Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

28 februari 2021

Marcus 9: 2 t/m 10

Gemeente van Jezus Christus,
Soms laat een Bijbelverhaal zich beter vangen in beelden dan in woorden. Al sinds ik predikant ben vind ik dit verhaal over Jezus’ gedaanteverandering op de berg daar een voorbeeld van. Wat gebeurt daar nu precies en wat is er de betekenis van? Het antwoord laat zich maar moeilijk in woorden vangen. Misschien iets beter in beelden, al kent dat natuurlijk ook zijn beperkingen.
Toch doe ik vandaag via een icoon een poging iets over dit bijzondere verhaal te zeggen. Deze icoon staat ook op de 40 dagentijdkalender bij de dag van vandaag. Ze is geschilderd door Liesbeth Smulders. Het is een moderne variant op een Russisch icoon uit de 15e eeuw.
Eerst even wat over het bijzonder proces van het maken van een icoon. Liesbeth Smulders legt daar op haar website het een en ander over uit. Ze schrijft: ‘Het schilderen van een icoon is niet zomaar een creatief proces. Het is een vorm van meditatie en gebed’. Het maken van iconen is aan strenge regels gebonden. Eerst worden bijvoorbeeld de donkere kleuren geschilderd en dan pas de lichte, zoals de schepping van donker naar licht gaat. Een ander voorbeeld is dat eerst de stoffelijke zaken geschilder worden en pas als laatste stap de gezichten van de mensen, zoals in de schepping de mens het sluitstuk van Gods scheppende handelen is. Iconen worden niet voorop gesigneerd omdat de iconenschilder slechts een instrument in de hand van God is, alleen op de achterkant mag de naam staan van de maker.
Deze icoon is door een dergelijk intensief en langdurig proces van gebed en meditatie ontstaan. Je ziet er het respect voor het Bijbelverhaal aan af. In het midden zien we Christus in een stralend wit gewaad omgeven door een dubbele aureool. Hij maakt een zegenend gebaar. Christus is het stralende middelpunt van het icoon.
Aan zijn rechterhand staat de profeet Elia die met zijn hele lichaamshouding en blikrichting zich eerbiedig uitstrekt naar Jezus. Aan zijn linkerhand staat Mozes met de stenen tafelen in zijn handen. Zij vertegenwoordigen de wet en de profeten.
Onder aan het icoon zien we de drie discipelen die door Jezus meenomen zijn de berg op. Ze lijken letterlijk omver geblazen te zijn door het hele gebeuren. Ze liggen een stukje lager op de berg. Jakobus en Johannes bedekken hun ogen en Johannes verliest zelfs zijn sandaal.
De hele icoon straalt uit dat hier iets gebeurt dat niet van deze wereld is. Jezus laat zich kennen op een manier die voor mensen bijna niet te bevatten is. Hij straalt van top tot teen in kleren die hemels wit zijn. Hij heeft een ontmoeting met twee grote leiders uit de geschiedenis van Israël. Er klinkt een stem uit een wolk. Een wolk die vaker het symbool is van Gods aanwezigheid. Dit verhaal gaat niet over de menselijkheid van Gods liefde, maar over de goddelijkheid van die ene mens Jezus. Het zal voor Jezus een moment van opladen zijn geweest op zijn weg naar Jeruzalem toe. Even bemoedigd worden voordat hij moet lijden en sterven.
Al is het een groot mysterie wat daar op de berg gebeurt met Jezus, het is kennelijk wel de bedoeling dat het gezien en gehoord wordt. Jezus neemt immers bewust drie van zijn leerlingen mee de berg op. Hij had net zo goed kunnen zeggen dat hij even een momentje voor zichzelf wilde hebben. Maar Jakobus, Johannes en Petrus mogen mee, zien Jezus voor hun ogen veranderen van gedaante en ze horen de stem uit de wolk zeggen: ‘dit is mijn geliefde Zoon, luister naar hem’.
Het meest intrigerende, zowel in het verhaal, maar ook in de icoon vind ik de houding van Petrus. Hij is net als de andere twee leerlingen omver geblazen, maar hij is wel de enige die rechtop zit op zijn knieën. Hij durft het aan om op te kijken en zijn hand uit te strekken naar Jezus.
Dit is dezelfde Petrus die in het verhaal hiervoor, als het gaat over de vraag ‘Wie is Jezus’, als eerste zegt: ‘U bent de Messias’. Voor Petrus is Jezus de beloofde redder die namens God zou komen. Dat heeft hij goed, maar of hij echt beseft wat dat betekent? Want als Jezus vervolgens voor het eerst spreekt over zijn lijden en sterven dan is het diezelfde Petrus die hem apart neemt en terecht wijst. Jezus laat Petrus duidelijk merken wat hij hiervan vindt: ‘Ga terug achter mij, Satan! Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen.’
Toch neemt Jezus ook Petrus mee de berg op. Je zou misschien verwachten dat Jezus even genoeg heeft van deze leerling met het hart op zijn tong. Dat is dus niet het geval. Het is misschien wel zijn uitgesproken karakter waardoor Petrus een belangrijke plaats heeft binnen de kring van de leerlingen.
Hij spreekt uit wat anderen misschien alleen maar denken. Daarmee gaat hij de andere leerlingen voor in het geloven met vallen en opstaan. Wie Jezus is en wat hij betekent voor de wereld is meestal niet in één zin te vangen. Juist door heel uitgesproken te zijn maakt Petrus dat mooi zichtbaar. Soms snapt hij het en soms begrijpt hij niet wat er gebeurt.
Niet alleen voor zijn tijdgenoten, maar ook ons gaat Petrus voor op het struikelend volgen van Jezus op zijn weg. Wij kunnen soms het idee hebben dat het voor de leerlingen van Jezus makkelijker was om te geloven. Zij waren immers steeds in zijn nabijheid, hoorden alles wat hij zei en zagen alles wat hij deed.
Dat dit niet zo was laat Petrus zien. Hij blundert zich het leven door, maar wordt ondanks dat niet afgewezen. Hij mag erbij zijn op de berg, zelfs al begrijpt hij niet wat daar gebeurt. Met Petrus strekken wij vandaag kijken wij vandaag naar Jezus op en strekken onze hand naar hem uit. Wij strekken ons uit omdat we meer willen snappen, gegrepen willen worden, door dit mysterie van deze mens in wie de onuitsprekelijke, grote God zich zo uniek heeft laten kennen.

