9 maart 2025
Gemeente van Jezus Christus,
Vandaag bewegen we ons heen en weer tussen paradijs en woestijn.
De kinderen beginnen hun 40 dagentijd project dit keer helemaal in het begin van de Bijbel. In Genesis 2 in de tuin van Eden. We hebben het met ze mee gelezen. Die tuin zal een rode draad zijn door de verhalen die de kinderen de komende weken zullen horen tot aan Pasen.
De tuin is symbool voor een wereld waarin alles kan groeien en bloeien. De wereld waarin een leven zonder hindernissen en belemmeringen mogelijk is. De verhalen zullen laten zien hoe dat ideaal mensen motiveert om keuzes te maken in het leven, maar ook hoe de realiteit er keer op keer doorheen fiets. Daarvoor hoeven we maar naar het 3e hoofdstuk van Genesis te kijken. Uiteindelijk komen we met de kinderen uit in de bloeiende Paastuin met het open graf. Het leven wint en breekt steeds meer door.
Daarnaast, of misschien wel daar tegenover, is er het verhaal waarmee eigenlijk altijd de 40 dagentijd begint in de kerk. Met het verhaal van Jezus’ verzoeking in de woestijn. Een iconisch verhaal dat aan het begin van de evangeliën van Matteüs, Marcus en Lucas staat. Na zijn doop en voor zijn eerste openbare optreden wordt Jezus de woestijn in gestuurd om voor zichzelf te ontdekken uit welk hout hij gesneden is. Wat is zijn missie hem waard of niet?
Waar raken deze zó verschillende verhalen elkaar? Dat is mijn zoektocht geweest deze week. Maar tegelijk wist ik zeker dat ze alles met elkaar te maken hebben. Het lied van Willem Barnard gaf mij richting in die zoektocht. In een lied van 6 coupletten, we hebben er 3 gezongen en na de preek zingen we de laatste 3, gebruikt Willem Barnard een heel oudchristelijk beeld.
In een gedicht van Venantius Fortunatus uit de 6e eeuw is het kruis een prachtige boom die speciaal uitgekozen is om Jezus te dragen. Geïnspireerd door dat gedicht vergelijkt Willem Barnard het kruis van Christus met de boom des levens waar Genesis 2 en 3 over spreken: ‘met de boom des levens wegend op zijn rug, droeg de Here Jezus Gode goede vrucht.’
Het is natuurlijk wat ouderwets taalgebruik waardoor de afstand gevoelsmatig groot kan zijn. Maar wat als we ons proberen voor te stellen dat het inderdaad die boom des levens uit de hof van Eden is die Jezus in zijn leven meezeult? Kunnen we het dan beter begrijpen? Dat het Jezus zijn missie in zijn leven is om die droom van zijn vader dichterbij te brengen voor mensen. Die droom die begon bij een mooie tuin, bij de mens die Hij gemaakt had en bij een leven in harmonie voor alles wat ademt.
De Naardense Bijbel noemt de hof van Eden ook wel liefland. Vers 8 van Genesis 2 klinkt in deze vertaling als volgt: ‘Dan plant de Ene, God, een hof in Eden,- liefland, in het oosten; en zet dáárin de –rode– mens die hij geformeerd heeft.’
In het oosten, daar waar de zon opkomt, daar begint het leven. Zoals met iedere dag dat de zon opkomt, het leven weer opnieuw lijkt te beginnen. In het oosten daar plant God het paradijs, de hof van Eden. Het is een plek die God liefheeft: liefland. Een plek die hem aan het hart gaat en die Hij alle levende wezens gunt. Daar is het leven zoals Hij het bedoeld heeft te zijn. De boom des levens middenin die tuin is van dat goddelijke verlangen het ultieme symbool. Hij gunt elk mens de vruchten van de boom des levens.
Dat is Gods verlangen, maar hij zal zijn wensen niet opdringen aan de mens die hij gemaakt. God verlangt naar een oprechte relatie waar de mens zélf voor kiest. Hij heeft geen robots gemaakt, maar zijn levensadem geschonken aan de mens die de wereld mag dienen en bewaken.
Met die vrijheid, die de mens gegund is, belanden we van het paradijs in de woestijn om het zo maar eens te zeggen. Vrijheid betekent immers dat er andere keuzes mogelijk zijn. Dat we kunnen kiezen voor de weg met God, maar ook voor de weg zonder God. We kunnen meegaan in Gods verlangen, maar er ook net zo hard tegenin gaan. Vrijheid betekent ruimte voor andere machten en krachten om hun invloed op de mens te krijgen en te houden. Het biedt ruimte voor keuzes, onderhandeling en chantage.
