Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

14 februari 2021

Geliefde broeders en zusters,
Zo zei de schrijver van de Johannesbrief het, zo mag ik jullie vandaag noemen: Geliefde gemeenteleden, jullie die allemaal kijken.
De foto’s die we de afgelopen weken mochten ontvangen gaven hele leuk indruk hoe jullie er nu bij zitten.
14 februari, de dag van de liefde. Een mooie dag om eens te mijmeren over wat de Bijbel en de christelijke traditie zeggen over de liefde. Het leek wel alsof Welmoed Vlieger dat aanvoelde en alvast een voorsprong nam. Haar column van afgelopen dinsdag in de Trouw droeg de titel: Ultieme liefde draagt deze wereld. Ze schreef over het boek ‘Schuld en boete’ van Dostojevski. Ik wil een klein stukje uit deze column voorlezen. Het gaat over Sofja die met de hoofdpersoon van het boek is meegereisd naar de strafkolonie in Siberië.

Op een dag ziet hij vanuit zijn lazaret de altijd zorgzame en trouwe Sofja staan. Ze waakt over hem, is oprecht begaan. Zij heeft lief. Niet alleen hem, ze heeft iedereen lief. Kan dat? Ja, dat kan. Heb je vijanden lief, zei Hij die daar zelf in zijn vergeving de kracht en het inzicht voor gaf. Inzicht in ultieme liefde die deze wereld draagt, ondanks het kwaad. Juist door in de werkelijkheid geen doffe ellende, maar een geliefde schepping te zien, is Sofja de aanwezige. Dwars door de epidemie van het kwaad heen is zij liefhebbend.
….
Citaat uit column Welmoed Vieger, Trouw 9 feb 2021
Welmoed Vlieger spreekt in haar column vervolgens de hoop uit dat de liefde waar het hier om gaat een perspectief biedt voorbij de crisis. Juist die onvoorwaardelijke liefde die niet iets terug verwacht, maar trouw, zorgzaam en nabij is.
In een enkel zinnetje legt Welmoed de link met Jezus, zonder hem bij name te noemen. Jezus die de moed en grootmoedigheid had zijn vijanden lief te hebben. Jezus die inzicht geeft in de ultieme liefde die de wereld draagt.
Een prachtige zin: de ultieme liefde die de wereld draagt. Ze bracht mij bij het hart van de tekst in 1 Johannes 4. Een tekst die gaat over de liefde, maar ook over angst en over haat. Er wordt zoveel gezegd dat je de draad kan kwijtraken.
• De tekst begint over de oorsprong van de liefde: De liefde is uit God geboren. Bij Hem ligt het initiatief. Bij God die zijn enige Zoon gezonden heeft naar de wereld als ultiem bewijs van zijn liefde.
• Daarna gaat het over hoe je antwoord kan geven op die liefde: door de liefde door te geven. Als God ons zo heeft liefgehad, moeten wij ook elkaar liefhebben.
• De schrijver vertelt hoe hij de liefde heeft ervaren: in Jezus zijn leven en sterven maar ook doordat hij Gods Geest heeft ontvangen. Daardoor heeft hij aanschouwd, begrepen wat het betekent dat God zijn Zoon gezonden heeft.
• De volgende verzen gaan over de toekomst van de liefde. Hoe de liefde je zekerheid mag geven. Dat je niet bang voor God en voor een eindoordeel hoeft te zijn. God heeft je lief.
• En als laatste, maar dus echt pas als laatste, komen er de aanwijzingen voor wat dit voor de praktijk van het leven betekent: wie God liefheeft moet de ander ook liefhebben.
In het centrum van deze tekst staat in vers 16 de oneliner: God is liefde. Daarmee lijkt alles gezegd, maar het is ook een zin die veel vragen kan oproepen. Zeker als je haar uit de context haalt. Want als God liefde is, waarom is er dan zoveel verdriet en ellende in de wereld? En kan je het ook omdraaien? Dat je zegt: alle menselijke liefde is goddelijk?
De Duitse theoloog Gerhard Ebeling heeft eens hierover gezegd: ‘het gaat niet over de goddelijkheid van menselijke liefde. De uitspraak “God is liefde” gaat over de humaniteit/ de menselijkheid van Gods liefde. Het wil ons laten weten dat het bij Gods wezen past dat hij mens is geworden.’
