Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

15 augustus 2010

thema: de stad
doop van Rebecca Bakker

Lezing uit het Oude Testament: Genesis 2:4b-15
Zingen: Psalm 46: 1 en 2
Lezing uit het Nieuwe Testament: Openbaring 21:1-14

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

torenflats Amsterdam
Zie hier de stad van de mens, de kantoorkolossen bij Amsterdam Zuid. De Zuidas, het zakencentrum van Amsterdam en misschien wel van Nederland. Hier wordt gepland, hier rolt het geld. Dit is de plaats waar je moet zijn, de plaats van de macht en het bestuur. Is dit onze stad? Is dit ons beeld van een stad? Ik vroeg er naar bij de voorbespreking, wat voor associaties er zo zijn bij ‘stad’. Dat zijn er legio.

Damrak Amsterdam vol met mensen
Wat een stad tot stad maakt en wat positief gewaardeerd wordt, dat zijn de mensen. Mensen met verhalen, mensen met een geschiedenis, mensen van overal en nergens. De stad, zei iemand, is als een tuin vol mensen. Door een stad word je omgeven. Een stad met cultuur: het is maar net wat wij er zelf van maken.

skyline Almere
Dat is niet per definitie negatief, de stad als plaats van onherbergzaamheid, van de anonimiteit en van de vervreemding. Hier Almere als stad van de planning, van wijk na wijk, straat na straat. Als u langer in Weesp woont, heeft u de stad kunnen zien groeien. Er is conceptueel nagedacht over de groene longen in de stad. En dan weet ik goed dat ikzelf in een luxe positie verkeer, aan de rand van de stad, met het bos op 100 meter, waar ik bij mijn ochtendwandeling met regelmaat een vos of reeën tegenkom. De stad de plek om te wonen.

Hilliers Garden  (Engeland)
De tuin dan? Waar denken we aan bij een tuin? De tuin herinnert ons aan de schepping, de tuin zien we als bron van leven, met mooi groen, een schuilplaats. Zelfs de ieniemienie balkons kunnen omgetoverd worden in een waar eldorado. De tuin in een bloempot. De tuin als rustpunt, waar je op adem kunt komen. De tuin van het paradijs, zoals de schrijver van Genesis ons schetst.

Het is het 2e scheppingsverhaal. De mens is gemaakt van aarde, heeft de levensadem ingeblazen gekregen, van God. Deze mens heeft een plek nodig om te leven, op aarde. De mens is van de aarde, de hemel is van God. De aarde is de plek waar de mens zich thuis mag voelen compleet met alle vragen die hij heeft. Deze plek bij uitstek krijgt de mens: een tuin waar mensen zich thuis kunnen voelen. Het ziet er fantastisch uit! Sprookjesachtig is het haast. Rivieren, goud, hars, ja zelfs meer dan dat! Met bomen in het midden.

Met de geografische aanduidingen kunnen we de tuin lokaliseren in de grote gebieden om Israël heen. Goudland / Ethiopië en de 4e rivier zonder enige toevoeging: de Eufraat. Dat is Babel, het land van de ballingschap. Dat is bekend, dat is geen land om te wonen.

Deze tuin is je wereld. Deze plek gunt de Heer aan zijn mens. De mens woont daar niet op zichzelf,  maar is daar door God geplaatst om in de tuin zijn dienst te verrichten, en die al doende te behoeden.
Zal er gewied moeten worden? Een onkruidje eruit getrokken? Gesnoeid en opgeruimd? Een appel die van de boom valt oprapen? Wie zal het zeggen. Hier in deze tuin van Eden is de mens geroepen om mens te zijn.

De beschrijving van de tuin is méér dan geografie, het is vooral theologie. De plaats waar mensen zich thuis voelen en van godswege tot hun recht en tot hun bestemming komen tot werkelijk leven dus –
heeft van Genesis tot Openbaring te maken met Israël en Jeruzalem. Daarom ook staat de levensboom centraal, in het midden van de tuin. Dat is de tora, te vinden in Israël, die ons de weg wijst naar het nieuwe Jeruzalem.

