Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

4 juni 2023

Ds.Wim Hortensius Hattem

Exodus 34:4-10 en Matteüs 28:16-20

 

Laatst sprak ik iemand over zijn werk op een kantoor. Hij heeft het er naar zijn zin, plezierig werk. En op vrijdagmiddag is er altijd een borrel. ‘Het is gezellig’, vertelde hij, ‘wij hebben het altijd over van alles en nog wat: over thuis, wat we gaan doen in het weekend dat voor de deur staat’.

En toch voelt hij zich bij die borrel onder collega’s vaak ook wat ongemakkelijk. Want het gaat ook nogal eens over geloof en kerk, maar dan in negatieve zin. Terwijl hij zelf wel naar de kerk gaat. Dan wordt gezegd dat geloven in deze moderne tijd toch achterhaald is; dat God toch niet kan bestaan, omdat zoveel mensen ongelukkig zijn, en bij alle ongelijkheid in de wereld. Iemand anders beweerde tijdens de borrel dat de wetenschap het geloof nu toch echt wel heeft ingehaald. En bovendien, zei iemand anders, kun je toch niet geloofwaardig een kerk binnenstappen, waar zoveel slachtoffers zijn van misbruik.

De dertiger vertelde dat hij zich bij die borrel dan maar wat op de vlakte houdt, want wat moet je als gelovig iemand inbrengen tegen zulke argumenten? ‘En ik weet het ook niet allemaal zeker’, zei hij, ‘ik denk ook wel eens dat wij mensen zelf goden maken, omdat wij niet tegen onzekerheid kunnen en te midden van alles wat houvast zoeken. En toch’, zei hij, ‘laat het geloof me niet los; geloof ik dat God mij niet loslaat.’

Misschien herken je zulke gesprekken wel: van je eigen werkvloer, van je sportkantine, onder je vrienden of familie, met je kinderen, in je relatie.

Ik heb dan wel eens de neiging om in de verdediging te schieten. Om op te komen voor God, voor geloof en kerk, ook al heb ik zelf ook mijn twijfels, lees ik ook de krant, en vertrouw ik ook op de wetenschap.

 

 

In het evangelieverhaal staat dat de leerlingen zich in aanbidding voor Jezus neerwerpen, als zij hem in Galilea herkennen als de Levende. Maar dat sommigen twijfelen. Misschien zijn de leerlingen die twijfelen geen andere leerlingen dan de leerlingen die Jezus aanbidden. Zijn aanbidding en twijfel twee kanten in onszelf.

Lastige gesprekken, waarin je je aangevallen voelt. Maar… je zou ook kunnen zeggen: het zijn gesprekken waarin je wordt uitgedaagd, waarin je de kans krijgt om te laten zien waar jij voor staat.

Het is in het evangelie Jezus zelf die ons uitdaagt om ons geloof uit te dragen. Om naar buiten, om de wereld in te gaan en alle mensen te gaan vertellen van de goede boodschap van Gods liefde en vrede, en hen te dopen. Jezus roept zijn leerlingen daartoe op helemaal aan het slot van het Matteüsevangelie. Op de berg, waarop Jezus eerder ook zijn Bergrede heeft gegeven: de samenvatting van zijn boodschap. Jezus zegt daarin tegen iedereen die hem wil volgen, tegen jou en mij vandaag: jij bent het zout van de aarde, het licht voor de wereld. Laat je licht dan ook schijnen voor de mensen.

Zo bezien is zo’n lastig gesprek met mensen die kritisch staan tegenover geloof en kerk een uitgelezen kans om de opdracht van Jezus waar te maken. Om de ander het zout, de smaak te laten proeven van je geloof, het licht van je overtuiging te laten schijnen voor de mensen.

In het evangelie wordt Jezus zelf keer op keer aangevallen, uitgedaagd door zijn tegenstanders. Hij heeft zelf aan den lijve ervaren hoe je soms in het nauw kan worden gedreven.

