Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

4 december 2016

Gemeente van Jezus Christus,

In een tijd lang lang geleden, toen er nog
geen auto’s waren, en mensen nog met
de hand de koeien molken,
werd er ergens in een dorpje in het verre noorden van nederland
een boer vermoord tijdens het werken.

Er waren geen getuigen en de dader bleef onvindbaar.
Het verhaal ging rond in het dorp
dat dit alles tijdens het melken was gebeurd, en omdat
de dader nog niet gepakt was,
werden de mensen bang.
De kinderen, die in die tijd meehielpen met het werk
op de boerderij,
durfden niet meer zo goed in hun eentje de koeien te melken.
Ze raffelden het melken af, en zo raakten de koeien
geirriteerd.

Na een tijdje werden de kinderen wat ouder,
maar de dader was nog steeds niet gepakt,
en het verhaal veranderde mee.
Nu deed het gerucht de ronde dat het niet tijdens het
melken was gebeurd, maar tijdens het eieren rapen.
En dus werd een nieuwe generatie kinderen
bang van het idee alleen in het hoenderhok te moeten zijn.
Wanneer ze de eieren moesten rapen,
deden ze dat haastig, terwijl ze steeds over hun schouder
keken of er niemand achter hen aan kwam.
Daardoor trapten ze de eieren kapot, en moest het
dorp het lange tijd met een magere eieren oogst doen.

Het verhaal van de moordenaar van de boer
bleef nog lange tijd in het dorp rondhangen.
Steeds veranderde de plek van het misdrijf,
en elke nieuwe generatie kinderen had weer zijn
eigen angsten om waar de dader zou toeslaan.
Uiteindelijk was het na enkele deccenia duidelijk
dat de dader nooit meer zou worden gepakt,
en ook zou de dader tegen die tijd
zo oud zijn geweest dat de kinderen hem er gemakkelijk
uit hadden kunnen rennen.

Ik vertel dit verhaal
om aan te geven hoe veel kracht verhalen kunnen hebben.
Ze kruipen gemakkelijk onder de huid en gaan in ons DNA zitten.
Zo dragen we verhalen met ons mee en geven ze door
aan volgende generaties.

Er zijn allerlei soorten verhalen.
Sommige verhalen maken bang, doen ons achterom kijken en
maken ons schichtig.
Dat zijn verhalen zoals uit dat kleine dorp.
Maar er zijn nog veel meer plekken waar dit soort verhalen klinken.
In de politiek bijvoorbeeld, en ook op straat.

Er zijn ook verhalen, die moed geven,
die hoop geven. Verhalen waardoor je, als je er naar luistert,
weer verder kan.
Alsof je even opgeladen bent.
En je je extra krachtig voelt daarna.

Ik wil u vragen om na te denken welke verhalen u
allemaal hoort. Via de televisie,
via het internet, via bekenden.
En wat zijn dat voor verhalen?
Verhalen die bang maken of licht maken?

En wat voor soort verhalen horen we eigenlijk in de kerk?

Vandaag is het tweede advent.
Een tijd waarin we vieren dat we steeds dichter bij het licht komen.
Daarvoor steken we ook letterlijk elke week meer kaarsen aan.
En vandaag horen daar verhalen bij van visioenen.
Dat het goed komt.
Dat er een tijd komt van gerechtigheid.
Dat zelfs een wolf zich zou kunnen neerleggen naast een lam.
Een panter zich bij een bokje zou neer kunnen vlijen.
En we horen een profeet.

Johannes de Doper schreeuwt vanuit de woestijn
dat er iemand zal komen
die alles goed zal maken.
Maar hij is ook scherp, met name naar de religieuze leiders
van die tijd:
wacht maar, zegt Johannes, diegene die komt zal
oordelen en jullie zullen het oordeel voelen.
Wacht maar, voordat je je al te gemakkelijk een zoon van Abraham
noemt, alsof je jezelf daarmee al van te voren veilig hebt gesteld.
Breng eerst maar eens goede vruchten voort.
Pittige woorden, die misschien iets zeggen over
de frustraties en de verschillende interpretaties binnen
het jodendom over de teksten van tenach,
en de verschillende aanzetten hier en daar tot samenwerking
met de romeinse onderdrukkers.

Johannes schreeuwt om gerechtigheid,
zoals ook dat visioen uit jesaja dat is.
Het is een schreeuw die van alle tijden is
en die ook vandaag klinkt.
Gerechtigheid, eerlijke verdeling.
Rondom die schreeuw klinken, opnieuw,
verhalen.
Sommige verhalen proberen ergens de schuld neer te leggen.
Het komt allemaal door…., vul maar in: de moslims, de vluchtelingen.
Ook dit is een bekend verhalen-patroon, een patroon als ik dit nog even mag noemen dat met name
heel populair was zo’n 75 jaar geleden.

Als kerk, als christenen, is het onze plicht om
te kijken met welk verhaal wij willen leven.
En welk verhaal wij willen doorvertellen.

Volgen wij niet het verhaal van Jezus?
Die zijn discipelen verbood mensen naar huis te sturen,
toen de avond viel en iedereen aan de oever van het meer,
dorstig naar woorden, nog moest eten.
Die de discipelen verbood de kinderen weg te houden van zijn onderwijs,
omdat het koninkrijk is voor wie opnieuw kan zijn als een kind,
Die het wettisisme van de machthebbers aan de kaak stelde
omdat het voorbij de liefde voor mensen ging.
Die mensen genas en aren raapte op de sabbat, om uit te leggen
dat regels er niet zijn voor de regels zelf.

Wij zijn verhalende wezens.
Luister goed naar welke verhalen er worden verteld.
Wij hebben daarin een verantwoordelijkheid.
Gewoon jezelf Christen te noemen,
en dat genoeg vinden,
is hetzelfde als de farizeeen en saduceeen die zichzelf
zonen van Abraham noemen en verwachten dat daarmee alles is gezegd..

De meeste verhalen gaan onbewust onder onze huid zitten
er zijn verhalen die ons angst aanjagen
er zijn verhalen die licht geven
welk verhaal willen wij doorvertellen?
Als mens
als christen
als kerk

Amen