28 maart 2010
Lezing uit de Thora: Exodus 11:1-10
Lezing uit de profetie: Sacharja 9:9 en 10
Evangelielezing: Lukas 19:29-40
Terwijl in de tien woorden steeds consequent gekozen wordt voor het leven, op de eerste plaats voor het goede leven van onze naaste, kiest Farao niet voor dit alles. Farao kiest niet voor het leven, laat staan voor de belangen van zijn naasten. Farao kiest niet voor bevrijding, omdat dat ten koste gaat van zijn eigen belangen. Farao denkt doodgewoon de status quo te kunnen handhaven. Hij beseft te weinig dat lang niet iedereen deel heeft aan de schijnwelvaart in Egypte. Farao wenst niet in te zien dat welvaart alleen over de ruggen van mensen heen tot stand komt, dat uitgebuite mensen die last niet langer aankunnen en daarom smachten naar een andere manier van leven, een menswaardige wijze van leven.
De maat is vol: aan alle tien vingers hangt een afschuwelijke plaag. Alle geboden worden in Egypte met voeten getreden. Het toppunt van ellende is dat tijdens de tiende plaag alom in Egypte de eerstgeborene sterft. In Egypte leidt dat tot gejammer. Eeuwen later leidt dat in Jeruzalem ook tot jammerklachten, maar merkwaardig genoeg ook tot grote vreugde, wanneer dankzij DE Eerstgeborene zelfs zoiets gruwelijks als de dood verandert in leven. Maar dat DE eerstgeborene ons dwars door de dood heen het leven brengt en ook ons voert naar de weg die naar het ware leven leidt, is in Egypte, hoewel men daar altijd bezig is met dood en leven, nog niet zichtbaar. Voordat het zover is moeten eerst fundamentele keuzes gemaakt worden, waarbij Gods Zoon ook ONS tegen de haren in strijkt. Want wie kiest er nu voor om voor een ander te lijden? En wie kiest er nu voor om de spot te drijven met de gevestigde machten door te kiezen voor geweldloosheid? Farao snapt niets van Mozes’ bedoelingen, Pilatus begrijpt niets van Jezus.
Jezus speelt, net als Mozes, hoog spel, als deze koning niet zoals gewoonlijk hoog te paard gezeten, maar op het vervoermiddel van de armen, een ezel, Jeruzalem binnenrijdt. Voor de zoveelste keer is Jezus solidair met het gewone volk. Opnieuw laat Hij ons zien wat die aloude Psalmteksten heel praktisch, heel concreet betekenen. Het paard en zijn ruiters stortte Hij in zee (Exodus 15:1), omdat God geen welgevallen heeft aan de kracht van het paard (Psalm 147:10). Het paard faalt immers ter overwinning en biedt geen uitkomst, hoe groot zijn kracht ook moge zijn (Psalm 33:17). Daarom kiest DE Heer niet voor een fraai, sterk paard, maar voor een doodgewoon ezeltje. Mozes en de tweede Mozes leren het volk van God consequent radicaal af om in macht, kracht en geweld te geloven. Die ingrijpende ombuigingsoperatie is vanwege de hardleersheid van mensen nog steeds niet afgelopen. Daarom waagt vredesapostel Jezus vandaag weer een poging om tot ons hart door te dringen, via een ontwapenende scène, een kwetsbare ezel.
Aanvaarden wij deze zachtmoedige koning? Of zien we meer in een krachtige heerser? Dan ligt wel het risico op de loer dat we met een verblinde dictator als Farao te maken krijgen. Kleine verschuivingen kunnen, als het om macht gaat, grote gevolgen hebben, onze vrijheid teniet doen. Het luistert hier allemaal heel nauw. Voor de zoveelste keer worden wij profetisch gewaarschuwd om behoedzaam om te gaan met altijd weer gevaarlijke machtsspelletjes.
Koning Jezus gaat totaal anders te werk dan veel machthebbers. Koning Jezus opent ons steeds de ogen. Hij gunt ons een verrassend andere kijk op de alledaagse werkelijkheid. Hij vraagt onze aandacht voor mensen en dingen, die ons anders zouden zijn ontgaan. Dat is het onwennige, het verrassende, maar ook het boeiende aan Jezus.
