Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

5 januari 2020

Gemeente van Jezus Christus, lieve mensen,
Zoals je misschien wel ziet, Agnes, heb ik een foto van je Facebook account geleend voor op de voorkant van de liturgie. Op de rustige momenten kon jij vaak de meest mooie foto’s maken van ‘jouw’ kerk en posten op facebook. Op deze stond zo mooi de regenboogvlag, die jij zo graag wilde laten hangen vandaag, de Paaskaars en het liturgisch centrum met het witte antependium.
In de voorbereiding vond ik het ontroerend hoe jij beschreef dat deze kerk voor jou altijd meer is geweest dan een verzameling stenen. Dat komt door de mensen die hier komen. Met velen van hen voel jij je verbonden. Samen vormen zij het kloppend hart van onze gemeente waar we trots op zijn.
Maar het zit hem ook in het gebouw zelf. Er is hier gelachen en gehuild, gevierd en gerouwd, God gezocht en God gevonden. In dat alles heb jij altijd iets van Gods aanwezigheid gevoeld hier in de kerk. Dat is niet iets wat zich makkelijk laat uitleggen.
Mede daarom zijn we uitgeweken naar de woorden van een heel oud lied, Psalm 117. Het is de kortste Psalm in de Bijbel. Nu klinkt het bijna als een noodgreep om zo snel mogelijk klaar te zijn. Niet zo vreemd in deze dienst. De Psalm is echter ontzettend inhoudsvol.
Loof de Ene, alle volken
Prijs hem alle naties,
Zijn liefde voor ons is overstelpend
Eeuwig duurt de trouw van God.

Er klinkt de oproep aan alle volken en naties om God te loven en te prijzen. Deze Psalm is waarschijnlijk geschreven in de tijd nadat Israël in ballingschap is geweest. Ze hebben een tijd in een totaal vreemd land gewoond en moeten nu met elkaar de draad van het leven weer oppakken. De dichter van deze Psalm ziet dat het volk zekerheid en veiligheid zoekt door een gesloten groep te worden.
Volgens hem is dat op de lange termijn een heilloze weg. Het is helemaal niet sterk om het isolement op te zoeken. Daarom gooit hij bij wijze van spreken de deuren open. Hij zoekt contact en verbinding met de mensen buiten zijn eigen groep. Dat pakt hij groots aan, want hij heeft het over de volken en de landen.

Ik herkende hierin wel de ontwikkeling die de kerk, ook hier in Weesp, heeft doorgemaakt de afgelopen jaren. Ik spreek hierbij mede op basis van de verhalen die ik gehoord heb. Van een misschien wel enigszins gesloten groep zijn we gaan zoeken naar manieren om contact te leggen. Meer en meer heeft de kerk haar deuren geopend voor vriend en vreemde. Zijn we naar buiten getreden en hebben we mensen verwelkomd.
Op onze manier proberen we van betekenis te zijn voor Weesp en haar inwoners. In ieder geval ons gebouw te delen, maar in alle bescheidenheid ook iets van onze bezieling in inspiratie. Van boekenmarkt tot voedselbank, van kerstwandeling tot stilte meditaties op woensdag: de kerk is zo divers en gelukkig op zoveel meer dagen dan de zondag open.
Natuurlijk kunnen we dat nog meer en beter doen, maar er zijn zeker positieve stappen gezet. Agnes is daarbij tien jaar lang ons visitekaartje geweest. Met haar gastvrijheid en enthousiasme heeft ze vele nieuwe groepen en mensen verwelkomd in onze kerk.

