Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

18 april 2010

Lezing uit de Thora: Exodus 16:14-20

Lezingen uit het Evangelie: Mattheüs 6:25-34 en Johannes 20:11-16

 

Telkens als de situatie hopeloos lijkt en het volk bang is dat men in de woestijn ten onder zal gaan, is er God zij dank uitkomst. Dankzij de Levende heeft de dood niet het laatste woord. Als wij ons zorgen maken, komt God aan onze behoeften tegemoet. In Zijn goedheid voorziet Hij zijn mensen van wat zij nodig hebben om te overleven: water en manna. Water, midden in de woestijn. Ongelooflijk! Elke dag opnieuw voldoende te eten, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld is. Gezien het immense hongerprobleem zouden wij beter moeten weten.

God gaat heel zorgzaam met ons om. Daarom geen onnodige overvloed, die alleen maar gezondheidsproblemen schept, maar dagelijks voldoende brood, genoeg om van te leven, genoeg om gezond te blijven, meer dan genoeg om God voor te danken. Geef ons vandaag het brood dat wij broodnodig hebben. Laat ons leven vanuit het besef dat wij afhankelijk zijn van U, telkens weer. Doe ons beseffen dat Uw goedheid mateloos groot is.

Elke dag is er het nodige voedsel, ten teken dat God zijn volk niet loslaat en ons rakelings langs de dood heen naar het leven leidt.

Pas wanneer wij leven op de adem van Zijn stem, pas wanneer wij het aandurven om te leven bij Zijn goedheid, vanuit een diep vertrouwen, komen wij tot het besef dat wij ten onrechte bezorgd zijn in het licht van Gods goedgunstigheid. Dat heilzame besef probeert Jezus, die in de woestijn niet ten onder ging, maar overeind bleef, op grond van zijn Godsvertrouwen, zijn geloof, ons bij te brengen. Onder de brandende zon lijk je geen schijn van kans te maken. Maar ook dan schenkt God ons oases om iets goeds van het leven te kunnen maken. Net als de Israëlieten vragen ook wij, wanneer wij geconfronteerd worden met Gods goedheid, ons verbaasd af: wat is dat? Niemand komt tekort en hebzucht wordt niet beloond. Over recht en gerechtigheid gesproken!

Dit is de gerechtigheid waarnaar wij zozeer verlangen. Een Godsgeschenk; alleen verkrijgbaar bij God. Het geheim van een onbezorgd leven, dat Gods Zoon ons voorleeft, is niet verkrijgbaar bij DE bank, zoals wij zo vaak denken, maar alleen dankzij God.

Alleen God stelt heilzaam paal en perk aan DE kwelgeest die ons slapeloze nachten bezorgt: bezorgdheid. Hij schept door middel van de tuin een heilzaam tegenwicht tegen de zorgen en de werkdruk die ons parten spelen. God zij dank kunnen wij ons ontspannen in de tuin. Dat wij daar meteen spanning creëren is ONZE fout.

Omdat wij iets willen zien, alleen beelden ons aanspreken, wijst Jezus ons op bloemen en vogels, opdat wij ons niet blindstaren op het belang van voedsel en kleren en het belang van dat alles overschatten.

Rond Jezus geen gehol naar winkels. Jezus laat zich niet gek maken door de mode. Toch gaat Hij altijd gekleed, zoals ook bloemen altijd overdekt zijn met een kleurig kleed waar geen modieus design tegenop kan. Bloemen laten ons iets zien van onbezorgd opgaan, blinken en verzinken en daarna opnieuw tot leven komen. Bloemen en vogels leven ons dat onbezorgde voor dat het leven ook kan zijn en God via manna en water schenkt in de woestijn van het leven. Jezus schenkt ons dat onbezorgde Zwitserlevengevoel opnieuw, door ons bewust te maken van de levenskunst van een onbezorgde wijze van leven. Geen getob, maar net als een kind vol vertrouwen onbezorgd door het leven gaan, omdat je beseft dat wij onder Gods hoede en zegen mogen leven. Wie uit dat vertrouwen leeft, laat zich niet klein krijgen door zorgen. Die weet: God zorgt voor ons; Hij neemt onze zorgen weg.
Bij Gods voorzienigheid leven is heel wat gezonder dan gebukt gaan onder zorgen. Bloemen piekeren niet over wat ons slapeloze nachten bezorgt. Misschien zijn zij daarom wel zo mooi. Vogels gaan darteler door het leven dan wij, omdat zij zich aan God toevertrouwen. Dat durven, die moed van het geloof, ontbreekt ons nogal eens. Dan wordt het leven zwaar. Dan kan je je niet dankbaar luchtig door het bestaan bewegen. Dan wordt het bestaan grijs en grauw, terwijl het onder Gods goede zon juist kleurig is.

Zonder bloemen en bomen verarmt het leven, zonder groen verkommert een stad als Weesp. Maar onder Gods zegen is het park overjarig goud van lof. 2010-04-18-3 Een God van licht, met een geluid van een weldadige, milde regen. In de tuin, niet ver van huis is het leven onder Gods zegen goed. Daarover zingen vogels. Daarom richten de bloemen hun kopjes op en bloeien zij uitbundig, tot eer van God en tot heil van ons mensen.

Onbezorgd leven schenkt een mens zoveel meer in het bestaan. Dat heeft Monet goed begrepen. Daarom had hij een huis met een tuin, om inspiratie op te doen en onbezorgd te genieten van schoonheid. Een huis met een tuin is niet toevallig het ideaal van velen. Dat heeft iets van de hof van Eden, van de verborgen hof, waar het lied klinkt, God ten lof.

De tuin als heilzaam tegenwicht tegen het onheil van de klimaatverandering. Het ideaal van het Koninkrijk, om heilzame grenzen te stellen aan onze bezorgdheid, paal en perk te stellen aan een heilloze hebzucht.
In de tuin bloeit het leven op, maar wordt de Gever van het leven niet herkend. Hoewel wij niet voor zijn goedheid openstaan, heft de hovenier onze zorgen op en neemt Hij ons bij de hand om ons naar een andere wijze van leven te leiden. Hij leidt ons de woestijn van zorgen en beton uit, opdat ook wij onbezorgd, met opgeheven hoofd leven, niet langer gebukt gaan onder lasten die te zwaar voor ons zijn en problemen die wij toch niet alleen kunnen oplossen.

De Opgestane geeft ons deel aan de rust van de tuin en aan de vreugde over het bestaan. Elke dag genoeg. Elke dag rust i.p.v. onrust. Elke dag een gezegende dag, door dichtbij de Heer, geplant aan waterstromen te leven.

Amen.