Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

23 november 2025

Gemeente van Jezus Christus, zoals we hier zijn voor deze dienst zijn we dat met elkaar, gemeente in Jezus naam,

 

Afgelopen week las ik een artikel over familiebedrijven en de opvolging daarbinnen. Dit ging om een zand en grind bedrijf waarvan de dochter het bedrijf had overgenomen van haar vader. Om het bedrijf toekomstbestendig te maken had zij ervoor gekozen volledig online te gaan werken. Haar vader vond dat ingewikkeld, maar liet haar wel haar eigen koers varen. Het artikel ging erover dat opvolging een ingewikkelde zaak kan zijn, zeker als je het bedrijf gezond wil houden en de familiebanden goed.

Ik heb me nooit aan de overname van het familiebedrijf gewaagd (net zoals mijn andere zussen). Misschien maar goed ook, want volgens mij zou ik geen goede ondernemer zijn geweest. Toch kan ik me levendig voorstellen dat je heel wat complicaties tegenkomt. Je hebt te doen met verwachtingen, tradities, familiebanden en een veranderende wereld. Zie daar je weg maar eens in te vinden zonder vast te lopen.

 

Het is geen bedrijf dat Elisa van Elia overneemt, maar toch speelt opvolging een grote rol in de Bijbeltekst die Petra gelezen heeft. Elia is aan het einde van zijn leven gekomen. Een leven waarin hij veel hoogte en dieptepunten heeft meegemaakt. Hij heeft afgoden ontmaskerd, koningen namens God toegesproken, maar hij is ook in een diepe crisis beland waarin God totaal afwezig leek. De laatste jaren is Elisa zijn leerling geweest. Ze hebben met elkaar opgetrokken en nu beginnen ze aan hun laatste tocht samen.

Tot drie keer toe in het verhaal probeert Elia zijn leerling er toe over te halen in bewoond gebied en onder zijn mede profeten te blijven. Op de een of andere manier weet de hele profetengemeenschap wat er die dag met Elia gaat gebeuren. Eigenlijk is het heel zorgzaam dat Elia zijn leerling te midden van al die bekenden achter wil laten. Zodat Elisa samen met de anderen zijn weg kan vinden als zijn leermeester er niet meer is.

Toch laat Elisa zich niet weg sturen. Hij is vastbesloten tot het einde toe bij Elia te blijven. Zoals ik zo vaak mag meemaken dat familie tot het einde toe de weg met hun geliefden wil gaan. Hoe moeilijk of verdrietig dat laatste stuk soms ook is. De dood is niet altijd mooi. Tegelijk levert deze periode vaak hele waardevolle en liefdevolle momenten op, voor degene die moet loslaten, maar ook voor hen die achterblijven.

 

Samen toeleven naar een afscheid, zo zal het ook voor Elia en Elisa aangevoeld hebben. Als een moment om de laatste zaken die gezegd moeten worden te zeggen. Zeker als ze uiteindelijk de andere profeten achterlaten en met zijn tweeën de Jordaan oversteken.

Elia vraagt op dat moment, terwijl ze dus samen een soort grens oversteken letterlijk en figuurlijk, wat hij nog voor zijn leerling kan betekenen. Een diep menselijke vraag, die laat zien dat Elia echt wel weet wat Elisa allemaal te wachten staat. Dat het mooi, maar ook moeilijk is om profeet van God te zijn. Elia is begaan met zijn opvolger tot het laatste toe.

In antwoord vraagt Elisa om een dubbel deel van Elia’s geest. Dat wil zeggen dat Elisa vraagt om het deel van de erfenis waar de eerstgeborene recht op heeft. Hij wil dat duidelijk is dat hij de rechtmatige opvolger van Elia is.

 

Belangrijk teken van die opvolging is de profetenmantel van Elia. De jas of mantel die Elia droeg was een soort identity marker zoals we het nu zouden zeggen. Een kledingstuk dat hem kenmerkte en waardoor iedereen hem herkende. Iedereen wist als ze Elia in zijn mantel zagen dat hij de grote profeet van de Ene God was. Iemand om te respecteren, maar stiekem misschien ook wel wat bang voor te zijn. Die profetenmantel was een teken van zijn ambt als profeet van God. Zoals mijn toga met stola’s mij laten zien in mijn ambt als predikant en dienaar van Gods Woord.

Eén keer eerder is deze profetenmantel voorbij gekomen in de verhalen over Elia. Dat is in het verhaal over de roeping van Elisa. Elia heeft van God te horen gekregen wie hij als zijn opvolger mag aanstellen. Hij vind hem terwijl hij aan het ploegen is. Elia loopt op Elisa af, zo vertelt het verhaal, doet zijn mantel af en gooit hem over de schouders van Elisa. Hij spreekt geen woord, maar gelijk is het voor Elisa duidelijk wie Elia is en wat hij met dit gebaar bedoelt. Het is de bedoeling dat hij onmiddellijk alles achter zich laat om deze profeet van God te gaan volgen. Wat hij ook doet, want gelijk rent hij achter Elia aan en pas dan ontstaat er een gesprek tussen deze twee mannen. Maar de symbolische handeling met de profetenmantel zegt eigenlijk veel meer dan alle woorden die volgen.

