Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

29 januari 2023

Gemeente van Jezus Christus, lieve mensen,
Mag ik jullie voorstellen aan krummel. Krummel is zoals jullie zien maar een hele gewone, groene rups. Dat bevalt hem eigenlijk maar niets. Hij heeft rupsen-vrienden die hele mooi kleuren hebben, of stippen, of strepen. Maar hij is maar heel gewoon en saai groen. Hij vraag zich af waarom hij niet bijzonder is.
In een poging om bijzonder te zijn doet hij rare of domme dingen. Als hij net zo sterk probeert te zijn als een mier, wordt hij bedolven onder de steen die hij probeert te tillen. Zijn eigen huis meetillen, net als de slak, werkt ook al niet. En zichzelf van stippen voorzien, net als het lieveheersbeestje, eindigt in een knoeiboel.
Bij iedere poging wordt hij keihard uitgelachen door de andere rupsen. Iedere keer vraagt hij zich af waarom hij niet bijzonder is. Steeds zegt God tegen Krummel: heb geduld, ik heb een plan met jou.
Krummel is een verhaalfiguur van Max Lucardo. Ooit hebben Jelmer en ik een dvd daarvan gekregen en de kinderen hebben die zeer regelmatig gekeken. Het is een verhaal dat herkenbaar is en tot de verbeelding spreekt. Zoveel mensen kunnen zich invoelen in deze simpele rups. Van de schoonmaker die ongezien en vaak niet gewaardeerd zijn of haar werk doet, tot de scholier die moeilijker kan leren of de oudere die zijn of haar mogelijkheden achteruit ziet gaan en niet meer zoveel voor anderen kan betekenen als voorheen.
In een wereld waarin het gaat om succes en gezien worden, hoeveel mensen voelen zich dan te gewoon, te saai? Sterker nog, hoeveel mensen worden er niet bewust of onbewust weggezet als dom, onbelangrijk en niet de moeite waard om naar te luisteren? Ik keek afgelopen week naar een aflevering van Dreamschool en werd geraakt door de moeite die deze jongeren hebben om hun draai te vinden in het leven. Te horen hoe het vaak een vicieuze cirkel is waar ze in zitten omdat bijvoorbeeld een negatief zelfbeeld vervolgens door de omgeving bevestigd wordt.
Deze groep gewone mensen met hun alledaagse worstelingen zet Paulus in de spotlights in zijn brief aan de gemeente in Korinthe. Korinthe was in die tijd een bruisende havenplaats waar veel gebeurde. Het oosten en het westen kwamen er samen en er werd volop gebouwd door de Romeinen. Er waren rijke, machtige stedelingen, maar ook zeer veel gewone of zelfs arme mensen die het vuile werk in die bruisende stad moesten opknappen.
Deze gewone mensen vormden een belangrijk deel van de gemeente die Paulus in Korinthe gesticht heeft. Naast de elite, waren het vaak juist de arme en onderdrukte mensen die zich aangesproken voelden door de boodschap van Jezus. Zij voelen zich door Paulus, door Jezus zelf gehoord, gezien en gerespecteerd op een manier zoals ze niet kenden. Het raakt hen zo dat zij de weg van Jezus willen gaan. Op een unieke en ongekende wijze vormden rijk en arm, machtig en rechteloos samen de gemeente van Christus.
Aan het begin van de brief van Paulus wordt echter duidelijk dat er gedoe is in de gemeente van Korinthe. Er zijn verschillende kampen en nare discussies. Mensen gaan op hun strepen staan en doen hun invloed gelden. Afkomst, macht en aanzien worden opeens weer heel belangrijk.
Daarom voelt Paulus zich genoodzaakt om de dingen weer even in het juiste perspectief te plaatsen. Wat of vooral wie doet er toe in de gemeente? Waar ging het nu ook al weer om? Wat is het kostbaarste dat de gemeente heeft?

Dat is volgens Paulus het woord van het kruis. De boodschap dat God zelf zich in Jezus Christus aan het kruis laat hangen. Dat Hij zo schande en zelfs vervloeking over zichzelf afroept. De boodschap dat God, om mensen te redden en hen nieuw leven te gunnen, zelf afdaalt tot de diepste ellende en misère die een mens in zijn of haar leven kan kennen.
Dát is de grootste schat die de gemeente van Christus bezit. Maar het is nogal een rare schat, want voor iedereen is het ongemakkelijk. Voor de Joden botst het met alles wat ze verwachten van de Messias van God. Voor de Grieken en Romeinen is het volslagen idioot, want een held is niet zwak, nederig en onmachtig. Zeker god zelf is dat niet, want dat is immers de grootste held.
Paulus noemt zelfs zijn eigen verkondiging een dwaasheid.

