Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

26 februari 2017

Gemeente van de Heer,

Al sinds de eerste complete Bijbelvertaling in het Nederlands verscheen, dat was de Statenvertaling en dan hebben we het toch over 1637, eeuwen lang dus hebben we in Matteüs 5 gelezen: Gij hebt gehoord dat er gezegd is …. maar Ik zeg u! Of: Gij hebt gehoord dat tegen de ouden gezegd is…..maar… Eeuwenlang hebben we gehoord dat het in het evangelie vandaag gaat om een tegenstelling, een antithese tussen Jezus en de andere Joden. En natuurlijk kwamen de Joden er slecht van af. Maar soms verandert er iets. Want met onze Nieuwe Bijbelvertaling lezen we: Jullie hebben gehoord dat gezegd werd …. EN .. als een bevestiging of intensivering vervolgt Jezus ….. EN ik zeg jullie…

Hoe kan het ook anders. Een oog voor een oog en een tand voor een tand, dat is een regel voor een financiële schadeloosstelling. Het is natuurlijk nooit de bedoeling geweest om iemand als straf een oog uit te steken of de tanden uit de mond te slaan. Soms afwijzend, soms instemmende maar heel vaak radicaal mengt de rabbi uit Nazareth zich in het gesprek over de geboden van God. En dat waren belangrijke vragen. Een romeinse soldaat had het recht om jou te dwingen zijn wapenrusting te dragen. Maar wat gebeurt er in het hoofd van die soldaat, wat doe jij met je tegenstander, wanneer jij na één mijl zegt: ach kom op joh, ik loop nog wel zo’n stukkie met je mee. Goeie kans dat die romein opeens een méns ziet en geen vijand. Of wat gebeurt er met jouw vijand die jou op de rechterwang slaat? De rechterwang? Ja, laten we aannemen dat ook 2000 jaar geleden de meeste mensen rechtshandig waren. Dan kun je iemand alleen op de rechterwang slaan met de rug van je hand. Het is dit…minachting. Wat gebeurt er in het hoofd of zelfs in het hart van iemand die jou minacht wanneer je hem ook je andere wang toekeert? Over weerbaarheid en geweldloosheid, over hoe je ontwapenend kunt leven.

De vraag is natuurlijk of die arme Hebreeër uit het Exodus-verhaal zelfs maar de kans heeft gehad om geweldloos weerbaar te zijn toen de Egyptenaar hem sloeg. De andere wang toekeren? Mág je dat wel vragen van een slaaf die dag in dag uit wordt onderdrukt? Wiens leven geen enkel moment veilig is? Dat hij, wanneer hij in elkaar wordt geslagen, dan de andere wang toekeert? Mozes dacht daar blijkbaar toch wat anders over. We lezen in Exodus 2 dat Mozes, toen hij groot geworden was, naar zijn broeders ging en hij zág hun dwangarbeid. We horen alleen die simpele mededeling. Geen woord over wat daaraan vooraf ging. Hoe komt Mozes ertoe om een schitterende carrière aan het hof van Farao weg te gooien? Wat bezielt die man die als prins leeft aan het hof van de koning, wat bezielt Mozes om het lot te delen van mensen die hij niet eens kent? Voor hem zijn het niet meer geweest dan een stelletje armoedzaaiers. Een vlieg op de wand die je met de rug van je hand wegslaat. Hoe het allemaal gekomen is? We weten het niet. Er staat alleen die simpele mededeling dat Mozes kwam en zag. Hij ZAG.

En wat ziet Mozes? Voor jou als Egyptenaar is het toch heel gewoon dat een Egyptenaar een Hebreeër slaat. Maar de wijzen van Israël leren ons dat we moeten verstaan dat Mozes niet alleen zijn ogen richtte maar ook zijn hart richtte op de Hebreeën en daarom in hun moeiten ging delen. Zien doen je het beste met de ogen van je hart. En dát is het moment dat de Egyptenaar Mozes in de Hebreeër Mozes verandert. Het moment van de solidariteit. Zien met het hart.

OK. Maar wat zag Mozes dan? Wel, hij zag hoe een Egyptenaar een Hebreeër sloeg. Maar Mozes toch. Ook al zie je met de ogen van je hart, wanneer er iemand wordt geslagen, dan bega je daar toch geen moord voor? Ja, maar in andere teksten betekent dit woordje slaan DOODslaan. De Egyptenaar sloeg de Hebreeër dóód. En iedereen is verplicht om het slachtoffer van een aanslag te redden, ook al kost dat het leven van degene die de aanslag pleegt.

Dat zag Mozes. Hij zag de dwangarbeid. Hij zag dat het uitliep op moord en doodslag. Altijd weer eindigt onderdrukking in dood en geweld. En Mozes zag. Er staat hij keek alle kanten op. En hij zag dat er niemand was. Het spijt me voor de dames maar er staat letterlijk dat er geen man was. Iedereen is er aan gewend dat de onderdrukkers moorden en doodslaan. Wie durft nog op te staan en tegen het onrecht te protesteren? Maar Mozes zag en er was niemand om zijn stem tegen het onrecht te verheffen. Hij zag dat er onder de Egyptenaren niemand was om de onderdrukker aan te klagen en voor het gerecht te brengen. En Mozes zag dat er onder zijn broeders niemand was die nog durfde opstaan en de rug te rechten. Hoort u hoe belangrijk het woordje zien is in dit verhaal? Mozes ziet de onderdrukking, hij ziet het moorden en doodslaan, hij ziet naar alle kanten en hij ziet dat er geen hulp is. En dan doodt hij de Egyptenaar.

