10 oktober 2010
Evangelielezing: Lukas 17:11 – 19
Afstand houden, dat is het eerste wat je leert als je melaats bent. Men is immers o zo bang om besmet te raken. Een huidziekte, je moet er niet aan denken: het valt zo op. Getekend voor het leven. Dat willen we niet. We vallen liever op een andere manier op.
Omdat men geen raad weet met deze zieken, leven zij, hoewel tien man sterk, in een uiterst zwakke positie: buiten de gemeenschap.
Beseffen we wel hoe pijnlijk het is dat we zieken met wie we geen raad weten niet durven benaderen? Waarom houden we mensen die anders zijn dan wij altijd op veilige afstand? Vooral niet in onze buurt komen! Waarom die gereserveerde houding, waarvoor zijn we toch zo bang? Hoewel we alleszins beschermd leven, voelen we ons vandaag de dag al gauw onveilig. Is dat niet raar?
Jezus’ staat heel anders in het leven: Hij gaat mensen die wij ontwijken zomaar tegemoet. Daardoor komt het tot een gedenkwaardige, heilzame ontmoeting. Waar mensen met mensen mee lijden gebeuren bijzondere dingen, die je niet licht vergeet. Via deze ontmoeting worden zogenaamde hopeloze gevallen zomaar opeens beter. Beter, omdat zij Jezus op zijn woord vertrouwen en al onderweg zijn om aan de priester te tonen dat ze kerngezond zijn. Genezen en wel mogen zij weer deel uitmaken van de gemeenschap, dus ook weer naar de tempel en de synagoge komen. Onderweg met Jezus genezen zij van een irritante huidziekte, gratis en voor niets verlost van een duidelijk zichtbare aandoening. Over genadig handelen gesproken. Over Jezus als een begenadigd medemens gesproken.
Waar angst verdwijnt, waar vertrouwen het wint, kunnen psychosomatische ziekten een heilzame wending nemen, gezondheidsklachten afnemen, ja zelfs verdwijnen. Opeens zit je anders in je vel; en dat heeft gevolgen. Wat zit een mens toch ingewikkeld in elkaar!
Als ik beter word, ga ik anders leven. Deze tien mensen zullen, lijdend onder de eenzaamheid van het zozeer getekend zijn, vast ook goede voornemens hebben gehad, van een ander leven hebben gedroomd. Als ik eerst maar weer beter ben.
Ze WERDEN beter. Die heilzame verandering in hun leven WAS er. Maar zijn zij ook anders gaan leven? Van al die goede voornemens komt ook hier bitter weinig terecht: slechts één op de tien komt terug om Jezus te bedanken. Zijn we de goede dingen in ons leven dan zo snel vergeten, dat we zelfs vergeten te bedanken? Dat we sommige gebeurtenissen in ons leven zo snel vergeten… Negen van de tien hebben wel een bar slecht korte-termijn-geheugen.
Hoe komt dat toch, dat we medemensen of gebeurtenissen zo snel vergeten en in ons leven zo weinig ruimte aan dankbaarheid geven? Zijn we dankzij de consumptiemaatschappij dan zulke ondankbare wezens? Er is er maar één dankbaar voor wat hem is overkomen… Hoe vaak leggen we de link tussen dankbaar zijn en God? God danken, zodat het tot een dankgebed, tot een lied komt of tot eucharistie, dankbaar Avondmaal vieren – hoe vaak doen we dat? Of zijn ook wij alleen maar ontevreden geworden met dat de welvaart toenam?
In het leven van deze enkeling, één van de tien, is WEL ruimte voor dankbaarheid. De man is uitzinnig van vreugde. Dolblij prijst hij God en dankbaar werpt hij zich aan de voeten van zijn genezer.
Dat was vast een goede Jood. Nee. Houd U zich even goed vast aan Uw stoel. Het was een
Sa-ma-ri-taan. Van dat volk waar wij altijd zo op neerkijken, niks van moeten hebben. Had je dat nou ooit gedacht?
Het leven biedt meer verrassingen dan we verwachten. Alleen deze vreemdeling wist de weg naar Jezus terug te vinden. Trouwens niet de enige keer in het Evangelie, dat een vreemdeling ons tot voorbeeld is, die pijnlijke afstand tot de ander wordt opgeheven. Geen Jood, maar een Samaritaan. Geen eigen volk, maar een Marokkaan.
Of we maar even afstand willen nemen van onze vooroordelen! Want daarvan wil Jezus ons ook genezen. Of willen we dat soms niet? Voelen we ons veiliger bij onze vast geroeste meningen en ideeën? Jezus wil ons van onze vooroordelen afhelpen, bevrijden, omdat dat heilzaam voor ons is, een mens goed doet. Steeds weer heeft Jezus het beste met ons voor. Maar willen we ons wel laten helpen? Je wordt er een bevrijd en dankbaar mens van. Als dat geen winst is.
Als er vanwege dit hele gebeuren één stomverbaasd is, dan is het Jezus wel. Dan heb je zoveel voor anderen gedaan en dan krijg je daar niets voor terug. Dat doet pijn.
Jullie waren toch met z’n tienen? Waar zijn de andere negen gebleven? Stank voor dank krijgen is niet bepaald leuk. Wat moet Jezus zich miskend gevoeld hebben! Zo weinig erkenning! Toch reageert hij niet bot op deze onverkwikkelijke situatie. Hij blijft correct. Over een professionele houding gesproken.
Sta op, je geloof heeft je behouden. Mede dankzij jouw Godsvertrouwen werd het Pasen in je leven. Ga in tot de vreugde van de Heer! Amen.