Kunnen wij niet bij hem te rade? Hoe houdt Jezus zelf zich staande in zulke gesprekken?

Wat opvalt is: Jezus trekt zich op belangrijke momenten in zijn leven terug, zoekt de stilte op, om zich te bezinnen, om te bidden, om verbinding te zoeken met zijn Vader.

Is dat niet het eerste dat wij ontdekken: dat het belangrijk is ook voor ons om telkens weer de stilte op te zoeken, om te bidden, om Gods kracht vragen: om staande te blijven in ons geloof, om ons geloof uit te kunnen dragen.

Zonder Pinkstergeest zouden de leerlingen van Jezus niet in beweging komen en in alle talen Gods goede boodschap verkondigen. Als de Eeuwige ons niet inspireert met Pinkstergeest missen wij denk ik de kracht en de moed om van ons geloof te getuigen.

Dat is het eerste dat wij kunnen zeggen: wij mogen ons in zulke lastige gesprekken  gesteund weten door de Geestkracht van Jezus, die altijd bij ons is. Die Pinkstergeest die door al onze grenzen en beperkte denken heen waait, tot in ons hart: om ons daar te bemoedigen en te inspireren.

Luister ook maar wat Jezus op een ander moment in dit evangelie tegen zijn leerlingen zegt: ‘Als jullie getuigenis moeten afleggen tegenover je tegenstanders, vraag je dan niet bezorgd af hoe je moet spreken of wat je moet zeggen. Want wat je moet zeggen zal je op dat moment worden ingegeven. Jullie zijn het immers niet zelf die dan spreken, het is de Geest van jullie Vader die in jullie spreekt.’

Durf dus in zo’n lastig gesprek te vertrouwen op de nabijheid en de kracht van God, Pinkstergeest, in jou. Laat je in zo’n gesprek ook bemoedigen en inspireren door het verhaal van Mozes’ ontmoeting met de Eeuwige uit het Bijbelboek Exodus. Het verhaal waarin God zich aan ons voorstelt als een God die liefdevol is, en genadig, geduldig, trouw en waarachtig. Een God die zich voor altijd met ons wil verbinden en wonderbaarlijke daden zal verrichten.’ Wat een teder beeld van God. Ook in het Eerste, Oude Testament ontdekken wij dat Gods liefde zo veel groter is dan Gods teleurstelling en boosheid om wat wij niet goed doen. De Ene is bij ons misschien wel juist als wij het moeilijk hebben, de verkeerde weg op gaan.

Als Jezus in het Matteüsevangelie afscheid neemt van zijn leerlingen zegt Hij hetzelfde: ‘Houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ Wat een bemoediging voor ons dagelijks leven: wij staan er niet alleen voor, als wij geloven, als wij getuigen van het licht en de liefde van God tegenover andere mensen. Ik moet ook denken aan de woorden van de apostel Paulus die in zijn brief aan de Romeinen schrijft: ‘Als deze God zo voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn’?

Als wij getuigen van ons geloof is het denk ik zaak om aan te sluiten bij de belevingswereld van onze gesprekspartner. Zoals Paulus Grieks sprak en Griekse voorbeelden gebruikt als hij met Grieken in gesprek is. En Joodse beelden en Joodse taal gebruikt als hij met Joden praat over het geloof. En zoals Jezus zijn boodschap verpakt in gelijkenissen met voorbeelden uit het dagelijkse leven van die tijd, over een herder, over een graankorrel.

Ik was nog jong, een tiener, toen ik een Youth for Christ bar instapte, omdat ik nieuwsgierig was naar het geloof. Aan de bar, waar ik schuchter op een kruk ging zitten, zat een meisje, dat als allereerste aan mij vroeg: ‘Geloof je in Jezus Christus’? Het was dat het ook een mooi meisje was, dat ik nog even aan de bar bleef zitten, maar toch ik ben snel weggegaan, en niet meer teruggekomen. De allereerste vraag in zo’n ontmoeting lijkt mij toch te zijn: ‘Welkom, wie ben je, wat brengt je hier’? Aansluiten bij je gesprekspartner.

