Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

16 mei 2010

Lezing uit de Thora: Exodus 23:1-13
Evangelielezing: Johannes 14:15-21

Aan Gods liefde komt, ook na Jezus’ vertrek, geen einde. Na de Zoon is de Trooster ons immers nabij. Daardoor blijft God met ons in liefde verbonden. Onze relatie met God wordt dus niet minder intens, nu Jezus niet meer in ons midden is. Waar liefde woont, woont immers God zelf. Waar men in Zijn Geest leeft, is Hij zelf onder ons aan het werk. Wij worden niet aan ons lot overgelaten, maar als medewerkers van God uiterst serieus genomen.
Ook nadat Jezus het toneel heeft verlaten bespeuren wij steeds weer signalen van Gods aanwezigheid in ons leven. Steeds weer merken wij hoe Hij toch doorwerkt in ons bestaan.
Daarom begint na Hemelvaart geen troosteloze, uitzichtloze periode in de geschiedenis, maar gaat de geschiedenis van God met de mensen gewoon door, net als vóór de komst van Gods Zoon op aarde. Kerst en Hemelvaart zijn geen breekpunten, hoogstens scharnierpunten.
Met Hemelvaart wordt ons nog eens duidelijk gemaakt: de Vader en de Zoon regeren over ons bestaan. Dat is troostrijke boodschap van het feest van Hemelvaart. Wij zijn niet aan onszelf overgeleverd en daarmee aan de beesten overgeleverd, nee, ons leven is veilig in Gods hand, omdat de liefde het voor het zeggen heeft waar God het in deze wereld voor het zeggen heeft. Dan hebben niet ‘zoek het maar uit’ en ‘eigen schuld dikke bult’ hebben het laatste woord, maar liefde, vergeving, vrede en daarmee geborgenheid. We staan niet in de kou!
Om ons leven veilig te stellen heeft elk land een grondwet. Een goede regering respecteert die grondwet. Maar de grondwet van landen als Cuba, Syrië en Rusland ziet er heel wat minder goed uit dan de grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden. Wij hebben, levend in een rechtsstaat, heel wat meer grondrechten. Dat is allesbehalve een vanzelfsprekende zaak, al beseffen we dat amper. Om de rechtsstaat veilig te stellen, opdat ons leven in het teken staat van geborgenheid, overheerst in de grondwet van het Koninkrijk Gods een geest van liefde en respect voor je medemens. Door de ander te ontzien, word je zelf ontzien. Door het leven van een ander veilig te stellen, kan je zelf veilig leven, krijgt Gods liefde gestalte onder mensen. Waar in de Geest van Gods geboden wordt geleefd, is God geliefd, woont God temidden van Zijn volk. Waar een mens gekweld wordt, wordt God ook geslagen. Waar een mens vermoord wordt, wordt God zelf in ons gedood. Rond God staat de liefde voor de naaste centraal, opdat God en mens, BEIDE, volledig tot hun recht komen, niemand schade wordt berokkend. Zo beseffen wij ook na Hemelvaart, dat als God regeert wij vroom en vrij mogen leven, dankzij de zegen van Zijn geboden.
Om het leven van zoveel mogelijk mensen veilig te stellen worden bepaalde geboden steeds weer herhaald. Blijkbaar gingen ze er niet vanzelf in als koek. Blijkbaar was en is het niet zo eenvoudig om volgens Gods heilzame voorschriften te leven. Niet voor niets hamert Johannes er steeds weer op welke belangen verwaarloosd worden waar mensen elkaar niet liefhebben. Niet voor niets is de belangrijkste boodschap van de kerk al eeuwenlang: ga in Gods naam liefdevol met elkaar om, want waar liefde ontbreekt, breekt de hel los, heeft geweld het voor het zeggen. Berg je dan maar!
Om ons voor het onheil, dat maar al te vaak in de wereld woedt en maar al te veel mensen treft, te behoeden, legt Gods ons Zijn richtlijnen voor een goed leven zo na aan het hart. Op allerlei manieren probeert Hij ons ervan te overtuigen dat het alleen langs DEZE weg tot een vreedzaam bestaan kan komen. In Exodus wordt Hij daarom heel concreet. Geen soft, wollig, ons ego strelend taalgebruik, maar feiten. Feiten die niet iedereen prettig in de oren klinken.
Geen valse geruchten verspreiden. Nou, daar kunnen ze op de beursvloer nog wat van leren. Geen klassenjustitie. Ik ben bang dat we daar, ook in Nederland, nog steeds niet van zijn verlost. Nog steeds krijgt wie een kraak zet een zwaardere straf dan wie een miljoen verduistert of wie aandeelhouders benadeelt. Onze lieve Heer neemt geen blad voor de mond. God stelt zich steeds weer kwetsbaar op, want zogenaamde nette mensen houden niet van kritiek op slim zaken doen.
Het recht van de armen onder ons wordt nog steeds gebogen waar het recht van de sterkste heerst en je ongestraft arme medemensen kan benadelen door te weinig belasting te betalen. Ik heb het akelige gevoel dat de criminaliteit zich, ook in Nederland, steeds meer in de zogenaamde betere kringen breed maakt, omdat de hebzucht geen grenzen kent. Dit terwijl God hier al paal en perk aan dergelijke praktijken probeert te stellen door de belangen te verdedigen van medemensen die het minder goed getroffen hebben in het leven en door corruptie aan de kaak te stellen. God probeert het kwade praktijken te voorkomen door mensen via het gebod je naaste lief te hebben verantwoordelijk te maken voor elkaar. Natuurlijk heeft een financieel onbezorgd leven zo zijn voordelen. Maar vaak geeft het niet die diepe voldoening waar het God om gaat. Haal je alleen maar alles uit het leven wanneer je er warmpjes bij zit of gaat het in het leven om diepere waarden? God laat nooit na ons aan het denken te zetten, omdat het Hem om meer dan het gewone gaat, om diepgang, om diep getroost zijn. God steekt altijd weer net even een spa dieper. DAAR ligt de schat in de akker. Niet aan de oppervlakte.
Verder doet God een beroep op onze eerlijkheid en hulpvaardigheid, knoopt Hij aan bij onze goede eigenschappen. Wees geen ezel, help een handje! Een medemens blij maken geeft je zoveel meer. God gaat altijd voor meer, voor een goede verstandhouding, voor voldoening. Daarom is een medemens Hem zoveel waard. Daarom is een goede rechtsorde Hem zoveel waard. Waar de rechtszekerheid ontbreekt staat een mens onbeschermd in het leven. Dat bezorgt je een akelig, benauwend gevoel. Dat wil God voorkomen. We moeten vrij kunnen ademen, de Geest kunnen inademen, ons het geloof te binnen kunnen zingen, leven op de adem van Zijn stem.
Het leven is pas goed als het een heilzame afwisseling kent van ontspanning en werk. Daarom klinkt hier opnieuw de oproep je aan de sjabbath te houden, jezelf rust te gunnen, op zondag dus wat anders te doen dan winkelen en zo anderen hun broodnodige rust ontnemen. Omdat het Hem om ons welzijn gaat, is het eerste en het laatste woord bij God sjabbath, rust,
ont-spanning, evenwicht, in balans blijven.
Ons wordt ook hier niets door God opgedrongen. Er wordt ons wel iets goeds voorgehouden: een goed leven. Hoeveel is dat ons waard? En hoeveel is ons een goed leven voor anderen waard? De kernzaken van het bestaan komen alleen rond God ter sprake, voor en na Hemelvaart. Amen.