In de honderden verhalen die tussen Genesis 2 en Matteüs 4 inzitten, horen we keer op keer wat de gevolgen zijn van de vrijheid die God zijn schepselen gegund heeft. Steeds opnieuw is te lezen wat de gevolgen zijn als de mens zijn eigen weg kiest bij God vandaan. Dat blijkt vaak een heilloze weg te zijn die de mensen niet dichterbij dat leven in liefland brengt. Het brengt mensen vaak eerder op dorre woestijngronden waar het leven moeilijk is.
We hoeven maar naar het nieuws te kijken of we zien de ‘woestijngronden’ van onze tijd. Dan bedoel ik niet de letterlijke woestijnen (die er ook genoeg zijn), maar al de plekken waar het leven voor mensen zwaar en hard is. Daar waar geweld, machtsmisbruik en onrecht aan de orde van de dag zijn.
De woestijn is in de Bijbel vaak de plek waar het erop aankomt. De plek waar je op jezelf en de bronnen in je leven wordt teruggeworpen. Het is ook de plek waar de twijfels, onzekerheden en andere machten en krachten heel hard kunnen schreeuwen.
Het volk zwerft 40 jaar door de woestijn om te leren wat het betekent om een ‘vrij’ volk te zijn. Ze hebben die jaren nodig om te leren wie God is en hoe je een relatie met hem kan onderhouden. Elia gaat dwars door de woestijn heen nadat het werk als profeet van God hem even te veel wordt. Dwars door de woestijn moet hij terug om zijn opvolger aan te wijzen.
Het is dus geen toeval dat 3 van de 4 evangeliën beginnen met een woestijn verhaal als ze over Jezus zijn leven vertellen. Voordat hij zijn verhaal vertelt en aan zijn levenswerk begint, komt het er eerst voor hemzelf op aan. Welke keuzes maakt hij in het leven? Dat wat hij daarna zal gaan verkondigen, is dat ook wat hij zelf doet?
Midden in die woestijn draagt Jezus die boom des levens met zich mee. Dat visioen van zijn Vader van een wereld die anders kan, waarin de mensen, de schepping en God leven in harmonie en evenwicht. In het evangelieverhaal voel je hoe zwaar die boom des levens voor Jezus weegt. Het is geen gemakkelijke missie die Jezus met zich meedraagt. De satan staat symbool voor het gevecht met alles wat hem van zijn taak in zijn leven af probeert te brengen. Een verleiding die voor Jezus terug blijft komen. Zelfs aan het kruis wordt hij uitgedaagd met de woorden: als je echt de zoon van God bent, haal jezelf dan van je kruis…. Hoe sterk moet je dan zijn om niet te denken: wacht maar, ik zal mezelf bewijzen, als je zo tot het uiterste getergd wordt?
Jezus is sterk genoeg om die boom des levens, die belofte voor de hele mensheid, te blijven dragen. De grote kracht van Jezus midden in de woestijn is zijn verbondenheid met God, zijn Vader. Steeds weet hij de verleidingen het hoofd te bieden met citaten uit de wet van God. Hij weet zich zo innig verbonden met God de Schepper, dat niets hem er van af kan brengen om God los te laten. Zijn band met God wordt zwaar op de proef gesteld, maar blijkt onverbrekelijk. In de woestijn laat Jezus zien dat hij die weg kan gaan die geen enkele andere mens kon volhouden. Daarom kan hij die boom des levens dragen, tot het einde toe.
Daarin is hij ons voorgegaan. Heeft hij voor ons de weg gebaand, dwars door de woestijn heen, naar het paradijs toe. Al aan het begin van zijn levenswerk laat Jezus de woestijn opbloeien tot die hof van Eden.
Anselm Grün verwoordt het zo in zijn commentaar op dit woestijnverhaal: ‘Toen Jezus de beproevingen in de woestijn getrotseerd had, week de duivel en kwamen er engelen om hem te dienen. De berg van de beproeving werd de berg van het paradijs. Overal waar wij de verleiding weerstaan zijn we in het paradijs. Daar ervaren we Gods genezende en liefdevolle nabijheid zoals in de engelen wordt uitgedrukt. Omdat Jezus tijdens de laatste beproeving aan het kruis geen krimp geeft, plaatst God hem met de opwekking in het paradijs, in de heerlijkheid van de Vader’ (Het evangelie spiritueel gelezen, p. 44-45)
De komende tijd zullen wij in de kerk tussen paradijs en woestijn heen en weer blijven pendelen: tussen hoop en wanhoop, bloei en uitgedroogd zijn, tussen leven en dood. Daar is deze tijd voor. Om de hoogte, breedte en diepte van Jezus liefde te gaan begrijpen. En die kunnen we alleen begrijpen door met hem mee de woestijn van het leven in te gaan, maar ook met onze blote voeten in de lieftuin te staan. Maar we mogen deze reis langs uitersten gaan in de wetenschap dat Jezus zelf met ons meegaat deze weken tot aan Pasen en ons hele leven.
Daarom mogen we blijven bidden:
Kyrie eleison
Wees met ons begaan
Doe ons weer verrijzen
Uit de dood vandaan.
Amen