14 maart 2010
OT-lezing: Exodus 7:8-25
NT-lezing: Lukas 15:11-32
Een gruwelijk verhaal tegenover een ontroerend mooi verhaal. Tussen de bandbreedte van hardvochtigheid en liefde speelt zich immers het leven af. Aan ons de goede keuze te maken, de liefde van de Vader door te geven, te verhoeden dat het leven verziekt raakt, zoals in Egypte. Het slavenhuis is helaas geen verleden tijd, maar voor al te veel mensen alledaagse werkelijkheid. Waar de overheid een slang is in plaats van DE instantie die bescherming biedt, ontbreekt zelfs zoiets elementairs als drinkwater, terwijl het alom bloedheet is.
Met allerlei trucs, waarvan mensen veel te veel van verwachten, komt het niet tot een menswaardig bestaan, wel tot heilloze tegenstellingen. Alleen door harten zorgvuldig, met veel geduld te vermurwen, warm te maken voor bevrijding, gaan harten kloppen voor medemensen.
Maar ja, wie wil er horen? Wie luistert naar Gods boodschap van inzicht en mededogen? Farao kan dat niet opbrengen, de verloren zoon wel. Farao wil bloed zien. Zijn volk is voor hem niet meer dan rotte vis. Ook dat komt eens aan het licht.
Luisteren is het geheim van het goede leven, onverstoorbaarheid een bedreiging voor een menswaardig bestaan. Luisteren en kunnen veranderen, net als de zogenaamde verloren zoon. Betrokkenheid in plaats van je afkeren van mensen is het geheim van de smid. De vader en de zoon verstaan dat geheim; Farao niet, omdat hij te vol is van zichzelf. Zou zijn naam soms ook met een B beginnen, gezien de bedrieglijke schijnwerkelijkheid waarin hij leeft?
De zoon weet de vader te vinden. De Farao ziet alleen maar tegenstellingen en dreiging. Hij sluit zich af voor de werkelijkheid en laat zijn volk genadeloos lijden. De zoon komt tot inzicht; Farao nog niet eens na tien plagen. Na tien keer de kans te hebben gekregen om te veranderen, overtreedt hij nog steeds Gods geboden, ten koste van mensen. Inzicht ontstaat alleen waar begrip voorhanden is, waar men Gods liefde toont, niet waar men haat en scheldt.
De dagloners bij die verstandige vader krijgen de nodige aandacht. Zij hebben het heel wat beter dan hun collegae in Egypte. Die zijn hun leven niet zeker. Waar bestaanszekerheid ontbreekt leggen mensen het werk neer en lopen zij weg, net als de Israëlieten. Hebben zij een ander middel om hun leven te verdedigen? Hoeveel bestaansonzekerheid kent vijfentwintig procent van alle Nederlanders eigenlijk? Weliswaar goed verbloemd, maar toch! In Egypte lijkt de welvaart voor de bovenlaag op te wellen uit het water van de Nijl, maar berust de hele economie op het bloed van slaven. Waar het bestaan onzeker wordt kunnen mensen niet opademen, terwijl sjabbath juist de tijd en de ruimte biedt om jezelf te hervinden en tot inzicht te komen. Waar inzicht doorbreekt staan mensen op en kiezen voor een menswaardig bestaan, voor ontferming in plaats van een hard leven.
In Egypte en rond het gouden kalf sterven kalven zonder mensen te voeden. Bij de Vader gaat het heel anders toe: daar is het gemeste kalf voor je kind, ook al begrijpt niet iedereen dat. Liefde gaat soms langs onbegrijpelijke wegen. Wie kan ouderliefde doorgronden, laat staan veroordelen?
Twee verhalen. Dood tegenover leven. Ogenschijnlijk een verloren zaak, maar gelukkig een keer ten goede, gelukkig hervonden, want gekoesterd door de Vader. Gods liefde kiest soms onbegrijpelijke wegen, ten teken dat Hij van ons houdt, ons anders vasthoudt dan een dictator. De vader haalt banden aan, toont betrokkenheid, ziet zijn zoon staan. Farao kijkt op mensen neer en haalt alleen maar de band van de broekriem aan, terwijl hijzelf en de bovenlaag buiten schot blijven.
Door nabijheid zie je mensen veranderen, opbloeien. Waar betrokkenheid ontbreekt verkommeren mensen. Kan je, in het licht van zoveel liefde en begrip van vader, nog iets anders doen dan net als de zoon ook aan dat liefdemaal aanschuiven, dankbaar delen in al die hartelijkheid?
Als de maaltijd op je wacht, kan je aan de kant blijven staan. Maar dan ontgaat je het geheim van het leven, het geheim van Gods eindeloze goedheid. Dan denk je te klein over God en doe je jezelf te kort. Kan je daarom niet beter meedoen en je verheugen in plaats van net als die broer te verzuren? Amen.