Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

27 juni 2010

De orde van dienst vind u hier

 

Gemeente van Jezus Christus,

Als je het huis uit gaat, als je voor het eerst
op jezelf gaat wonen,
dan verandert eigenlijk van alles.

Voor sommigen van u is dat moment
misschien al een tijdje geleden,
Maar die eerste stappen
naar zelfstandigheid
staan vast nog vers in het geheugen,
misschien ging u trouwen,
of u kocht een eerste huis,
en er kwam een eerste echte baan.

Het kunnen hele sterke herinneringen zijn,
want dat moment is zo spannend.
Je opvoeding is dan weliswaar klaar,
maar eigenlijk begint nu pas het echte leven,
en daarmee ook het echte leren:
want nu moet je zelf een weg gaan vinden.

pauze

Twee leerlingen, uit het verhaal van vanochtend,
Jakobus en Johannes
hebben ook een weg gevonden.
Ze lieten hun ouderlijk huis, hun vader Zebedeus achter.
En hun werk, een goed lopende visserij,
het familiebedrijf,
om achter een man aan te gaan
die hen op een willekeurige dag
vraagt om mee op reis te gaan.
Het is Jezus.
En ze gaan.

Wat zochten ze bij die Jezus?
Een nieuw thuis misschien,
ter vervanging van dat oude?
Ik vraag me af of Jakobus en Johannes wisten waar ze
aan begonnen.
Maandenlang zijn ze nu al op weg,
Het ís een wonderlijke reis, zeker.
Maar het is ook continu,
altijd maar op weg.
Eindpunt is Jeruzalem,
zegt Lucas de schrijver van dit verhaal.
En met alles wat daar zal gaan gebeuren,
is het misschien een reis die aangrijpender zal worden,
dan Jakobus en Johannes nu kunnen bevatten.

Pauze

Eigenlijk, als je goed kijkt,
staat de hele bijbel vol met verhalen van reizende
mensen. Abraham, Sara, Jacob, Jozef, Mozes.
Ze laten allemaal een vertrouwde plek achter zich,
om op weg te gaan.
En ze weten dat het nooit meer zo wordt,
wordt zoals vroeger.
Ook al zouden ze ooit nog naar die plek terugkeren.
Vroeger is voorbij op het moment dat je vertrekt.
Met elke stap die je door het heden zet
raak je verder weg van het verleden.

Soms zijn er momenten dat je dat ook beseft
in je eigen leven.
Dat vroeger voorbij is.
Dat het gezin dat je met elkaar was, niet meer
in die vorm terug zal keren.
Misschien besef je dat het meest
bij belangrijke veranderingen.
Zoals ik al zei, als je uit huis gaat, bijvoorbeeld.
Of als je kinderen uit huis gaan.
Als je moet gaan zorgen voor je eigen ouders.
Of als je langzamerhand zelf steeds afhankelijker wordt.

We kunnen natuurlijk zeggen dat vroeger voorbij is,
maar soms komt het verleden terug.
Plotseling, in ons hoofd en in ons hart,
Een ruzie die er ooit was,
een afscheid dat te vroeg kwam.
Het zijn de losse eindjes van vroeger,
die ons in dat verleden kunnen vasthouden.
Soms zo erg,
dat het verleden ons gevangen houdt.
En daarmee ons leven in het nu tot stilstaan brengt.
Alsof je leven voor altijd op pauze staat.

pauze

He, he, ik ga mee! Roept een man
aan het eind van het verhaal.
Als je nog even wacht, Jezus,
dan ga ik even afscheid nemen van mijn vrienden
en familie. Ik ben zo terug.
En iemand anders vraagt ook om tijd, totdat hij
zijn vader heeft kunnen begraven.
Een uitspraak die toen niet perse betekende
dat die vader al was gestorven,
maar duidde op de plicht om te zorgen voor je ouders,
tot ze oud zijn, sterven, en ze dan te begraven.
In ieder geval,
het zijn geen kleine klusjes die deze mannen
nog even willen doen,
het zijn wezenlijke dingen.
en toch reageert Jezus plotseling fel:
wie achterom blijft kijken
is niet geschikt voor het koninkrijk.

Pauze

Het verleden kan ons gevangen houden.
Die twee mannen uit het verhaal
die voelen zich klaar om uit huis te gaan,
maar tegelijkertijd houden
verschillende en ook wezenlijke redenen hen
aan dat thuis gekluisterd.
Op die manier kunnen we ook onszelf gevangen houden.

We denken dat er nog dingen zijn die we eerst in orde
moeten maken.
Of misschien willen we onszelf eerst op orde krijgen.
Nee, het gaat nu niet zo goed met me.
Kom een andere keer langs.
Ik ben nu een puinhoop, laat me hier maar even.
Ik twijfel.
Ik geloof niet genoeg.

Maar dit verhaal is er niet
voor mensen die alles al op orde hebben.
Dit verhaal is er niet voor mensen die al geloven.
Dit verhaal is er voor wie niet perfect is
voor wie zoekt, twijfelt en worstelt.

Daarom is het evangelie.
Evangelie betekent: goed nieuws.
En dit is het goede nieuws:
ga mee.
Het is nooit te laat,
maar zeker ook nooit te vroeg.
Laat je niet weerhouden door het verleden.
Blijf niet op de plek waar angst, schaamte of verdriet
je tegenhoudt.
Of waar jij je laat tegenhouden,
om wat voor reden dan ook.
Er ligt een nieuwe weg open.
Een weg waarop je niet pas hoeft
te verschijnen als alles op orde is.

Maar, het is niet een weg voor wie niet wil veranderen.
Het is een leerweg.
En echt leren doet pijn,
want als je echt leert veranderen er dingen.
De neiging om thuis te blijven kan groot zijn.
Op een vertrouwde plek.
Maar de dingen die je weerhouden om echt te gaan leven,
zullen daarmee niet weggaan.
Ze zullen aanwezig blijven, totdat je oud wordt,
en je op die plek zult sterven.

Laat de doden hun doden begraven,
maar ga jij op weg om het koninkrijk van God te verkondigen.

Deze weg voor moedige mensen.
Moedig zijn zij die sterk zijn.
Sterk, niet omdat ze alles al voor elkaar hebben
maar sterk omdat ze op weg zijn gegaan.

Op ieders schouders
ligt het verleden.
Maar als je op weg gaat wordt met elke stap die last lichter,
niet omdat de feiten uit het verleden veranderen,
maar omdat je de toekomst tegemoet loopt.
Samen met God.
Samen met al die andere mensen die ook op weg zijn,
gehavend,
zoekend, gelovend,
twijfelend, tastend,
huilend, lachend,
op weg naar een nieuw leven.

Amen.