2 Petrus 1: 16 t/m 21

Gemeente,
Na het verhaal zelf hebben we nu een leerling uit de school van Petrus gehoord. Hij noemt zichzelf Petrus, maar de geleerden zijn het erover eens dat deze brief afkomstig is uit het begin van de 2e eeuw na Christus is. De brief kan dus niet geschreven zijn door Petrus zelf, maar wel door één van zijn volgelingen.
Uit de brief klink door hoe vaak Petrus verteld moet hebben over die bijzondere gebeurtenis op de berg. Na het gebod van Jezus om erover te zwijgen, zullen na de opstandig de sluizen bij Petrus zijn opengegaan. Nu hoefde hij er niet meer over te zwijgen. Ik kan me zo voorstellen dat ineens de puzzelstukjes in elkaar zijn gevallen. Iedereen die het horen wilde, moest van dit verhaal weten.
Petrus zal een breed armgebaar hebben gemaakt en hebben gezegd: wij hebben dit gezien. Ik niet alleen, maar anderen met mij. Samen zijn wij getuige geweest van de hemel die openging en een stukje toekomstmuziek liet horen.
Petrus zal gesproken hebben over de macht die Jezus uitstraalde. Zijn kracht om dwars door het lijden heen te gaan en niet toe te geven aan de verleiding om de makkelijke weg te kiezen. Als geen ander wist Petrus wat voor een onmenselijke kracht dat van iemand vraagt. Hijzelf liet Jezus immers in de steek toen het erop aankwam. Jezus heeft het duister en de kwade krachten van de wereld in de ogen gekeken en de ‘stare down’ gewonnen.
Petrus zal verteld hebben dat hij toen op die berg al gezien heeft wat de impact van deze overwinning zou zijn. Er klinken woorden als eer, grootheid, luister en verheven majesteit. Nog steeds buitelen de woorden over elkaar heen om dit mysterie te vatten. Al die woorden en indrukken samen vertellen hoe kostbaar dit geloof voor hem is.
Het is belangrijk voor Petrus, en voor hen die in zijn geest deze brief geschreven hebben, om door te geven hoe betrouwbaar deze verhalen en de beloften die er mee samenhangen zijn. Daarom het spreken in de wij vorm. Daarom de nadruk op Gods macht en kracht en hoe dat zichtbaar is geworden in Jezus Christus.
Want die stralende Christus op het icoon en uit de verhalen van Petrus is niet alleen de mens Jezus die eens op aarde geleefd heeft. Het is ook de Christus die beloofd heeft terug te komen om, met hemelse liefde, ieder op aarde te zegenen. Om recht te zetten wat scheef gegroeid is op aarde en definitief Gods rijk van vrede en recht te realiseren.
Als we dus horen over Jezus’ gedaanteverandering op de berg dan kijken we niet alleen achteruit, naar wat toen gebeurde, maar vooral vooruit naar wat eens zal zijn. Naar die tijd dat er definitief afgerekend wordt met het kwaad en het onrecht in de wereld.
Die Christus straalt ook in onze tijd. Laat ons zien dat het de moeite waard is om ons in te zetten voor recht, gerechtigheid en barmhartigheid, in het groot en in het klein, dichtbij en ver weg. Naar dat licht strekken wij ons uit tot de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in ons hart.
Amen