Ik denk wel eens: ik blijf geloven omdat het mij vrij maakt en vreugde geeft, en vertrouwen in het leven, soms ondanks alles; omdat het mij kracht geeft om het goede te denken en te doen.

Ik geloof dat God mij door Pinkstergeest telkens weer in beweging brengt, een zetje geeft, om het evangelie uit te dragen, om er te zijn voor een ander. Ik heb daarbij ook de ondersteuning nodig van de gemeenschap. Waar het leven wordt gedeeld, vreugde en verdriet. Waarin mensen elkaar uitdagen om de vrede en liefde en gerechtigheid van God niet alleen voor zichzelf te houden.

Ik denk dat we allemaal wel eens lastige gesprekken voeren over geloof en kerk. Dat het je dan gegeven is om Pinkstergeest te ontvangen: eerlijk te blijven en jezelf. Dat je je probeert te verplaatsen in de ander en jezelf niet hoeft te overschreeuwen. Dat je door je woorden en door wat je doet en laat probeert te leven in de geest van Jezus. Juist te midden van alles wat niet goed is, in je leven, in de kerk, in de wereld. Door in alles te zoeken naar wat hoop biedt, en liefde en vrede laat bloeien. Door in verzet te komen tegen onrecht, misschien wel bij jou in huis, in de familie, bij jou in de buurt.

Ook tegen het cynisme in de grote wereldpolitíek; dat president Assad van Syrië ondanks al zijn misdaden toch weer welkom is in hoge olierijke kringen. De harde werkelijkheid helpt niet in moeilijke gesprekken over de macht van God, over het vinden van rechtvaardigheid in deze wereld.

Uiteindelijk staan wij in ons geloof weerloos tegenover alle redeneringen. Omdat liefde weerloos is. Het is Gods liefde die ons in alles draagt. De diepe verbondenheid in liefde tussen de Vader, de Zoon en jou en mij, het is een geschenk. Het lijkt wel een verrassende Drie-Eenheid. Omvat door het mysterie van die andere Drie-Eenheid tussen Vader, Zoon en Heilige Geest. Door dit geschenk, door deze verbondenheid kunnen wij alles aan!

Iemand die deze verbondenheid met God heel sterk ervaart en er van getuigt is de kickbokser Robbie Hageman. Twee keer werd hij wereldkampioen. Hij is 31 jaar en vocht vorige week zijn laatste wedstrijd, want hij is ongeneselijk ziek. Doktoren geven hem nog maximaal 5 jaar. Hij hoopt op een speciale behandeling in Amerika. Hij zegt: ‘Ik heb drie kinderen en een vierde is op komst. Ik hoop nog bij de bruiloft van ons dochtertje te zijn. Ik geloof heel erg in God. Die helpt mij overal bij. Ik zeg altíjd: luister niet naar iemand, wie het ook is, maar luister naar God’. Wat kan het een kracht geven om je zo verbonden te weten met Jezus: Jezus is de weg, de waarheid en het leven, staat achter op zijn wedstrijdshirt. Ik gun Robbie een mooie toekomst met zijn vrouw en kinderen.

Zo verbonden te mogen zijn met de Drie-ene God: het is een mysterie, het is een wonder! Paulus zegt: ‘niets zal ons kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons bewezen heeft in Christus Jezus, onze Heer!’

In de stilte mogen wij bidden om de Heilige Geest, die ons de kracht en de moed geeft om van God te getuigen in ons dagelijks leven. Om van Gods licht en goedheid, van Gods liefde en vrede en gerechtigheid te leven, te hopen, te delen en te getuigen, in het spoor van Jezus Christus.. Elke dag zijn daar weer kansen voor, uitdagingen! Ik wens je mooie lastige gesprekken toe.