Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

1 maart 2020, jeugddienst

Uitleiding
Als ik Mozes was….
Zou ik niet weten bij wie ik hoor.
Een Hebreeuws jongetje, dat eigenlijk niet mocht leven
Gered door de moed van zijn moeder, zus en de dochter van de farao.
De eerste jaren bij zijn eigen moeder geweest
Daarna verder opgegroeid aan het Egyptische hof.
Twee werelden, verenigd in één persoon.
Wie ben je dan Hebreeër of Egyptenaar?
Kan je beiden tegelijk zijn?
Rond zijn veertigste staat zijn leven op zijn kop.
Hij slaat een Egyptenaar dood omdat deze een Hebreeër had geslagen, een broeder.
Zelf voelt hij bij wie hij thuis hoort, maar voor zijn volksgenoten is hij een buitenstaander.
‘wie heeft jou als leider en rechter aangesteld over ons?’
Ze vertrouwen hem niet.
En terug naar het hof kan hij niet.
Mozes gaat op de vlucht, de woestijn in.
Een volgende veertig jaar is hij schaapsherder.
Net zo lang als het volk uiteindelijk in de woestijn rondzwerft
Is voor Mozes de woestijn zijn thuis.
Let hij op de kudde van de man bij wie hij kon schuilen.
In de woestijn leert hij om te hoeden en te leiden.
Pas als hij 80 is komt er voor de tweede keer een drastische verandering in zijn leven.
Terwijl hij ver van huis is
Komt hij bij de berg die vaker een ontmoetingsplek met God zal zijn, de Horeb.
Hij ziet er een struik branden, die niet verbrand.
Zo raadselachtig, hij moet dat van dichterbij bekijken.
En dan spreekt opeens de God van zijn voorouders
Een God die hij misschien niet eens zo goed kende
Want ja hij was aan het Egyptische hof opgegroeid.
En die God vertelt hem dat hij naar Egypte terug moet
Om het volk te redden uit de hand van de farao
En te leiden naar een totaal onbekend land.
Ik snap Mozes wel dat hij er niet zo happig op is naar Egypte terug te gaan.
De nieuwe farao zit zeker niet op hem te wachten.
Maar zit het Hebreeuwse volk wel op hem te wachten?
Waarom zouden zij hem, die buitenstaander, accepteren als leider?
Ondanks het indrukwekkende teken van die struik die wel in brand staat, maar niet verbrand
Ondanks dat God zich duidelijker dan ooit bekend maakt
Heeft Mozes de moed om tot 5 keer toe met bezwaren te komen tegenover God.
Ik zou denk ik al lang hebben toegegeven.
Maar Mozes niet.
Hij durft het gesprek aan te gaan.
Misschien is hij juist daarom wel de leider die het volk nodig had.
Omdat hij de ins en de outs van het Egyptisch hof kende
Daar niet onder de indruk van zou zijn.
In de loop van zijn leven was hij een taaie man geworden
Die niet zomaar met alle winden meewaaide
Maar dwars door woestijnen heen zelf zijn koers bepaalde.
Tegelijk was hij een zorgzame herder
Die het belang van zijn kudde, zijn volk voorop liet gaan.
Hij durft het zelfs aan om God op zijn verantwoordelijkheid te wijzen
Als God boos is om wat het volk gedaan heeft met het gouden kalf.
‘Het is toch uw volk’, zegt Mozes dan, ‘dat kunt u toch niet zomaar in de steek laten? Hoe hard zouden de andere volken U dan uitlachen?’.
Je moet maar durven om zo tegen God te spreken.
Maar in het belang van zijn volk durft Mozes het.

Tegelijk is Mozes de man die iemand heeft doodgeslagen en daarom moet vluchten
Hij is degene die het helemaal niet ziet zitten
Die af en toe wanhopig is en niet weet wat hij met het volk aan moet.

Ik heb het al wel eens eerder aangehaald, maar Nelson Mandela heeft eens gezegd: beoordeel mij niet naar mijn successen, maar naar het aantal keer dat ik ben gevallen en weer ben opgestaan.

Als ik Mozes was
Dan was ik een mens van vlees en bloed
die zich soms wanhopig zou afvragen waarom ik dit moet doen.
Maar die onderweg ervaart dat het gaat
Dat ik het niet alleen hoef te doen omdat God met mij is.
‘Ik zal er zijn’ is de naam waarmee God zich uiteindelijk aan Mozes bekend maakt.
Als God dit vertrouwen in Mozes had
dan weet ik zeker
dat God ook in jou, in jou en in u vertrouwen heeft.
Dat je goed genoeg bent, zoals je bent
Dat juist de dingen die je meemaakt je uniek maken, hoe moeilijk sommige dingen soms ook zijn.
We hoeven niet allemaal Mozes te zijn.
We hoeven niet allemaal voorop te lopen
Maar we hebben allemaal een eigen taak, een eigen passie, een eigen talent
Waarmee we er mogen zijn voor onze vrienden, onze familie,
Voor de wereld.
Daarvoor hoeven we niet perfect te zijn.
We hoeven alleen maar onszelf te zijn.
Amen