Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

27 september 2020

Mattheus 21:23-27
Gemeente van Jezus Christus,
Ik zal nooit meer vergeten dat een docent tijdens mijn studie vroeg aan onze groep studenten:
Wie van jullie wil dat het koninkrijk van God komt?
Alle vingers gingen de lucht in.
Ze stelde nog een vraag: Als je het Onze Vader bidt met de zin: laat uw koninkrijk kome,
Wie van jullie bedoelt dan: ik wil dat het nu komt, hier en nu, met alle gevolgen van dien.
Dat al het andere nu ophoudt te bestaan, behalve dat koninkrijk van God.
Wie van jullie meent dat echt, als je het bidt?
Er gingen niet zoveel handen de lucht in.
Het was een plotseling besef dat dat, wat je zo gewoon bent te bidden, ook wel degelijk consequenties kan hebben. Bidden is in die zin niet zo veilig als het lijkt.
Meen je, wat je zegt te belijden met je mond?
In het Bijbelverhaal van vandaag wordt die vraag eigenlijk ook gesteld.
Mattheus vertelt ons over een aanvaring tussen Jezus en de gevestigde orde, de religieuze machthebbers van die tijd. De dagen ervoor waren onstuimig geweest, kun je wel zeggen. Jezus was op een gestolen ezel Jeruzalem binnengekomen, had tafels omgegooid in de tempel en had de hogepriesters en Schriftgeleerden niet bepaald netjes en geduldig te woord gestaan toen ze verontwaardigd hadden gevraagd of Jezus wel gehoord had dat kinderen hem toeriepen Hosanna voor de Zoon van David! Jezus had gezegd: ja ik heb gehoord wat ze zeiden, maar hebt u dan nooit gelezen: door de mond van kinderen en zuigelingen hebt u zich heen loflied laten zingen?
Zo liet hij hen staan, staat er. Hij liet ze staan.
Daarna liet Jezus ook nog een vijgenboom die geen vrucht droeg ter plekke verdorren.
En dan komt de volgende vraag van de hogepriesters en oudsten van het volk: Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? Én wie heeft u die bevoegdheid gekregen?
Voor de omstanders, het gewone volk, wordt het nu spannend.
Hoe zal de confrontatie gaan tussen Jezus en de mannen die zij als hun religieuze leiders beschouwen?
Jezus beantwoordt hun vraag met een vraag, want hij weet wel dat hun vraag geen open en geïnteresseerde vraag is, want ze hebben hun oordeel al geveld: die Jezus is een lastpak.
Jezus vraagt hen in wiens opdracht Johannes de Doper had gedoopt, in opdracht van de hemel of van de mensen?
Het antwoord van de hogepriesters en oudsten is, na uitgebreid overleg: we weten het niet.
Een berekenend antwoord en een laf antwoord.
Ik weet het niet – daarmee onthouden ze zich van hun verantwoordelijkheid.
Want ze zitten gevangen: ze zitten vast tussen enerzijds hun arrogantie: wie denkt Jezus wel dat hij is om de door ons bewaakte orde te verstoren? En anderzijds hun angst, want het volk houdt Johannes voor een profeet, en als wij nu iets anders beweren keren zij zich tegen ons.
Jezus probeert het nog een keer, nu met een verhaal. Een vader vraagt aan zijn twee zonen om te gaan werken in de wijngaard. De een zegt nee, maar gaat uiteindelijk wel. De ander zegt ja, maar gaat uiteindelijk toch niet.
De vraag: meen je wat je met de mond belijdt wordt hier gesteld als:
Komen je daden overeen met wat je met de mond belijdt?
De film Out of Africa vertelt het verhaal van de Deense Karen Blixen die emigreert naar Kenia om daar met haar man een koffieplantage op te zetten. Op een dag komt Kitau aangelopen, een jongen die behoort tot de lokale stam. Hij vraagt of hij voor haar mag werken. Ze neemt hem aan en is heel blij met hem.
Na 3 maanden zegt hij zijn baan op. Karen is verbaasd en wil hem juist graag houden. Ze biedt hem een hoger salaris aan, maar hij slaat het af en hij vertelt haar de reden.
Drie maanden geleden had hij besloten om de tijd te nemen om te kiezen of hij christen of moslim wilde worden. Hij wilde onderzoeken hoe een christelijk leven ervan dichtbij uitzag, de gebruiken en gewoontes. En daarom wilde hij voor haar werken en bij haar wonen. En zijn plan is om nu voor een moslim te gaan werken om datzelfde te gaan onderzoeken voor een islamitisch leven. Daarna wil hij zijn keus maken.
Blixen schreef, geschokt, in haar dagboek: Ik ben ervan overtuigd dat zelfs een aartsbisschop, als hij dit zou hebben meegemaakt zou zeggen of in ieder geval zou denken, wat ik tegen Kitau zei: Goede genade, Kitau, je had me dit ook van tevoren kunnen vertellen!