De menselijkheid van Gods liefde. God die zich niet te goed voor deze wereld voelt, maar zich keer op keer aan haar verbindt. De Eeuwige houdt van deze wereld en haar inwoners. Zij laat haar liefde onder ons verschijnen, in de mens Jezus. Onder ons, hoe bijzonder is dat. Dat God, die we niet kennen, niet kunnen zien en die te groot is om te begrijpen, zijn liefde zo dichtbij heeft gebracht dat ze naast ons kan staan? Dat ze in onze gemeenschap, in onze verbondenheid met elkaar te vinden is? Dat we door die liefde God zelf leren kennen?
1 Johannes 4 is niet het ultieme antwoord op wat liefde is. Daarvoor is de liefde een te groot mysterie. Te mooi om zich in één tekst te laten vangen. 1 Johannes 4 gaat over een stroom van liefde die door de wereld gaat.
Als een rivier met een onuitputtelijke bron die zich door een landschap heen meandert. Zo heeft Johannes het over de stroom van liefde die in God haar bron vindt: ‘Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad.’
Vanaf de bron komen we al snel bij de Zoon uit. Deze Bijbeltekst legt een verbinding tussen Kerst en Pasen. Kerst ligt achter ons. Het feest van de geboorte van Immanuël, God met ons. God die onder ons is komen wonen. Nu staan we aan het begin van de 40 dagentijd. We mogen de komende weken Jezus volgen op zijn weg naar Jeruzalem. We zullen verhalen horen over zijn strijd met het kwaad. Over zijn liefde voor de tempel en zijn verheerlijking op de berg. Door naar Jezus te kijken zien we God recht in het hart. In Jezus zijn levensweg zien we dat Gods liefde voor ons onvoorwaardelijk is en dat zijn trouw aan ons tot het uiterste gaat. Jezus geeft die woorden ‘God is liefde’ een heel eigen diepte en lading.
Zo gaat de stroom verder, want via Jezus blijft de liefde doorstromen naar de wereld. Daarmee vormt het een kracht die niet te stoppen is. Zoals je het water van een rivier ook niet tegen kan houden, zo valt die stroom van Gods liefde ook niet te stoppen.
Dat geeft richting aan onze voorbereiding op Pasen. Natuurlijk staan we in die voorbereiding stil bij onze relatie met God. Het eigene van de 40 dagentijd, in vergelijking tot de adventstijd, is dat deze periode meer op de ander gericht is. Wie zijn wij in onze verhouding tot de ander? Wat is onze rol in die stroom van liefde die bij God begint en niet te stuiten is? Welke keuzes kunnen wij maken waardoor een ander een beter leven krijgt? Van klein en dichtbij, door bijvoorbeeld nog weer eens vaker de telefoon op te pakken om te horen hoe het gaat met de mensen die we al zo lang niet gezien hebben. Tot wat verder weg, maar niet minder belangrijk: ‘is je chocolade slaafvrij?’ of ‘onder welke omstandigheden werken de mensen die jouw kleding maken?’. Het getuigt ook van liefde om je met dat soort vragen bezig te houden, ondanks dat we niet altijd de oplossingen in handen hebben.
Er meandert een rivier van liefde door deze wereld. Als we het aandurven om in de stroom te gaan staan zullen we voelen hoe krachtig die liefde is. Gods liefde stroom via Jezus onophoudelijk krachtig voort. Niets kan haar stoppen.
Deze krachtige, ultieme liefde komt tot haar recht als wij, staande in die stroom, haar doorgeven. We mogen ons erdoor laten dragen, haar kracht voelen voor ons eigen leven, en haar vervolgens doorgeven. Juist door liefde door te geven eren wij Gods liefde. Dan wordt het een brede stroom die de wereld verandert, omdat ze laat zien dat deze schepping een geliefde aarde is waarin ieder schepsel de moeite waard is om van gehouden te worden.
Of zoals het lied van Sytze de Vries zong dat voor de preek klonk:
Liefde luidt de naam der namen
waarmee Gij U kennen laat.
Liefde vraagt om ja en amen,
ziel en zinnen metterdaad.
Lied 791: 3
Amen