Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

2 april 2017

Tekst: Johannes 8: 46-59

Gemeente van Jezus Christus,

Bij sommige belangrijke gebeurtenissen weten we vaak nog wat er werd gezegd.
En bekende personen staan vaak ook bekend om hun gevleugelde uitspraken.
Denk bijvoorbeeld aan de woorden van Martin Luther King:
‘I have a dream’.
En ik herinner me nog de woorden van koningin Maxima toen ze net verloofd was met koning Willem-Alexander. Ze gaven samen een interview op tv. Koningin Maxima zei toen over een blunder van haar aanstaande man: hij was een beetje dom.

Weet u nog wat jullie tegen elkaar zeiden toen het huwelijksaanzoek kwam?
Als je een sterke band met elkaar hebt, dan herinner je de woorden van die ander beter. Je kent zijn manier van praten, zijn woordkeus.
En je voelt de beweegredenen vaak goed aan.

In Johannes 8 lijken de Joden bij de Here Jezus niet in te zien wie Hij is
en wat Hij bedoelt.
Ze hebben eerder al enige wondertekenen van Hem gezien. Bijvoorbeeld de vele genezingen en de wonderlijke vermenigvuldiging van de 5 broden en 2 vissen.
Maar zelfs die waren niet voldoende om deze groep Joden te overtuigen.
Hun ogen raken niet verzadigd van het zien, hun oren worden niet vervuld van het horen.

Wat waren die Joden hardleers. Oftewel, ze zijn een beetje dom!
Voor ons is het achteraf natuurlijk makkelijk praten.
Maar stel dat u Jezus straks op straat tegenkomt.
Vermomd als een tuinman en Hij zegt tegen u:
‘Als u mijn woord bewaart zal u de dood nooit zien.’
Wie van ons zal onmiddellijk deze woorden begrijpen?
Of gelijk aannemen?
Waarschijnlijk zullen wij ook heel sceptisch reageren, of snel doorlopen.

Gods woord bewaren, ons hart ervoor open stellen. Dat is niet eenvoudig.
We leven in een kennismaatschappij. Zomaar iets aannemen van iemand, dat stuit op weerstand. Want wie garandeert ons dat het waar is, dat het klopt?
Er wordt immers zoveel beweerd.
Als we de geluiden buiten de kerk moeten geloven, klopt er weinig van het christelijk geloof. Men wilt bewijs zien, het wetenschappelijk kunnen verklaren.

Tegelijk zijn er ook christelijke wetenschappers die voluit geloven in God.
Het christelijk geloof hoeft niet tegenover de wetenschap te staan.
Want juist de wetenschap laat zien hoe weinig wij nog weten over de schepping.
Neem bijvoorbeeld het heelal, al die planeten en sterren.
Astronauten zeggen vaak hoe ontroerd ze zijn als zij vanuit het heelal naar die kwetsbare Aarde kijken, zo hangend in de ruimte. Op precies de juiste afstand van de zon.

Geloof is ook vertrouwen en aanvaarden dat we niet alles logisch kunnen verklaren.
Tegenwoordig wordt in de media gesproken over ‘nepnieuws’ en ‘alternatieve feiten’.
Die klinken ons bekend in de oren. Die horen we ongevraagd.
Maar het woord van God?
Johannes heeft het wel vaker over het Woord.
Hij begint zelfs ermee, als hij schrijft in het Johannes evangelie:
In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het lichtvoor de mensen

Dit woord van God heeft zijn oerbron bij de Eeuwige.
Door dit woord ontstond al het leven, het licht voor ons.
Om dit te begrijpen heb je Gods Geest nodig.
De Geest die je verstand verlicht met kennis van boven. Dat is geen eenmalige verlichting.
We hebben voortdurend de Geest nodig. We hebben voortdurend het woord nodig.
Het woord moet bewaard blijven in ons hart.
In het Engels heeft men het over: ‘learn by heart’.
Je onthoudt het beste als de informatie diep in je zit.

Als volgeling van Jezus leven we niet van brood alleen.
We leven ook van elk woord dat uit de mond van God komt.
En ja, dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
De Joden in Johannes 8 begrijpen de woorden niet.
Hun hart is niet toegankelijk voor Gods Geest.
Zo dichtbij de Christus, God in mensengedaante, en dan toch niet ervoor open staan.
Wat een enorm gemiste kans, met gevolgen tot in de eeuwigheid.

Het kan zomaar ook ons overkomen.
Van die momenten dat de twijfels in je naar boven komen.
Als terugkerend onkruid dat opschiet in je zorgvuldig onderhouden tuin.
Je hart blijft gesloten, de woorden uit de Bijbel zeggen je weinig meer.
Het Woord was in de wereld,
de wereld is door hem ontstaan
en toch kende de wereld hem niet.
Soms kun je het gevoel krijgen dat je God toch niet kent.
God is onkenbaar, verzuchten velen in de geschiedenis.
Het mysterie is te groot, te diep om het te bevatten.
Achter elk antwoord, rijst een nieuwe vraag.
Zelfs profeten ontkomen niet aan de eindigheid van het leven, van het weten.

Maar begin dan eens bij de mens Jezus. Jezus de Mensenzoon.
Hij kiest de kant van een lijdende mens.
Jezus liep langs de rafelranden van de samenleving, toen.
En ook nu zal Hij de rafelranden in de samenleving niet ontlopen.
Hij is juist daar te vinden, waar duisternis is.
Daar schijnt Zijn licht het sterkst. De stralen van liefde maken barsten in het harnas.
De vluchtelingen, de ontheemden, de eenzamen, de zieken, de gebrokene.
Zij dorsten naar het licht dat leven geeft. Het licht dat duisternis en dood verdrijft.

Om het woord van hoop te geven. Om gerechtigheid te brengen voor de zwakken.
Om een stem te geven aan hen die niemand hoort.
Waarom? Omdat zij niemand anders hebben.
Omdat zij te zwak zijn om voor zichzelf op te komen.
Jezus heeft u en jou geroepen.
Zijn Kerk geroepen om achter Hem aan, hoop en nieuw leven te brengen.

Wat Jezus van u vraagt is wat Hij reeds zelf heeft voorgedaan.
Je hoeft Hem slechts te volgen.
Slechts Zijn woord te bewaren in je hart.
Jezus zelf bewaarde het woord dat van God de Vader komt.
Wat Hij van jou vraagt, is wat Hij zelf ook heeft gedaan.
Hij zegt de Joden: ‘Maar ik ken Hem wel, en ik bewaar Zijn woord’.

Zoals Jezus God Zijn Vader kent, zo wil Hij dat wij Hem kennen.
Hem kennen om Zijn woorden en om Zijn daden.
Zoals de werken van God kenbaar zijn in de geslachten van het volk Israël.
Toen ze door de zee gingen. Toen God met hun was, op de vlucht voor de Farao.
De werken van barmhartigheid en gerechtigheid.
Dat heeft God laten zien vanaf het begin. Door Mozes en later door Jezus de Christus.

Het vleesgeworden woord van God. Christus die Zijn lichaam gaf als offer.
Want het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond,
vol van goedheid en waarheid,
en wij hebben zijn grootheid gezien,
de grootheid van de enige Zoon van de Vader.

Voordat Abraham er was, bestond Christus al. Jezus, de Alpha en de Omega.
Zijn woord is eeuwig, voorbij de dood.
Bewaar het in je hart.
Leef en handel vanuit dit woord.