We voelen denk ik allemaal wel haar schok en benauwdheid. Pfoe, als iemand met mijn leven mee zou leven om te zien hoe ik leef vanuit mijn geloof, of mijn daden wel overeenkomen met wat ik zeg te geloven, en dat ik dat dan niet zou weten… Je zou maar op deze manier getest worden.
We kunnen de zoon die ja zegt maar nee doet makkelijk wegzetten als ‘de verkeerde’ in de evangelielezing.
Maar niet voordat we ook voor onszelf durven erkennen dat ook wij weleens doen en zijn zoals die zoon.
Dat we iets beloven te doen, maar het niet doen.
Dat we het heel belangrijk vinden om eerlijk en oprecht te leven, maar dat soms toch vergeten.
Dat we overtuigd zijn dat wij het bij het rechte eind hebben, en de ander niet.
Dat we vinden dat oordelen niet aan ons is, maar het ondertussen toch doen, en ga zo maar door.
We zijn geen heiligen, tenminste, ik niet.
Als Kitau met ons mee zou leven voor 3 maanden, wat zou zijn oordeel over ons dan zijn?
Het is ook te makkelijk om de hogepriesters en oudsten weg te zetten als de verkeerden in de evangelielezing.
Het zijn geen kwaadwillenden die het slechtste met de mensen voor hadden.
Zij hadden ook hun ideeën hoe de tempeldienst het best gedaan werd. Hoe God gediend en aanbeden kon worden. Ze wilden de rust en vrede bewaren.
En Jezus brengt dat alles in gevaar.
De oudsten en hogepriesters geloofden in God, ze hadden het religieuze leven geregeld, en in goede banen geleid. Maar toen kwam Jezus, en hij staat er om bekend oproer te zaaien, je vaste overtuigingen op te frissen, je veilige leven door de war te gooien. Precies dat te doen wat je niet verwacht.
En het lukte hen niet om daar open voor te staan. Ze zeiden ja tegen God, maar nee tegen zijn Zoon.
De crux in het verhaal van Jezus is de laatste opmerking: jullie hebben gezien dat de hoeren en tollenaars Johannes geloofden en toch hebben jullie je niet willen bedenken en hem alsnog willen geloven.
Dus de vraag is: durf je te veranderen van standpunt? Durf je toe te geven als je fout zit?
In de afgelopen week was er nogal wat ophef over een groep jonge influencers op de sociale media die de hashtag Ik doe niet meer mee gebruikten. Hun boodschap: we zijn het zat, al die coronamaatregelen, we willen meer vrijheid.
Nouja, wat hun boodschap nu echt was, werd in de loop van de week niet zo duidelijk. De een na de ander verwijderde hun berichten of kwam erop terug.
Vooral rapper Famke-Louise kreeg het zwaar te verduren.
Maar, in zekere zin is zij ook te prijzen. Want zij gaf toe dat ze niet goed gehandeld had en bood haar excuses aan. Anderen die met haar de hashtag gebruikten zwijgen nu terwijl ze hun berichten verwijderen. Zij niet, toch dapper. Toegeven dat je fout zat is niet eenvoudig.
Het volgen van Jezus is niet een test waarop je wordt afgerekend. Gelukkig niet.
Het volgen van Jezus betekent zijn weg willen gaan. Ja zeggen en ja doen.
Maar vooral: ook durven toe te geven als dat niet gelukt is.
Zo te durven leven dat je ook open staat voor verandering.
Omdat je gelooft in Jezus en zijn soms spannende voorbeeld.
Omdat je gelooft in de Geest van God die mensen in beweging zet, laat veranderen.
Omdat je gelooft in de verrassing van God, dat dingen niet hoeven te blijven zoals ze zijn.
Zoals dat de dood niet het einde is, maar juist het begin van leven.
Want voor Jezus had het grote gevolgen dat hij het niet alleen bij mooie woorden hield, maar ook de daad bij het woord voegde.
Het volgen van Jezus is niet zonder risico en ook niet altijd comfortabel. Het houdt ons een spiegel voor en stelt vragen: Komen je woorden en daden overeen? Ben je bereid jezelf met hart en ziel te geven, ook als je dat iets kost? En durf je eerlijk te zijn als het niet lukt?
Voor Jezus hadden zijn overtuigingen grote gevolgen
Maar hij bewees daarmee ook dat het echt waar is:
Dat het geloof van God in een koninkrijk van vrede en gerechtigheid het waard is om helemaal voor te gaan, want door de dood heen bracht hij het leven.
alleen daarom konden we net deze paaskaars aansteken.
en daarom mogen we geloven dat we elke dag, elk moment opnieuw kunnen beginnen
Want, de oudsten en de Schriftgeleerden krijgen er wel van langs, maar als je goed leest is niet alle hoop verloren.
Want Jezus zegt: de hoeren en tollenaars gaan jullie voor op de weg naar het koninkrijk. Hij zegt niet: zij gaan in plaats van jullie. Nee, jullie zijn ook welkom, maar wel achter hen aan.
Iemand schreef: ik put troost uit dit beeld van een lange rij van heilige zondaars op weg naar het koninkrijk van God, want dat betekent dat ook ik mag aansluiten.
Amen