Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

3 september 2017

Jezus reist rond in het Noorden van het heilige land. Eerst naar Tyrus, aan de kust. Dan naar Sidon. En dan het gebied van de Dekapolis, de tien steden. Allemaal in de buurt van het huidige Libanon en Jordanië. Het buitengebied. Buiten Israël. Daar waar de andere mensen wonen. Je weet wel, de mensen die niet in onze God geloven. De vraag is: heeft onze God ook iets met die mensen te maken?

32 Ze brengen bij Jezus iemand die doof is, en ook moeilijk spreekt. En roepen Jezus er bij en vragen hem om deze man de hand op te leggen. Daar in dat buitengebied brengen ze iemand bij Jezus. Een dove. Iemand die gebrekkig spreekt. Iemand die dus niet kan communiceren. Dat is letterlijk in verbinding staan. Geen contact met anderen….
Communicatie = begint bij praten en luisteren, maar is vooral in verbinding staan.

Hij wordt gebracht door anderen. Hij kan of durft zelf niet. Weet misschien niet. Anderen helpen hem. Hier zien we de mensen om hem heen actief. Mantelzorgers, zoals we ze vandaag de dag noemen.

De mensen roepen Jezus erbij. Er wordt een beroep op hem gedaan. En ze smeken Jezus om de man de hand op te leggen. Opleggen van de hand is een geweldig symbolisch middel om nabijheid en ondersteuning uit te drukken. Opleggen is nog meer dan het belangrijke aanraken en contact. Er-op-leggen. Net alsof je je Geest, je ziek, je energie, een belofte, wilt overdragen.
De vrienden smeken Jezus dit te doen. Jezus, toe, leg uw hand, leg jouw hand op deze man.

Jezus doet dat. OK. Hij gaat er op in. Maar wat doet hij eerst? Hij neemt deze man apart. Hij haalt hem uit de groep. Wat betekent dat? In de groep, in zijn omgeving, kon deze man niet horen, niet luisteren en moeilijk spreken. Soms kun je in je familie, op je werk, in je groep je draai niet vinden.

Degenen die te kampen hebben met gehoorverlies weten hoe ingrijpend dit is voor sociale contacten: niet goed meer kunnen functioneren in gezelschap, alle geluid dat als een brei naar binnen komt zonder dat je nog iets kun onderscheiden, grapjes niet goed meer kunnen horen, en die daar lachen en ik versta ze niet.

Hebben ze het soms over mij? Sommigen worden achterdochtig, anderen mijden gezelschappen, maar hoe dan ook de communicatie is goed verstoord. Doof.. Doof zijn.

Jezus neemt hem apart. Jij bent speciaal. Ik ben er voor jou. Ik leg mijn hand op jou. Als je iemand apart aandacht geeft, gaat het beter met deze persoon.

In mijn werk als ziekenhuispredikant maak ik het geregeld mee. Mensen die zeggen: kunnen we even apart zitten. Even samen praten. Veel mensen ervaren dat als een weldaad op een zaal waar soms weinig ruimte is voor privacy. Soms vraag ik dat. Soms vraagt de patiënt het zelf. Soms de buur, die tussen komt: ik ga wel even een blokje om, kunnen jullie even samen apart praten. Hij snapte wat zijn buurvrouw nodig had.

Jezus zijn aanpak is een intense en intieme manier om deze dove mens te bereiken en hem uit zijn isolement te halen.

Jezus steekt bij de deze genezing ook de handen uit de mouwen. Hij stroopt de mouwen op. Hij zegt niet veel. Hij doet. Actie. Hij steekt zijn vingers in zijn oren en raakt met speeksel zijn tong aan.

