24 augustus
Gemeente, lieve kinderen,
Hebben jullie vanmorgen in de spiegel gekeken?
Ik heb er even eentje meegenomen.
Stel je voor dat je het vergeten was.
Ik gebruik de spiegel om mijn lenzen in te doen en te kijken of mijn haar een beetje netjes zit. Tamelijk kansloos, want het springt toch altijd alle kanten op….
In een spiegel kan je jezelf zien.
Maar wat zie je dan? Zie je iemand die best wel aardig is?
Of vind je het misschien moeilijk om in de spiegel te kijken?
Omdat het niet zo makkelijk is om van jezelf te houden?
Wat je ziet heeft niet alleen te maken met de dingen die er echt zijn, met de feiten, maar ook met hoe je er naar kijkt. Welk gevoel heb je bij wat je ziet? Zijn er dingen die je al meent te weten?
Om dat te laten zien heb ik een plaatje meegenomen.
Als jullie naar dit plaatje kijken, wat zien jullie dan?
Even rond vragen
De een ziet in deze afbeelding een oude vrouw met een grote kin en een grote neus.
De ander ziet een jonge vrouw die opzij kijkt. Ze heeft een hoed met een veer op, en we zien een oor en ze heeft een ketting om haar hals.
Als je het weet zie je ze allebei, maar vaak zie je in eerste instantie maar een van de vrouwen.
De hele week zijn jullie al met het thema ‘zien’ bezig geweest in de Vakantie Bijbelweek.
Welke verhalen hebben jullie het zoal over gehad?
Ruth, David die tot koning gezalfd werd, 10 melaatsen en Zacheüs.
Hele verschillende verhalen, maar wat ze met elkaar delen is dat ze gaan over mensen over wie iedereen een mening heeft.
Ruth was een buitenlandse, toch zorgde ze heel trouw voor haar schoonmoeder
David was een kleine, niet zo sterke jongen, toch werd hij uitgekozen om een grote koning te zijn
Melaatsen was iedereen bang voor, Jezus durfde ze te helpen en de melaatse die terugkwam om Jezus te bedanken was de persoon van wie je dit het minste verwachte
En Zacheüs was ook niet echt populair. Toch wilde Jezus bij hem eten en daardoor veranderde Zacheüs.
Al deze verhalen laten zien dat God andere dingen in mensen ziet dan de mensen om hen heen zien. ‘De mens kijkt naar het uiterlijk, God kijkt naar het hart’ is jullie weettekst van deze week. God ziet heel diep bij mensen naar binnen en ziet hun talenten en mogelijkheden. Hij zegt: dat kan ik gebruiken, hoe je leven er nu ook uitziet. Wat de andere mensen ook over je denken.
Het verhaal dat Marja vandaag heeft verteld past daar heel goed bij. Het verhaal over de bekering van Saulus. Misschien helpt het om te weten dat we Saulus eigenlijk beter kennen als Paulus. Paulus heeft heel veel brieven geschreven die in de Bijbel zijn beland. Hij is een heel belangrijk man in de kerk. Hij heeft heel veel mensen verteld over Jezus en is vele nieuwe kerken begonnen toen hij leefde.
Maar die belangrijke man, was eerst een grote vijand van de mensen die in Jezus geloofden. Dat is bijna niet voor te stellen. Maar hij ging op jacht naar christenen om ze te arresteren. Het moest maar eens afgelopen zijn met al de rare mensen die vertelden over Jezus die was opgestaan. Hij wil niet alleen in Jeruzalem christenen gevangen nemen, maar in de stad Damascus. Hij is zo machtig dat hij daarvoor een speciale brief meekrijgt.
Absoluut niet iemand van wie je verwacht dat hij zo belangrijk voor de kerk gaat worden. Toch denkt God: die Saulus kan ik gebruiken, ik zie dat hij diep van binnen anders is. Het verhaal vertelt hoe hij een licht vanuit de hemel ziet en een stem hoort. Saulus herkent Jezus niet als Jezus aan hem verschijnt. ‘Wie bent u?’ vraagt hij? ‘Ik ben Jezus die jij vervolgt’ is het antwoord. Oei, dat is nogal wat….
Wat hij ziet en hoort is zo schokkend dat Saulus daarna helemaal blind is. Hij kan zijn ogen wel open doen, maar ziet niets. Alles wat hij meende te weten klopt opeens niet meer. Zijn hele leven staat op zijn kop en hij weet even niet meer wat waar is en wat niet. Hij is letterlijk en figuurlijk blind en moet wachten tot iemand hem helpt om te begrijpen wat er gebeurd is.
Die persoon is Ananias. God ziet ook hem. Een christen in Damascus die misschien wel angstig aan het afwachten was tot die Saulus zou komen om ook hem te arresteren. Maar dan krijgt ook hij een droom waarin God hem vertelt dat hij naar Saulus moet. Nou ik begrijp heel goed dat Ananias niet zoveel zin heeft om te gaan. Wie verzekert hem dat Saulus echt veranderd is? Het bijzondere is dat Ananias dat ook tegen God durft te zeggen en dat God daar niet eens boos om wordt. Nee, God luistert naar de angst van Ananias en nodigt hem vervolgens uit om zien wat hij als God ziet: God gaat Saulus gebruiken om over Jezus te vertellen onder Joden en niet-Joden.
Het verhaal verteld dat Ananias moedig genoeg is om naar de biddende Saulus toe te gaan. Misschien is Ananias wel de eerste christen die Saulus ontmoet zonder hem gevangen te nemen. De ogen van Saulus gaan open, hij wordt helemaal warm van binnen omdat Gods Geest in hem gaat wonen en hij laat zich dopen.
Dus eigenlijk zijn dit twee verhalen in één over God die mensen ziet. Hij ziet dat Saulus echt wel wil begrijpen dat God door Jezus de mensen heeft willen helpen. Het was daarvoor alleen nodig dat hij Jezus zelf ontmoette en dat iemand hem hielp om alles te begrijpen. Maar God zag ook dat Ananias moedig genoeg was om, ondanks zijn angst, naar Saulus toe te gaan en hem een kans te geven. Beide mannen moesten veranderen om te voelen en te zien wat God zag.
Dus het thema van de Vakantie Bijbelweek dit jaar is zowel een belofte als een opdracht.
Het is de belofte dat God je echt kent en van je houdt zoals je bent. God kent je zo goed dat Hij je misschien ooit zal aanmoedigen om dingen te doen waarvan je nu nog niet kan voorstellen dat je zo ooit zal doen en dat je er goed in bent. Zo had ik vroeger nooit gedacht dat ik predikant zou worden en het leuk zou vinden om kerkdiensten te leiden. En toch doe ik dat nu al heel lang met heel veel plezier omdat God me op deze weg gezet heeft. Ik hoop dat God ook jullie zo vertrouwen kan geven om je eigen bijzondere dingen te gaan doen.
Maar het is ook de opdracht om net als God niet alleen naar de buitenkant te kijken. Zoals God iedereen een eerlijke kans geeft, zo hebben wij de opdracht dat ook te doen. Dat kan alleen door mensen te leren kennen en proberen te begrijpen. Dus niet gelijk te denken: O, dat is een…. Nou vul maar in. Dan doen we mensen én God te kort. Want een mens is veel meer dan zijn huidskleur, afkomst of geloof.
Ik zie jou graag zegt God tegen ons en namens God mogen we dat ook tegen andere mensen zeggen. Op school, op het werk, tijdens het sporten of waar dan ook. Dan worden ook wij hulpjes van God, zoals Saulus en Ananias.
Amen