 

Er volgen nog verhalen over Elia, maar pas in dit verhaal komt de profetenmantel weer terug. Elia’s mantel baant de weg naar een soort tussengebied, dwars door de Jordaan, waar hij en Elisa even alleen zijn. Nou ja alleen, of alleen met de Eeuwige. Een tussenruimte waar hemel en aarde elkaar raken en waar de tijd lijkt stil te staan. De plek waar de dingen die geregeld moeten worden nog afgehandeld kunnen worden.

Terwijl hij vertrekt, meegenomen door Gods wervelwind, blijft zijn mantel achter. Hét symbool van zijn profetenambt. Het is dat kledingstuk dat Elisa oppakt en gebruikt om vanuit het tussengebied in de woestijn weer terug te keren naar de bewoonde wereld. Naar de profeten die zijn blijven wachten.

 

Het is nogal wat, dat Elisa oppakt door die profetenmantel van zijn grote leermeester op te pakken. Het ambt van profeet, de hoogte en dieptepunten die daarbij horen. Die mantel staat ook symbool voor hoe Elia profeet was. Hoeveel ruimte is er voor Elisa om zijn eigen band met God te hebben en zijn eigen weg als profeet te gaan? Hij heeft grote schoenen om te vullen zeggen we dan.

 

Naast de wederzijdse trouw en zorg is dit nog iets wat dit verhaal zo herkenbaar maakt. Die opvolging en alle grote en kleine vragen die daar mee samenhangen. Dat is iets waar we allemaal mee te maken krijgen.

In ons werk, als we ergens nieuw komen en horen hoe onze voorganger de functie heeft ingevuld. In de kerkelijke gemeenschap, als de ene generatie het geloof anders beleeft dan de andere. Of als er zorgen zijn óf er nog wel nieuwe generaties komen die zich geraakt weten door Gods boodschap van liefde en trouw. Binnen families, waar we vol liefde kunnen vertellen over eigenschappen of levenslessen die we hebben overgenomen van onze ouders, maar waarin we soms ook voelen dat we dingen echt achter ons willen laten.

Er zijn zoveel mantels te vinden in ons leven. Mantels in allerlei kleuren en met allerlei verschillende gevoelsladingen, achtergelaten door al die mensen die we tegenkomen op onze levensweg. Van hele waardevolle mantels die we voor geen goud meer kwijt zouden willen tot mantels die knellen en niet passen. Sommige pakken we op, koesteren we, en anderen laten we liggen.

Deze beeldspraak gebruik ik niet vaak, maar eigenlijk gaat het wel regelmatig over dit onderwerp als ik met families een uitvaart voorbereid. Ik mag dan regelmatig hele mooie, ontroerende maar soms ook schurende of pijnlijk verhalen horen over de overledene en wat hij of zij heeft achtergelaten. Het mag er allemaal zijn, hardop klinken en gedeeld worden, juist omdat in het vertellen de overledene weer even heel dichtbij is.

Zo is vandaag ook weer zo’n moment waarop we hier even stil bij staan. Een dag waarop we voelen wat de mensen van wie we afscheid hebben moeten nemen achter hebben gelaten in ons leven. Of een afscheid nu al langer geleden is, of misschien nog zo vers dat er nog amper tijd is geweest om de draad van het leven weer op te pakken.

 

De mantels die wij met ons meedragen zijn een beeld voor al die lijntjes waarmee wij met andere personen in ons leven verbonden zijn en wat zij ons gebracht hebben. Maar uiteindelijk liggen die mantels om onze eigen schouders. Waar ik maar mee wil zeggen dat wij unieke mensen zijn die nooit samenvallen met de verwachtingen en erfenissen van anderen. Net zoals Elisa een andere profeet was dan Elia.

 

Maar die profetenmantel die Elisa oppakt laat wel iedereen zien dat God ook met Elisa meegaat. De eerste woorden die Elisa uitspreekt nadat hij de mantel heeft opgepakt zijn: ‘Waar is de Heer, de God van Elia?’ Vervolgens stelt die mantel hem in staat terug te keren uit het tussengebied, naar de wachtende profeten en de bewoonde wereld. En in die mantel om de schouders van Elisa laat God weten: ik ga ook met deze profeet van mij mee.

 

Die mantel van Gods liefde en zorg wil God ook om onze schouders slaan. Of zoals Huub Oosterhuis het verwoord heeft in een bekend lied dat eigenlijk klinkt als een gebed:

 

Zo vriendelijk en veilig als het licht,
zo als een mantel om mij heen geslagen,
zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht,
ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen,
dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden en op handen dragen.

 

Amen