Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

1 november 2020

Lukas 17:11-19
Gemeente van Jezus Christus,

Elke zondag, of bijna elke zondag, bidden wij ons Kyrie gebed waarin we God aanroepen om de nood van de wereld. Om de nood van de mensen die daarop leven, waaronder ook wijzelf.
Zonder meteen een oplossing aan te dragen, omdat we die vaak niet hebben, brengen we aan het begin van de dienst onze zorgen bij God.
Om daarna met een hart dat ontdaan is van die last verder te kunnen in de dienst. Nouja, direct ontdaan van de last is misschien te mooi gezegd, maar het kyriegebed is wel een soort ritueel, een moment om de rugzak met een zware last even af te doen en bij God te laten.
Het Kyrie wordt altijd direct gevolgd door het Gloria. Dat is een tegenstelling, een paradox, tegen onze onmacht en hopeloosheid in, zingen van Gods trouw en omkijken naar de wereld.
Ik ben niet opgegroeid met het Kyrie en Gloria. En toen ik ging studeren en in andere kerken kwam vond ik dit een van de mooiste nieuwe dingen om te ontdekken.
En nog steeds is het me heel dierbaar.
Waar in de wereld is er plek om zonder oplossing alles te benoemen waar je je zorgen over maakt? En als je het echt niet meer weet, die zorgen niet te vergeten of te verdringen of er cynisch van te worden, maar ze juist aan het licht te brengen. Zondag, na zondag.
God, ik weet het niet meer, Kyrie Eleison. Heer, ontferm u.
Ik kan wel zeggen dat het een levensbehoefte van mij geworden.
Maar dan direct daarna klinkt het Gloria. Dat blijft toch een mysterie. Het is een uiting van vertrouwen. Van antwoorden op de belofte die God maakte, dat hij nooit loslaat wat zijn handen begonnen zijn. Want zijn barmhartigheid kent geen einde.
Tien mannen komen naar Jezus toe. Ze zijn melaats en dus geïsoleerd. Ze blijven op afstand en roepen: Heer ontferm U. Kyrie Eleison.
Waar wij eerst nog de context van melaatsheid nodig hadden om te begrijpen wat het betekende om op afstand van elkaar te moeten blijven, weten we nu als geen ander wat dat betekent. We zijn ons zo bewust van het gevaar van dichtbij elkaar komen, dat sommige mensen dat ook wel bestempelen als het gevoel van melaats zijn. De terugdeinzende houding naar elkaar als we te dicht bij elkaar in de buurt komen in de supermarkt of op straat. Mensen die je mijden als ze weten dat je corona hebt of hebt gehad. Het constante gevoel van dreiging.
Deze mannen uit het verhaal weten wat ze moeten doen: ze blijven op een afstand staan van Jezus en roepen: Heer, ontferm u, heb medelijden met ons!
En Jezus ziet ze en stuurt ze naar de priesters om hen gezond te laten verklaren.
Hun gebed is gehoord en als gezonde mensen mogen ze weer deel uitmaken van de gemeenschap.
Eén keert terug naar Jezus. Hij loofde God met luide stem. Eén man keert terug naar de plek waar hij zijn kyrie uitsprak, uitriep.
Hij houdt het kyrie en gloria bij elkaar. De anderen zullen natuurlijk ook blij en dankbaar zijn geweest, maar hun gloria wordt niet gehoord. Het sterft weg na de ferme uitroep van het Kyrie.
Ik moest denken aan deze foto die een paar jaar geleden diepe indruk op mij maakte:

Het is een foto van kerkelijke voorgangers in Irak die weer voor het eerst na twee jaar weer het avondmaal vieren in een door IS verwoeste kerk. Daar op de plek waar ooit hun Kyrie klonk. Een heel indringend beeld. De paradox van Kyrie en Gloria zit er helemaal in.
Ze zijn teruggegaan naar de plek waar ze met angst in het hart afwachtten wat er zou gaan gebeuren. Ze moesten weg, de kerk werd verwoest. Maar ze kwamen terug om God te danken en brood en wijn te delen.
Het woord ‘danken’ in ons bijbelgedeelte is ook het woord voor eucharistie. Terugkeren en danken, zijn twee kernwoorden in dit evangelie.
Lukas wil ons nog wel meer vertellen met dit verhaal, dan hoe het op het eerste gehoor op ons afkomt.
In zijn hele evangelie laat Lukas telkens weer zien dat Jezus oog en hart heeft voor mensen die leven in de marge van de samenleving. Mensen die door anderen niet gezien worden, of met de nek worden aangekeken, of niet serieus worden genomen. Jezus ziet hen niet alleen, deze mensen zelf laten telkens zien dat ze meer van Jezus begrepen hebben dan de mensen die erom heen staan.
Het is niet voor niets een Samaritaan die terugkomt bij Jezus en God prijst. Hiervoor heeft Lukas onder andere het verhaal van de barmhartige Samaritaan verteld.
Zonder meer is dat wat Lukas ons ook vandaag wil vertellen. Maar misschien herkennen we onszelf ook wel in die outsider. Is het niet doordat anderen ons zo zien, dan is het misschien omdat we onszelf soms zo zien. Jezus ziet ons zoals wij zijn, Hij is niet bang om op plekken te komen waar anderen niet graag komen en schrikt niet terug voor wat wij dan ook maar met ons meedragen. Hij wil je daar ontmoeten, waar je ook bent.
In het bijbelgedeelte zitten twee bewegingen. De eerste is teruggaan, prijzen en danken, en vandaaruit weer vooruitgaan, als Jezus zegt: Sta op en ga.
God danken in een tijd waarin het kyrie ons sneller op de lippen ligt dan het gloria geeft ons geloof om weer op te staan en verder te gaan.
God prijzen is een medicijn tegen cynisme, maar ook tegen onoplettendheid, de negen anderen, hoewel vast dankbaar, gaan weer op in het leven, zonder bij Jezus terug te komen en God te loven, zonder zich bewust te worden van de wijze waarop God aanwezig en zichtbaar wordt in onze wereld.
Wij zijn hier op de plek, of verbonden met de plek, waar we het soms uitroepen tot God. Vandaag brengen we Hem lof en dank en Gloria.
Heer ontferm U, én aan U zij alle eer. Dat geloof, dat vertrouwen, zal je tot redding zijn. Sta op, en ga, we kunnen weer verder. Amen