Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

21 februari 2016

Lezing uit de Thora: Exodus 34:27-35
Evangelielezing: Lukas 9:28-36
Epistellezing: Hebreeën 6:13-20

Mozes en Jezus leven beiden dichtbij God. Dat maakt hun levensweg er niet eenvoudiger op, want beiden zijn onbegrepen en daardoor eenzame leiders en zieners. Maar ja, hoe vaak worden echte leiders en zieners WEL begrepen? Beide zieners kijken als profeten veel verder dan de werkelijkheid waarop velen om hen heen zich blindstaren. Beiden zien en ervaren iets wat voor velen een gesloten boek blijft. Maar juist dat zien, soms, even, dat zij mogen ervaren, geeft hun de moed van het geloof en de nodige kracht om door te gaan op de ingeslagen weg, ondanks onbegrip, ondanks tegenwerking, ondanks de eenzaamheid van hun positie. Beiden worden herhaaldelijk op de proef gesteld. Beiden weten daarom hoe zwaar die weg vol beproevingen van veertig dagen en veertig nachten is die Elia en andere profeten ook zijn gegaan. Beiden lijden aan het leven en ontsluiten, misschien wel juist daardoor, het leven voor velen. Beiden gaan de weg van Gods geboden en leven uit een hechte band met God, die met hen een verbond heeft gesloten dat echt niet alleen goede en mooie kanten heeft. Maar juist omdat zij beiden zo dichtbij God leven, stralen zij op bijzondere momenten in hun leven iets uit. Ook dat is iets wat maar weinig mensen hen nadoen.
Hun uitzonderlijke positie schept een hechte betrokkenheid bij het lot van medemensen, maar ook van tijd tot tijd afstand, omdat medemensen die bijzondere momenten in het leven van Mozes en Jezus niet kunnen volgen. Het kwalitatieve onderscheid tussen de gewone man en uitzonderlijke Godsgezanten als Mozes en Jezus is immers te groot om naast deze ambassadeurs van de Eeuwige geloofd zij Hij te kunnen staan.
Zowel Mozes als Jezus betrekken de mensen die aan hun goede zorgen zijn toevertrouwd zoveel mogelijk op de God van Israël door hun medemensen op de unieke waarde van Gods richtlijnen voor een goed leven voor alle mensen te wijzen en hun medemensen die unieke wijze van leven voor te leven. Het ‘doe dit en U zult leven’ stralen zij voortdurend uit. Maar of zij gehoor vinden voor hun unieke boodschap, is een ander, minder fraai hoofdstuk.
Wanneer Mozes en Jezus in contact staan met God vallen alle scheidingslijnen met de Eeuwige weg, waardoor Gods goedheid en heerlijkheid op hen afstraalt. Maar wanneer Mozes en Jezus in contact komen met omstanders is er sprake van een kloof, een bedekking, een glaswand, die de essentie van hun wezen voor velen verborgen houdt. Zo blijft er afstand bestaan tussen Gods geheimenissen enerzijds en een gebroken, beperkte werkelijkheid anderzijds.
Stralende mensen zijn bijzondere mensen, die een geheim met zich meedragen. Aäron heeft het bijzondere van de opdracht, die zijn broer Mozes in zijn leven moest vervullen, niet begrepen. De twee broers blijven vreemden voor elkaar in plaats van elkaar aan te vullen. De discipelen die Jezus’ verheerlijking op de berg mogen meemaken hebben hun Heer ook niet begrepen. Ook zij laten deze Godsgezant op beslissende momenten in de steek, waardoor Mozes en Jezus er op beslissende momenten in hun leven helemaal alleen voor staan. Eenzame, onbegrepen voortrekkers, die blijkbaar te ver vóór de muziek uit lopen. Het onderscheid tussen de hogepriester en de andere priesters, laat staan tussen de hogepriester en het gewone volk blijkt steeds weer groot te zijn, voor de meeste mensen te groot. Arme Mozes, arme Jezus.
De via dolorosa is als diep eenzame weg een exponent van een heel leven vol eenzaamheid. Mozes en Jezus houden dat isolement vol. Wie doet hen dat na? Dat zijn er maar weinigen. Maar dat zijn dan ook stuk voor stuk bijzondere mensen, die alleen maar bewondering oproepen, als je tenminste oog voor hen hebt gekregen. Is oog voor zulke mensen krijgen, net even meer zien dan het gewone, ook geen genadegave van God, net als wat Mozes en Jezus op grote hoogte, op een berg ervaren?
Gods grootheid uitstralen als teken van hoop en bemoediging, dat er meer is dan het gewone, laag bij de grondse gedoetje, meer is dan lijden aan het leven, meer is dan de dood. Mozes en Jezus sterven beide een wel heel bijzondere dood. Ook dan zijn zij uitzonderingen.
Wij volgen deze grootheden, op een zekere afstand, vol verwondering. Petrus, Johannes en Jakobus zullen niet minder verbaasd zijn geweest. Kan je die verbazing ergens anders ervaren dan op het terrein van het geloof? Is die verwondering niet juist een uniek aspect van het geloof? Een uniek geheim, dat men nergens elders kan vinden. Hemelse luister in plaats van aards geweld en platvloerse miskenning. Een niet vast te houden ervaring: zien, soms, even. Dat alles vind je alleen rond Jezus, alleen rond God, nergens anders. Kan je daar wel met anderen over spreken? De kans dat zij je niet begrijpen is immers groot. Logisch dat Petrus, Johannes en Jakobus over die unieke ervaring vooral bedremmeld zwijgen.
Stralende mensen als teken van hoop dat er meer is tussen hemel en aarde, meer is dan wat ons bedrukt, pijnigt, kwelt. Hoop, gevoed door gebed en Godsvertrouwen. Hoop die over grenzen heen reikt, grenzen doorbreekt, zodat opeens meer dan het gewone zichtbaar wordt. Leven zonder hoop wordt in de Bijbel geschetst als onmogelijk, leven met perspectief als de enige weg naar de toekomst, naar Gods geheel eigen toekomst. Aan die hoopvolle weg worden wij herinnerd met behulp van een unieke ervaring, opdat wij het, in tegenstelling tot Petrus, Johannes en Jakobus, ook op moeilijke momenten in ons leven met God BLIJVEN volhouden. Want waar moet je het anders zoeken dan bij God alleen? Amen.