Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

5 september 2021

Gemeente van Jezus Christus,
De scherpe tekst van Jakobus deed mij deze week denken aan een heel bekend nummer van de band Genesis: Jesus he knows me. Waarschijnlijk omdat het in wezen gaat om dezelfde boodschap. Het lied is heel kritisch tegenover de televisie evangelisten die begin jaren ’90 op tv waren. Predikers die meenden het gelijk aan hun kant te hebben, maar ondertussen mensen geld uit hun zakken klopte en andere dingen deden die niet door de beugel kunnen. Ergens in het nummer zingt Phil Collins vanuit de rol van zo’n evangelist: ‘Just do as I say, don’t do as I do’. Wat vrij vertaald betekend: Luister nou maar naar mijn woorden, maar gedraag je niet hetzelfde als ik doe. Het moge duidelijk zijn dat dit cynisch bedoeld is.
De briefschrijver Jakobus kan overkomen als een moraalridder (zeker als je de hele brief leest) en ons daardoor wat afschrikken. In wezen heeft hij dezelfde boodschap als Genesis in de jaren ’90 met hun lied had: Doe wat je verkondigt! Als je dat niet doet, dan prikken mensen er feilloos doorheen. Dan is die hele boodschap van jou niets waard.
Authenticiteit, integriteit, het lijken moderne toverwoorden. Zo vaak gebruikt dat ze hun kracht enigszins hebben verloren. Het zijn woorden geworden waarop we elkaar afrekenen in ons streven naar perfectie. Bijvoorbeeld onze politici: je maakt een fout, bent niet integer genoeg en je kan gelijk inpakken. Als kerk of als gelovige ervaren we soms ook de gevolgen van deze afrekencultuur. Alsof alles wat we zeggen en doen onder een vergrootglas ligt.
We zijn misschien wel doorgeschoten in ons streven naar authenticiteit en integriteit. De wereld is immers niet zwart-wit en de scheidslijn tussen goed en fout is lang niet altijd duidelijk. Toch is het van alle tijden dat het belangrijk is dat je woorden en je gedrag bij elkaar passen.
De zoektocht van Jakobus is: Hoe kunnen wij leven in de geest van Jezus? Hoe doe je dat zó dat alles wat je zegt en doet bij elkaar past? Dat is een vraag die hem aan het hart gaat, zo merk je aan het schrijven van Jakobus. Hij is zo bevlogen over dit onderwerp dat woorden als genade en barmhartigheid naar de achtergrond lijken te verdwijnen. De zachte krachten die ruimte maken voor menselijk falen en de momenten waarop wij tegen de grenzen van ons kunnen op lopen.
Maar Jakobus zou dit niet geschreven hebben als hij niet wist hoe moeilijk het soms is om als christen in de wereld te staan. Hij beseft hoeveel moed, doorzettingsvermogen en wijsheid het vraagt om het spoor van Jezus te volgen. Dat is niet iets wat je zo maar even bij doet. Het vraagt van mensen dat ze scherp en alert zijn. Dat ze zich bewust zijn van het effect dat hun keuzes hebben voor hun eigen leven en dat van anderen. Daarom probeert Jakobus zijn lezers wakker te schudden en op scherp te zetten.
In de paar verzen die wij gelezen hebben stipt hij kort een vijftal thema’s aan die hij in het vervolg van zijn brief verder uitwerkt. Hij heeft het over:
1. Hoeveel kwaad of goed een mens kan doen in zijn of haar spreken. Zegen en vloek komen uit dezelfde mond. Verder vergelijkt hij de tong met een vuur dat niet te temmen is. Voordat je het weet heb je iets gezegd wat meer kwaad dan goed doet. Vandaar de aanwijzing om snel te zijn in het luisteren, maar langzaam in het spreken.
2. Jakobus vraagt aandacht voor de boodschap die in ons is geplant. Hiermee herinnert hij zijn lezers aan hun doop. Voor de eerste lezers was dat een bewuste keuze die zij als volwassenen maakten. In die eerste tijd bestond de kerk vooral uit christenen die ervoor gekozen hadden Jezus te volgen en daarmee een ander leven achter zich lieten. Bij hun doop legden ze hun oude kleren af en trokken een nieuw doopkleed aan. Heel ander dan onze situatie waarin we veelal het geloof als kind al hebben meegekregen. Jakobus herinnert zijn lezers aan dat keuze moment en stelt vervolgens dat het voor iedere gelovige steeds opnieuw nodig is je weer op God te richten. Hij vergelijkt Gods boodschap met een plant die in het binnenste van de gelovige gepoot is. In de loop der tijd kan daar van alles overheen komen liggen. Soms is het goed om al die rotzooi er vanaf te halen zodat de plant weer goed zichtbaar is en kan ademen.