Hij raakt zijn oren aan met zijn vingers. De meest kwetsbare plek durft Jezus aan te raken. Zo prikt hij als het ware zijn oren door. Hij prikt de doofheid door en laat de ander delen, via het spuug op zijn handen, in de kracht van zijn eigen gezonde tong. Het lijkt allemaal een beetje magisch. Maar God zelf deed het toch ook zo in het begin. God maakt de mens uit het stof der aarde en blaast er lucht, zijn adem, zin geest, in. Hij bezielt de mens. Jezus zelf en deze dove man zijn beide ook mensen, schepsels uit diezelfde aarde zijn, de een niet minder dan de ander

Hij slaat zijn blik op naar de hemel, zucht diep en zegt tegen de man: ‘Effata!’, wat betekent: ‘Ga open!’Daarom kijkt Jezus omhoog. Met de blik op de hemel zegt hij Effata. Ga open!

Dit is schepping. Dit zijn nieuwmakende gebaren. Een nieuw begin. Een keerpunt. De dove verstaat, zijn isolement is doorbroken. Hij durft te spreken en hij spreekt zinvolle taal.

Jezus weet de dingen zo te zeggen dat de zaken die vast lijken te liggen en dichtgespijkerd zijn, plotseling beginnen open te gaan. Wat eerst een gesloten deur leek wordt ineens een uitnodiging. Een oor gaat open en luistert naar de stem van de naaste. Een oog gaat open om te zien wie naast je staat. Een vuist …wordt een open hand.
Open je uit je schil, uit je pantser. Uit je eigen gesloten zelf. Open je naar je omgeving, naar buiten, naar je naasten, naar je buurman en buurvrouw. Open je naar je eigen diepste verlangen en ziel. Open je naar God.
Zo laat Jezus hier iets zien van een nieuwe schepping. Daarom klinkt het net als in Genesis 1: God zag dat het goed was. De mensen reageren: ‘Alles wat hij doet is goed: zelfs doven laat hij horen en stommen laat hij spreken.’
Alles wat hij doet is goed. Het is tof. Het is oké. Het is goed zoals in den beginne. De mensen zien het en spreken er over.

Ook worden nu de oude woorden van de profeet Jesaja ineens werkelijkheid. “De doven doet hij horen en de stommen spreken’. Dat is het heil van de verlosten van de Sion. Daar worden dezelfde woorden gebruikt. Die Messiaanse verwachting, dat gebeurt hier nu werkelijk.

Wij merken ook veel doofheid en weten ook vaak niet hoe en wat we moeten zeggen. Wat moet je er van zeggen? Ook wij denken misschien wel eens: hoe komt het? Ook wij zouden graag willen dat we wel echt kunnen communiceren. In contact staan met anderen. Open staan.

Zijn wij niet eigenlijk allemaal een beetje doof-stom? Wij praten veel, maar hebben wij er ook oor voor hoe weinig we tegen elkaar zeggen, echt zeggen en echt verstaan.

Zijn wij vaak niet doof voor wie werkelijk hulp nodig hebben? Alle mensen de schreeuwen om een zinvol bestaan. De mensen die …………….
Horen wij hun verhaal? Horen wij hun roep op hulp?
En wat zou het fijn zijn als wij dan mogen merken dat anderen meedenken. Ons als mantelzorgers dragen naar herstel en zorg, dragen naar Jezus. Ons duwen in een rolstoel. Ons dragen in het gebed. Aan ons denken, met ons betrokken zijn.

Wat zagen we afgelopen week bijzondere contrasten. Enerzijds de ramp, de klimaat problemen, de plunderingen, de ravage van de vloed, Maar ook mooie voorbeelden van hoe mensen elkaar echt helpen bij de overstromingen na de orkaan Harvey in Houston, Texas.
Mensen die elkaar zien als medemens, echte verbinding maken. Maar zijn wij ook verbonden met al die mensen in India, Nepal en Bangladesh? Of doof… onzichtbaar

En/en. Gebied van de dood. Letterlijke verwoesting en ravage. Maar ook de tekenen van het Koninkrijk, van het werkelijke leven, zullen nooit opgehouden. Het kwaad, heeft nooit het laatste woord.

Dat geloofden Jesaja en Jezus. Mogen al die hulpverleners, mogen wij in ons eigen leven, daaruit moed putten.

Om Jezus wil. Amen.