Bij zo’n dwaze boodschap heeft het totaal geen zin om beroep te doen op je macht, aanzien of afkomst om andere mensen te overtuigen. De gebruikelijke manier van argumenteren en redeneren heeft geen zin.
Tot een dergelijke conclusie komt ook Prediker als hij het leven onderzoekt. Je kunt God niet narekenen zo zegt hij. We kunnen als mens de plannen van God niet van a tot z doorgronden. Het leven is vaak rommelig en verwarrend. Met al onze menselijke wijsheid stuiten wij op een grens als we daar zin en samenhang in proberen te vinden.

          De boodschap van het kruis van Christus is er één die in het gewone leven overtuigd, omdat ze daar een verschil maakt. Daarom herinnert Paulus de gemeenteleden aan waar ze vandaan kwamen. Midden in hun gewone leven voelden zij zich aangeraakt en gezien. In een commentaar op dit gedeelte in Korinthe las ik de prachtige zin: ‘De boodschap is niet: waar de Messias is houden de problemen op. De boodschap van het kruis is: waar problemen zijn, daar is de Messias’.
God wil verschil maken voor iedereen, maar vooral voor díe mensen die wel een steuntje in de rug kunnen gebruiken. Daarom noemt Paulus de niet-wijzen, de zwakken, de onbeduidende mensen en zij die met de nek aangekeken worden. Iedereen die keer op keer hoort ‘je bent niets’ of om welke reden dan ook dat van zichzelf denkt. Voor hen komt God als iemand die mee-lijdt, het met hen vol houdt en hen vast houdt tot het weer licht wordt in het leven. Tegen al deze mensen zegt God: ik zal je helpen om weer op te staan en tot het moment dat dit gebeurt laat ik je niet in de steek.
Dat is niet volgens de economie van deze wereld. Hier geldt Gods eigen-wijsheid. Dat is soms een ongemakkelijke boodschap, want wat betekent dit voor ons als kerk en als gelovige in een welvarend land. Wat moeten wij dan belangrijk vinden in ons leven en onze relaties met anderen?
Durven wij als gelovige ons steeds opnieuw te laten corrigeren door Gods dwaasheid en zwakte? Mag God ons aanspreken op onze levensvisie en mensvisie, dat op zijn kop zetten? Dat is namelijk wat God zeker zal doen als wij hem toelaten.
Wat we ervoor terugkrijgen is een leven waarin we oog hebben voor het goede en het mooie dat we mogen ontvangen. Niet alleen, maar samen met de mensen om ons heen. Dat we daarvan gaan genieten als dankbare mensen.
Ik begon deze preek met krummel. Een heel gewone rups voor wie God een plan had. Uiteindelijk verandert deze hele gewone rups in een prachtige vlinder. De vlinder die God in een ieder van ons ziet, maar wij zelf soms misschien zijn kwijt geraakt. De verwachtingen in de wereld zijn soms zo hooggespannen, daar kunnen wij lang niet altijd aan voldoen. Of vergeleken met anderen lijkt ons leven maar saai en gewoon.
God ziet in jou en mij een prachtige vlinder, bijzonder genoeg om de wereld verbaasd te laten staan. In Gods omgekeerde wereld telt niet de maakbaarheid van je eigen succes, maar de verwondering over Gods wijsheid en liefde. Dat is het goede dat we mogen zien en waarvan we elke dag mogen genieten.
Misschien zijn het juist de kinderen die ons laten zien Gods omgekeerde wereld met haar eigen-wijsheid, hier en nu al te vinden is. Ik wil eindigen met het gedicht dat Sytze de Vries hierover geschreven heeft.
Jij kleine reisgenoot
Met je hand vol vlinders
En je mond vol vragen,
Kun je mij dragen
En mag ik
Met jou mee lopen
Onder de sterren?
Jij kleine tijdgenoot,
Met je verwondering
Over wat mij ontgaat,
Met je grote tranen
Om wat mij niet meer beroert.
Neem jij mij
Bij de hand
Naar alles
Wat ik niet meer weet?
Jij kleine vriend,
Vertel me wat je ziet,
Leer mij het licht!
Jij kleine reisgenoot
Die na mij kwam:
Je ben mij zo vaak vóór….
Sytze de Vries
Amen