Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

23 mei 2010

Preek 23 mei

Lezingen:
Genesis 8:6-12
Handelingen 2:1-4
Lucas 3:21-22

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Jaren geleden werd ik bij het sterfbed van een gemeentelid geroepen. Op de vensterbank van het ziekenhuisraam zat – aan de buitenkant – de hele avond een witte duif. Met de kinderen en kleinkinderen vormden we een kring rond het bed van hun moeder en oma, we baden het Onze Vader, ik gaf de zegen, en de duif zag alles. ‘De duif vloog pas weg toen oma overleden was,’ vertelde een kleinzoon mij later.
Op de rouwkaart stond de duif afgebeeld.

De duif als verbeelding van de geest, in bijbelse taal, de heilige geest, het is een bekende combinatie. De duif vliegt bij Noach uit, en komt terug met het olijftakje in z’n bek als drager en beeldmerk van de vrede. Zo beeldt Pablo Picasso de duif hier ook uit! De naam van Jona – de profeet tegen wil en dank – betekent duif. Met recht is hij een heel rare vogel. De duif daalt bij de doop van Jezus neer op diens hoofd als teken van de Geest. Uitgerekend bij het feest van de Geest: Pinksteren, komt er geen duif aan te pas. Dan hebben we te maken met andere natuurverschijnselen: wind en vuur.

Pinksteren legt de vraag in ons midden wat Gods Geest precies doet. Worden de vrienden van Jezus over hun verwarring heen geholpen? Komen zij zo de malaise te boven? Kunnen zij zich nu ècht openen voor de boodschap van de Opgestane Heer? Wat er ook gebeurt: gewone mensen gaan spreken over Gods grote daden voor allen die het maar horen willen, in vreemde taal. Ze spreken een eigen taal, een taal van een andere orde. De taal van het verlangen, de inspiratie, de geestkracht en geestdrift, de taal van het hart, de taal van de liefde. De taal ook van het verlangen naar de verlossing van de wereld, een verlangen naar een nieuwe wereld waarin ieder mensenkind zijn eigen plaats in dat visioen mag innemen.

Misschien is dat wel het meest heilige dat gebeuren kan: in je eigen taal, in je eigen leefwereld over God en Gods grote daden horen. De taal van ontferming, van troost, van naar elkaar omzien, in de kleine, besloten wereld van de ziekenkamer, in de gelegenheids-gespreksgroep in Taizé, in een toevallige ontmoeting bij de Zwaantjesbrug. Hier verbeeldt door Jeltje Hoogenkamp, met de duif vaag herkenbaar in onze gekleurde wereld.

In het verhaal uit Handelingen komt de Geest van God op een overdonderende wijze binnen. Getuige-zijn doe je niet zo maar, het is een kritisch moment, net zo kritisch als een pasgeboren kind dat wel moet gaan ademhalen.Het is niet voor niets dat Gods geest ook vaak verbonden wordt met ademtocht, wind –en iets minder lieflijk: een storm van verandering.Allen daar en toen in Jeruzalem raken vervuld, en kunnen niet meer zwijgen. De Geest van Pinksteren vertelt ons van een nieuwe gemeenschap die de gebruikelijke grenzen overstijgt.

God geeft zijn Geest niet enkel aan een select gezelschap, maar aan “al wat leeft”. Al van den beginne bezielt God zijn schepping. De Geest is de scheppende kracht van God, waardoor Gods wil gebeurt. Dat Gods geest alles in stand houdt, wil niet zeggen dat alles wat gebeurt van God komt, hoe ons leven verloopt, hoe de dingen in de wereld gaan:dat honger, oorlogen, verdriet,en de menselijke onwil om daartegen écht iets te doen, naar de wil van God zouden zijn. Beslist niet. Er is in de wereld, onder mensen, een bijna monsterlijke tegenkracht. Maar eens zal God, door zijn Geest alles voltooien en terechtbrengen. Dat is de belofte die klinkt met Pinksteren, in onze wereld.

We hebben soms de duif nodig om dát te gedenken! Noach had vogels in de ark van het behoud. De raaf – een aaseter – vliegt uit en vliegt heen en weer tot de aarde droog is. De duif verblijft meer in de omgeving van de mens, en zoekt naar de zichtbare akker: is er levensgrond voor de mens? Is er weer een reden van bestaan? Is er een plek onder de zon om te leven? Leven zoals God het bedoeld heeft?

De duif vindt het niet in één keer. De ark mag dan wel vastgelopen zijn en tot rust gekomen op het woeste water, de duif vindt nog geen rust. Pas bij de tweede keer vindt de duif leven, ook buiten de ark. De duif keert terug met een olijftakje in z’n bek. Waar komt dat vandaan? Hoe kan de duif een takje plukken van een boom in een verwoeste wereld? We lenen de speelsheid van de rabbijnen die vertellen dat het takje uit de wijngaard van de Heer komt, geplukt van de vreugdeboom, het takje uit het land van belofte dat niet verdrinken kan. Hoe het ook zij: er is weer een levensbasis aanwezig. Er is een olijfboom, Noach plant straks een wijngaard, het is goed!

Opnieuw Picasso. De duif met het olijftakje landt bij de mens. Zonder de mens kan de duif niet leven. De duif / geest die ons blijvend zal inprenten dat het om heil, om vrede gaat. Het heil, het geheelde leven, beperkt zich niet tot de acht personen – Noach en de zijnen – in de ark, de gehele aarde wordt ermee vervuld.

Zo wordt ook Jezus vervuld met Gods geest als bij de doop de duif op zijn hoofd neerdaalt. Hierin deelt Jezus in ons menselijke bestaan. Het koninkrijk van God is begonnen en het is nu evenzeer nabij als toen. Leven met geloof in God, met geloof aan de komst van het koninkrijk, leven vol vertrouwen op Gods Geest, die ons allen bezielen wil.

Geloven in Gods Geest en haar bezieling is niet hetzelfde als precies proberen uit te zoeken wat de tekenen van de Geest zijn, hoeveel we er van kunnen ervaren en hoe duidelijk we toen en toen geraakt werden en ons bekeerd wisten. Het gaat om de vruchten van de Geest: liefde, vreugde, vrede, geduld om te verdragen. Ons geloof is gave van de Geest, zegt Maarten Luther. Geloof is geen mensenwerk.

Geloof is wel een mensenantwoord zoals dat vandaag uit de mond van Monica Haga-Schoonhoven zal klinken. Zij zal daar zelf straks iets meer over vertellen. Een antwoord op de roepstem van God, die ons in de gedaante van de duif, in de taal van het hart, in de geest van het evangelie tegemoet komt.

De taal van de liefde van God in Christus die ons aanzet om in onze eigen wereld getuige te zijn van Gods grote daden. Let wel op! De duif is niet heel opvallend, Gods geest is steeds in het geding – er staat van alles op het spel: leven, heil, gerechtigheid, liefde en vrede. Dat alles is Gods genade

Amen