Nu hebben de wijzen van Israël ontzettend veel over dit verhaal moeten nadenken. Hoe het toch mogelijk is dat Mozes, de man die straks de wet van God zal ontvangen, zijn carrière begint met een moord? Hoe is het mogelijk dat het meteen daarna weer mis is. Een volgende dag en ZIE, weer dat woordje zien…. Zie twee Hebreeën zijn aan het vechten. En dan blijkt dat de zaak met die Egyptenaar bekend is geworden en Mozes vlucht. Een vreemdeling zal hij zijn. Voor zijn broeders en zusters is hij een Egyptenaar. En voor de Egyptenaren is hij een Hebreeër geworden. De enige die hem aan de aarde bindt is een vrouw Zippora, vogeltje. Maar zijn zoon heet Gershom. Vreemdeling. Want hij zei : ik ben een vreemdeling op aarde.

Nee, het verhaal was tragisch afgelopen wanneer er niet nog eenmaal het woordje zien had gestaan. Want in die tijd stierf de koning van Egypte en het hulpgeroep van de Israëlieten steeg tot God. En God zag… en Hij wist. Ik denk dat God niet anders kan zien dan met de ogen van zijn hart. En God wist. Want in het hart van God wordt veel geweten. Hij weet van de eenzaamheid van zijn kinderen. Zijn hart kent ons. Wij die vreemdelingen zijn in een vreemd land. Om ons heen ziende of er recht is. Aanklagende de onderdrukking. En er is niemand die nog man durft te zijn, zelfs geen vrouw. En God ziet en Hij weet. Zo eindigt ons verhaal. En vanaf het moment dat God ziet en weet, vanaf dat moment van goddelijke solidariteit, vanaf dat moment gaat het Exodusverhaal op Pasen aan. De uittocht gaat beginnen.

Daar eindigt ons verhaal van vandaag. Maar nog niet het verhaal van Mozes zelf. Hij heeft een mens gedood. Hoe moet dat? En helemaal aan het einde van zijn leven, dan buigt zijn levensverhaal terug naar dit begin. Aan het einde van zijn leven staat Mozes op de berg Nebo. De uittocht is geweest en het beloofde land is in zicht. Maar Mozes zal er niet in binnen gaan. Hij zal hier sterven. En dan, zo vertelt de legende doorverteld door Elie Wiesel, op de Nebo roept Mozes God ter verant-woording. Waarom, God, mogen alle Israëlieten binnen gaan in het beloofde land en waarom moet ik sterven? Waarom?

En God zei: Mozes, waarom jij niet? Wie ben jij? En Mozes zei: Ik ben de zoon van Amram, de zoon van Yitzchar, de zoon van Levi, de zoon van Jakob, de zoon van Izaak de zoon van Abraham …. En Mozes noemde al zijn voorvaderen op tot aan Adam toe. O, zei God, waar zijn die dan allemaal gebleven? En Mozes moet toegeven dat zij allemaal gestorven zijn. Maar, Heer van het Al, dat is toch niet zo verwonder¬lijk. Want zij hebben allemaal gezondigd. Adam stal en at van de appel wat U had verboden. Maar over mij, Mozes, staat geschreven in Numeri 12: 7 dat ik met U spreek van mond tot mond. En Noach dan, zei God? Noach? Noach? Riep Mozes uit. Noach heeft geen ogenblik gebeden voor de redding van de mensheid toen die verdronk. Maar van mij, Mozes, staat geschreven in Exodus 32 dat ik bij U heb gesmeekt om vergeving voor het volk dat danste om het gouden kalf. En Abraham dan, zei God, is die dan niet gestorven? Abraham? Abraham? Uit Abraham is niet alleen Izaäk voortgekomen maar evengoed Ismaël en diens zonen zullen al uw kinderen doen omkomen. Toen dacht God even na en Hij zei: Mozes, heb ik jou soms de opdracht gegeven om de Egyptenaar dood te slaan? En Mozes zweeg. Aan het einde van zijn leven komt de dood van de Egyptenaar Mozes duur te staan. Ook Mozes sterft en zijn graf wordt niet gevonden tot op de huidige dag.

Komende woensdag is het Aswoensdag. Dan beginnen de veertig dagen. We zullen van Jezus zelf leren wat het betekent om niet één mijl extra maar om tot het uiterste, om de hele weg te gaan. We zullen leren wat het betekent dat Hij niet alleen de andere wang ons toekeerde maar zijn leven als zodanig. Wat ten diepste mens zijn is. En dan, als hij zijn uittocht heeft volbracht, dan zal het Pasen zijn. En God zal ons aanzien met de ogen van zijn hart. Amen.