Daar kan niet iedereen mee uit de voeten. Dat blijkt steeds weer rond dit merkwaardige heerschap, dus ook in Jeruzalem. Lastige mensen het zwijgen opleggen LIJKT dan een oplossing, maar Jezus ziet daar in tegenstelling tot de Farao geen brood in. Jezus laat mensen die tot zwijgen zijn gebracht en mensen die met de nek worden aangekeken juist uitspreken. Weer zoiets onverwachts. Typisch Jezus.
Typisch eigenlijk en uitdagend. Hier vallen beslissingen. Hier worden fundamentele keuzes gemaakt. Dat zijn niet altijd gemakkelijke keuzes.
Staan ook wij voor DEZE provocerende, intrigerende Jezus te juichen of hebben wij een ander Godsbeeld? Mag Hij ook ons, net als mensen in Israël, dicht op de huid zitten, mag Hij het ook ONS lastig maken of moet Hij zich vooral naar ONZE wensen plooien? Van Gods autoriteit, Gods vrijheid blijft weinig over, indien Hij voor ons slechts iemand is op wie wij al onze wensen en verlangens projecteren, indien wij niets kunnen met een God die voor ons een uitdaging wil zijn, een kritisch begeleider door het leven. Of zien wij God anders, rustgevender?
Hoe flexibel zijn wij als het om Jezus gaat? Zijn wij flexibeler dan Farao of denken wij in wezen net zo onbuigzaam? Je weet tenslotte wel wat je hebt, maar niet wat je krijgt. Je kunt ook van alles verliezen, om Mijnentwil. Je kunt zelfs, net als Jezus, je leven aan God verliezen.
Het geloof in deze God gaat nogal ver. Daarom is liturgie vieren, God dienen, nooit vrijblijvend, nooit onschuldig. Ook dit is liturgie vieren: niet met de zwijgende meerderheid aan de kant blijven staan, maar deze merkwaardige, ongewone, vreedzame koning toejuichen. HEM erkennen als je Heer en Heiland. Ook als dat bij omstanders negatieve reacties oproept. Ook als men die keuze voor deze ontwapenende pacifistische koning niet begrijpt.
In deze veertig dagen laat Jezus overduidelijk zien welke keuzes HIJ maakt. Durven wij identieke keuzes te maken of vinden we dat dat te ver gaat? Alsof het geloof vrijblijvend zou zijn. Zijn die vrijblijvendheid en het feit dat wij op het geloof zijn uitgekeken er niet de oorzaak van dat het met kerk en geloof in West-Europa niet goed gaat?
Het optreden van Mozes is niet vrijblijvend en het handelen van de tweede Mozes zeker niet! Mozes en Jezus openen ons juist de ogen voor nieuwe mogelijkheden en verplichtingen. Daarom gaan zij eigenaardig, eigenzinnig door het leven. Kierkegaard en Bonhoeffer begrepen dat die creatieve levenshouding de nodige gevolgen heeft voor gelovigen, in de hoop dat gelovigen durven op te vallen, net als Mozes en Jezus standpunten durven in te nemen die van die van de goegemeente afwijken. Of ben je dan een ezel, een nar in Christus?
Jezus verliest het van de machthebbers. Machteloos staat Hij voor Pilatus. Machteloos hangt Hij aan het kruis. Of is dat alleen maar bedrog? Zien wij dissidenten als Mozes en Jezus ook door de bril van Farao en de Farizeeërs, dan zouden ook wij ons in deze Jezus vergissen.
Wie deze merkwaardige koning zegent, wie het ‘gezegend Hij die komt in de naam van de Heer’ beaamt, weet dat de Heer ook ONS nodig heeft. Die stelt zich in Zijn dienst. Die volgt Hem na, hoe je weg door het leven ook zal gaan. Die vertrouwt zich aan Hem toe, omdat alleen Hij onze Heiland is.
Op weg naar Jeruzalem, op weg naar Golgotha klinkt Jezus’ uitnodiging telkens weer:
(zingen Iona-lied) Wil je opstaan en Mij volgen als ik noem je naam? Amen.