al in kerstsferen brengen geeft ook uiting aan een verlangen naar het ontdekken en weer vinden van de hoop van het kerstkind.
Dat zoveel mensen niet kunnen wachten met het versieren van hun huis is eigenlijk een tegengaan van de moedeloosheid. Het tegengaan van de gedachte: ach, het wordt toch niet veel met kerst dit jaar, laat het maar zitten.
De kerstboom brengt gezelligheid binnen, maar toch vertelt hij me dit jaar dat ik me niet naar binnen moet richten, speurend naar de hoop van God.
Vrijdag liepen we een rondje door de buurt, en bij de bloemenstal bleef ik staan.
Er stond een kerstboom te koop.
Waar we eerder altijd wachten tot na Sinterklaas, kwam het misschien ook eigenlijk wel door deze preek dat ik zei: zullen we ‘m vast kopen?
Want het huis al in kerstsferen brengen geeft ook uiting aan een verlangen naar het ontdekken en weer vinden van de hoop van het kerstkind.
Dat zoveel mensen niet kunnen wachten met het versieren van hun huis is eigenlijk een tegengaan van de moedeloosheid. Het tegengaan van de gedachte: ach, het wordt toch niet veel met kerst dit jaar, laat het maar zitten.
De kerstboom brengt gezelligheid binnen, maar toch vertelt hij me dit jaar dat ik me niet naar binnen moet richten, speurend naar de hoop van God.
Het evangelie vertelt ons vandaag: Leef alsof het morgen is dat Jezus terugkomt, maar houd tegelijkertijd de moed erin als dat niet zo is. Leer een lange adem te ontwikkelen.
Deze advent is als een oefening daarin. We weten dat het kerst gaat worden, hoe dan ook, maar we oefenen ons in langzaam toeleven daarnaar.
Houd moed, wees waakzaam, want de mensenzoon komt eraan!
Deze advent is als een oefening daarin. We weten dat het kerst gaat worden, hoe dan ook, maar we oefenen ons in langzaam toeleven daarnaar.
Houd moed, wees waakzaam, want de mensenzoon komt eraan!
Amen.