Waarom gooit de Psalmdichter de deuren open? Omdat hij iets gevonden heeft dat voor hem zo kostbaar is dat hij het niet voor zichzelf wil houden, maar wil delen. Dat kostbare verwoordt hij met twee begrippen: liefde en trouw.
Voor elke hand een begrip, de ene kant liefde en de andere kant trouw. Twee begrippen die in elkaar grijpen en elkaar niet loslaten.
Liefde, het is een woord waar veel over gezegd en gesproken wordt. Het is een van de belangrijke voedingsstoffen in een mensenleven. Zonder liefde kunnen mensen als bloemen verwelken.
Alleen al in het eerste deel van de Bijbel komt het woord liefde 245 keer voor. Liefde is het gevoel van bij elkaar horen, van verbondenheid en solidariteit. Het is de soort liefde die tegen een stootje kan.
De dichter van Psalm 117 heeft ervaren dat er een hogere macht is, God noemt hij hem, die mensen liefheeft, wat er ook gebeurt. Er is een bron van liefde die nooit zal ophouden te stromen, want God is vasthoudend in zijn liefde. Of zoals het lied van Sela net klonk: ‘verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan’. Die liefde heeft de dichter gevoel en daar voelt hij zich door gedragen.
Met die solidaire liefde komt het andere woord in beeld, trouw of betrouwbaarheid. Liefde is mooi, maar is vooral sterk als ze gecombineerd wordt met trouw. Als niet bij de eerste beetje tegenslag de andere partij je in de steek laat. Dan is liefde een kracht waar je op durft te bouwen in je leven.
De dichter heeft gezien en ervaren hoe God steeds opnieuw zijn hand uitsteekt naar mensen. Iedere keer opnieuw zegt Hij: Ik hou van je en wil met je meegaan. In dat aanbod is God betrouwbaar.
Die liefde en trouw wil de dichter niet alleen voor zichzelf houden, maar wil hij delen met de hele wereld. Het is de stevige basis van zijn bestaan en hoopt dat anderen ook zo gaan ervaren. Daarom dicht hij zijn korte en krachtige lied.
Morgen is het 6 januari, Driekoningen. De dag waarop het verhaal gelezen wordt over de magiërs, de sterrenkundige die uit het oosten op weg gaan om een koningskind te zoeken en te aanbidden. Een verhaal met dezelfde intentie als de dichter van Psalm 117. Vanaf het begin van zijn verhaal zet de evangelist Matteüs, die als enige over deze wijzen uit het oosten vertelt, de deuren open. In zijn versie van de gebeurtenissen rond Jezus’ geboorte zijn het de buitenstaanders die als eerste herkennen en erkennen wat voor een bijzonder kind Jezus is. Dat is voor hem heel belangrijk: iedereen mag meedoen.
Wat zijn de magiërs blij als ze Jezus en zijn moeder vinden. Niet omdat Jezus nu al zoveel bijzondere dingen heeft gedaan. Nee, deze buitenstaanders vertrouwen op alles wat er over hem gezegd is. Ze vertrouwen op het nieuwe begin dat zichtbaar is in dit kind. Want die liefde en trouw van God waar de dichter van Psalm 117 al over sprak zijn heel zichtbaar en tastbaar geworden in Jezus zijn leven en sterven. Daar gaat heel het verhaal over dat Matteüs te vertellen heeft.
Gods liefde en trouw vormen samen nog steeds de basis van onze gemeenschap hier in Weesp. We zijn allemaal op onze eigen manier door Gods liefde en trouw geraakt of hebben er onze vragen bij. Als ik hier zou rondgaan, dan zijn geen twee verhalen hetzelfde. Toch herkennen we iets in elkaar van wat ons raakt en motiveert in het leven. Iets wat ons motiveert om de deuren open te gooien en de delen van wat ons dierbaar is.
Ik vond hierbij deze afbeelding. Twee handen die een bol van kleurige puzzelstukjes omvatten.
Wat zou het mooi zijn als deze kerk een open plek blijft waar vriend en vreemde welkom is. Mensen zo verschillend als de kleuren van de regenboog en elkaar nodig hebben om een mooi geheel te vormen. Niet één kan er gemist worden.
Mensen, Stuk voor stuk en allemaal samen, gedragen door twee handen vol liefde en trouw.
Amen