stad (schildering van Jeltje Hogenkamp)
De ziener Johannes schetst ons in het laatste bijbelboek Openbaring de nieuwe stad, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, het nieuwe Jeruzalem. ‘God kan het niet meer aanzien’, las ik in een commentaar. God kan het niet meer aanzien dat de aarde verwoest wordt door ontmenselijkende macht, situaties van chaos en ellende, van mensen die vervolgd en gekwetst worden. Als grande finale komt het nieuwe Jeruzalem op aarde, vanuit de hemel, bij God vandaan. Dit ‘alles wordt nieuw’ is een bron van inspiratie voor ons allen die nog ploeteren en zwoegen. De geschiedenis gaat er hierdoor anders uitzien, ook al zijn er nog vragen te over. Er is veel dat om genezing en heelheid vraagt, er zijn nog veel te veel tranen om af te wissen. We krijgen een nieuwe stad, de stad van de vrede. In de beschrijving krijgt de muur veel aandacht. De muur geeft vanouds bescherming tegen vijandige aanvallen van buitenaf – het is een veilige cocon, een schuilplaats. Deze muur van dit nieuwe Jeruzalem is niet gesloten: er zijn maar liefst 12 poorten in. In deze stad van de vrede
waar de mens opnieuw tot leven geroepen wordt, wordt het volmaakte mens-zijn niet individualistisch beschreven. Het beeld van de stad typeert het ideale mens-zijn als mede-mens-zijn. De gemeenschap van mensen is open.

Dat is een bewuste keuze! Je moet kiezen. Kies je voor veiligheid van je zelf, waardoor je de ander per definitie uit – en buitensluit, en stigmatiseert als bedreigend en onveilig. Kies je voor het risico van de openheid. Keuzes die onverminderd actueel zijn. In deze stad van de vrede is geen sprake van anonimiteit: op de muren staan de namen van de vertegenwoordigers van het volk van God. De fundamenten worden gedragen door de apostelen van God. Hier is een open en veilige gemeenschap die geborgenheid geeft.

Psalm 46 zegt ons eveneens dat de stad van God aan de waterstromen ligt. Het is God zelf die de burcht is en bescherming geeft. Vertrouw niet te veel op kale stenen, maar op de God van Israel, die van de mens in z’n tuin.

Er valt nog iets op in de openbaring van Johannes: de zee is niet meer, en er komt ook geen nieuwe zee. Hoe zit dat? Er is geen nieuwe zee nodig, als in de nieuwe stad een rivier met levend water ontspringt aan de troon van God. Deze rivier stroomt om de levensboom heen, die daardoor vrucht draagt.

Guernica Pablo Picasso
Als er geen vruchten zijn, als de stad droog staat, gaat de chaos door, zoals Picasso verbeeldt in zijn schilderij Guernica naar aanleiding van het bombardement van deze Spaanse stad in 1937.
Chaos, angst en verdriet overheersen in dit grote schilderij dat in werkelijkheid 3,5 bij bijna 8 meter is.
Waaraan kunnen we dan de vruchten herkennen? Is het überhaupt mogelijk om een antwoord op de chaos te vinden?
Het leven van Jezus eindigt in de stad Jeruzalem. De stad van de mens, waar vrede ver te zoeken is. Het verhaal van Jezus de opgestane gaat verder in een tuin. ik denk dat het een stadstuin is. Een oase waar de vogeltjes kwetteren, waar we onze doden te ruste leggen. Iemand noemde de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam Watergraafsmeer als zo’n stadstuin, waar de dood hoe paradoxaal ook, niet het laatste woord heeft. De opstanding van Jezus is in een tuin, het is de schepping opnieuw,
de aarde is niet meer zoals voorheen.

tuin in Deventer
In de tuin hebben we de belofte van de nieuwe toekomst gekregen, een tuin, een proeftuin, een speeltuin om onszelf te oefenen in Gods toekomst. Daar kunnen vruchten tot ontwikkeling komen.
Vruchten als openheid, gastvrijheid, in durven delen en elkaar verdragen. In de proeftuin kan de stad van de vrede groeien.
Straks gaan we dopen. De dopelinge zal door het water van dood en chaos heen gedoopt worden ten leven, een leven in het voetspoor van Jezus de opgestane. Mogen wij met haar bouwen aan een stad van vrede, met speeltuinen, met groene weiden, met een bron waaraan je je kunt laven, waar ieder mens herinnert wordt aan zijn levensopdracht: mens te zijn op aarde, in deze tijd van vragen.
werkelijk mens zijn op aarde, in de stad van de vrede.

Amen