3. Alleen ja en amen zeggen op de boodschap is niet voldoende. Jakobus gebruikt hierbij het beeld van de spiegel. De spiegel is bij uitstek een egoïstisch instrument om vooral met jezelf bezig te zijn. Jakobus houdt zijn lezers echter Gods liefdesregels voor als spiegel om in te kijken. Zowel als doener én als ontvanger. Want niet alleen laat die spiegel zien dat wij de ander moeten liefhebben, het laat ons ook voelen dat wij het zelf net zo goed nodig hebben om bijvoorbeeld met respect behandeld te worden of dat anderen trouw zijn in hun relaties met ons. Die wet komt ook voor uw en mijn belangen op.
4. Jakobus is een groot pleitbezorger voor de kwetsbaren in zijn tijd. Daar moet voor gezorgd worden. In de manier hoe je omgaat met de kwetsbare mensen in de wereld laat je zien of je de boodschap van bijvoorbeeld Gods leefregels echt begrepen hebt. Jakobus noemt de weduwen en wezen. In onze tijd zou hij het waarschijnlijk hebben over de vele vluchtelingen of de slachtoffers van armoede. Naamloze slachtoffers in ingewikkelde politieke discussies. Maar als je de individuele verhalen hoort, veranderen naamloze figuren in mensen die op zoek zijn naar een goed leven voor zichzelf en hun gezin.
5. Jakobus laatste thema is een oproep om de moed te hebben anders te zijn dan de wereld om je heen. Durf keuzes te maken waardoor je misschien door iedereen uitgelachen wordt, maar die uiteindelijk het welzijn van iedereen bevordert en niet alleen van jezelf.
Bij punt 4 en 5 van Jakobus moest ik denken aan het interview met Mechteld Jansen in de Trouw van afgelopen vrijdag. Zij is de afgelopen jaren de rector van de PThU geweest en nam vrijdag afscheid. Zij maakt zich zorgen over de kloof tussen ‘de elite en het volk’ zoals zij deze groepen even benoemt. Volgens haar is er een rol weggelegd voor theologie en voor religieuze gemeenschappen om die kloof te dichten. Juist omdat er daar ontmoetingen op zielsniveau mogelijk zijn.
Daarop doorpratend zegt zij in het interview: ‘als je God ergens moet zoeken dan is het daar waar pijn en grenzen zijn. Overal waar zieke en gezonde mensen elkaar niet meer durven aanraken, die elkaar categoriseren, is pijn. God probeert die grenst te doorbreken. Dat zie je ook in het evangelie: er was geen grens of Jezus trok erover’.
In wat Mechteld Jansen zegt komt voor mij Jakobus’ boodschap tot leven. Leven in de geest van Jezus gaat erom grenzen tussen mensen op te zoeken en te overbruggen. Daar aanwezig te zijn waar het eigenlijk te veel pijn doet. Niet omdat wij alles kunnen oplossen, maar omdat in onze aanwezigheid iets van Gods eigen aanwezigheid zichtbaar wordt. Door de moed te hebben daar te zijn waar het leven pijn doet, stellen wij God in staat zelf aanwezig te zijn met Zijn vertrouwen, hoop en liefde.
Dat doen de mensen van de Stichting Bootvluchteling. Dat doen wij als gemeente als er aandacht is voor de nood en het verdriet van mensen binnen en buiten onze gemeente. Er zijn vele grote en kleine voorbeelden te bedenken.
Het interview van Mechteld Jansen eindigt met haar oproep om vooral niet te dogmatisch te maken. Ik vertaal dat even als zwaar op de hand of heel strikt. Haar voorstel is om vooral met elkaar te feesten. Dat wordt verder niet toegelicht, maar ik denk dat ze bedoeld dat door samen feest te vieren een soort verbinding en wederzijds begrip ontstaat dat al pratend niet bereikt kan worden.
Dat hebben we tijdens de boekenmarkt zien gebeuren. Daar vierden we met elkaar en met een heleboel mensen van buiten onze kerk het feest dat dit weer kon. Volgende week hopen we daar verder mee te gaan tijdens een feestelijk startzondag. Dat het een opmaat mag zijn naar een seizoen waarin we met elkaar, op ontspannen wijze, onze weg in het spoor van Jezus gaan. Duidelijk wie we zijn en wat voor ons belangrijk is, maar met open armen naar iedereen die op onze weg komt.
Amen