Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

4 februari 2024

Gemeente van Jezus Christus,

 

Aan het begin van de preek wil ik jullie uitnodigen om naar deze pentekening van Rembrandt van Rijn te kijken. Ik geef jullie even de tijd.

Waar blijft je blik bij hangen?

Welke gedachten of gevoelens roept dit tafereel op?

 

Zijn er misschien een paar mensen in de gemeente die willen reageren op deze vragen?

 

Wat mij raakt aan deze pentekening is de eenvoud. Ik blijf het fascinerend vinden hoe Rembrandt in een paar lijnen een hele ontmoeting weet neer te zetten. Ik doe het hem niet na hoor. Er zijn wel andere kunstwerken gemaakt over dit verhaal, maar ik vind deze tekening goed passen bij van Marcus zijn verzie van het verhaal. Zowel de schrijver Marcus als de kunstenaar Rembrandt brengen dit genezingsverhaal terug tot de essentie: ‘Jezus ging naar haar toe, pakte haar hand en hielp haar overeind. Toen verliet de koorts haar’.

 

In de tekening zie ik Jezus die zich vol aandacht naar iemand toe beweegt die op de grond ligt. De voeten achter elkaar, alsof hij net is komen aangelopen. Het lichaam is voorovergebogen, met de armen uitgestrekt naar de ander. De 2 mensen hebben de blik op elkaar gericht. De figuur op de grond is al half komen zitten en heeft Jezus’ handen stevig vast gegrepen. Het moment van overeind komen, maar nog niet zelfstandig staan is perfect gevangen.

 

Zo begint het evangelie met de beweging van een opstandingsverhaal. Jezus die zich naar de mens toe beweegt en hem of haar helpt om op te staan in het leven. Dát is waar het evangelie om draait. Jezus die in staat is om, namens zijn Vader, de mens die gebonden is te bevrijden en weer rechtop te helpen in het leven.

Want tegenwoordig zien we koorts als het symptoom van een ziekte. Half Nederland lijkt in deze weken te maken te hebben met koorts als gevolg van het griepvirus dat rondgaat. Zelf ben ik daar ook niet aan ontkomen dit jaar.

In Jezus’ tijd was koorts een zelfstandige ziekte. Het werd gezien als een brandend vuur dat als een vreemde macht bezit van je nam en levensgevaarlijk was. In Lucas zijn versie van dit verhaal spreekt Jezus de koorts dan ook bestraffend toe. Marcus houdt het bij een aanraking. Jezus grijpt de handen van de schoonmoeder van Petrus. Met zijn aanraking vloeit zijn bevrijdende kracht naar de vrouw op de grond. De koorts verlaat haar en is zij in staat om weer overeind te komen.

 

In de loop van de eeuwen is onze kijk op ziekten anders geworden. Dat maakt de afstand tot deze verhalen soms heel groot. Wat moeten we denken van genezingsverhalen?

Tegelijk kunnen we als moderne of zelfs post-moderne mensen nog wel het gevoel hebben dat we zo gebonden zijn. Dat er zoveel dingen zijn die een invloed op ons leven uitoefenen, of we dat nu willen of niet. Zo kunnen schuldgevoelens ons gevangen houden, schaamte, boosheid of verdriet. Als je onrecht is aangedaan kunnen de gevolgen daarvan je ook in haar greep houden. Eén fout kan je jaren later nog nagedragen worden.

Iedereen die eerlijk achterom durft te kijken naar het leven, ziet de periodes waarin je aan de grond gezeten hebt. De momenten dat je niet meer wist waar je de kracht vandaan moest halen om overeind te komen. Wie weet zit je er nu wel, misschien zelfs zonder dat anderen ervan afweten. Aan de grond kan het heel eenzaam zijn.

 

Dan zie ik weer de pentekening van Rembrandt voor me en denk ik: in een paar eenvoudige lijnen heeft deze kunstenaar het hart van het evangelie gevat. Het eu angellion / het goede nieuws, gaat over God die in Jezus zich vooroverbuigt naar mensen die aan de grond zitten, om hun handen vast te pakken en ze te helpen opstaan. Dat is wat bevrijding, genade en opstanding betekent. Het is een beweging van God en mensen.

Nu zou ik hier kunnen ophouden, want misschien is dit al wel genoeg om een week lang verder op te kauwen. Jezus die zich ook naar ons toe beweegt om ons te bevrijden van wat ons bindt en op de grond drukt. Dat is al bijna te veel om te bevatten. Toch doe ik dat niet, want op de beweging van Jezus volgt nog een antwoord.

Deze hele kleine scène over de schoonmoeder van Petrus heeft nog een laatste zin. ‘Jezus ging naar haar toe, pakte haar hand en hielp haar overeind. Toen verliet de koorts haar en ze begon voor hen te zorgen’.

 

Nu was bijna mijn eerste gedachte: ‘nou dat is lekker. Ben je zo ziek geweest en krijg je niet eens de gelegenheid om te herstellen. Nee, gelijk moet er weer gekookt en verzorgd worden. Alsof die mannen niet wat zelf kunnen doen….’ Bij het lezen van de commentaren bleek dat ik niet de eerste en enige was in deze gedachten.

Er staat in het Grieks echter niet zomaar het woord ‘zorgen voor’, maar er staat het woord diekonei, wat afkomstig is van het werkwoord diakoneo. Dit betekent een plicht vervullen, zorgen voor of het dienen van iemand. Ons woord diaken is hiervan afgeleid.

Het werkwoord komt in het evangelie van Marcus op maar 3 andere plekken voor. De engelen dienen Jezus als hij 40 dagen in de woestijn op de proef wordt gesteld. Bij het kruis staan de vrouwen waarvan verteld wordt dat ze Jezus tijdens zijn leven gediend hebben. En Jezus vertelt over de Mensenzoon die niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen.

 

Nadat de schoonmoeder van Petrus genezen is, zij bevrijd is en weer met beide benen in het leven staat, kiest zij ervoor om te gaan dienen, diakenen. Zoals de engelen Jezus dienen en Jezus over zichzelf zegt dat hij gekomen is om mensen te dienen.

 

Zij is niet de enige. Het lijkt op hoe Paulus over zijn bediening van het evangelie spreekt in zijn brief aan de gemeente in Korinthe. We hebben gelezen hoe hij schrijft dat hij ervoor kiest om te dienen. Als christen, volgeling van Jezus, ervaart hij de vrijheid om te kiezen voor het dienen van de ander.

Niet om er zelf beter van te worden of om geroemd te worden. De evangelie verkondiging is een opdracht die hem is toevertrouwd en die hij uitvoert zonder er iets voor terug te vragen. Hij voelt zich net zo afhankelijk van de goede boodschap als de mensen aan wie hij de goede boodschap brengt. Hij verlangt net zo goed naar Gods liefde en Jezus genade. Hij schrijft immers: ‘Ik doe alles voor het evangelie om ook zelf aan de beloften ervan deel te krijgen.’

 

Daarmee treed Paulus in Jezus’ eigen voetsporen. Jezus moest niets, maar koos er in alle vrijheid voor om dienaar van mensen te worden. Zich naar mensen toe te buigen om zij die het nodig hebben Gods liefde te laten zien en voelen.

 

Het is een ingewikkelde paradox. Want God strekt niet zijn hand uit naar mensen om vervolgens te zeggen: en nu moet jij anderen en mij dienen. Dan zou er van bevrijding geen sprake zijn, maar van de volgende knellende banden. Toch werkt het wel zo dat Jezus’ uitgestoken hand zo’n levens veranderende ervaring is dat velen er uit vrijheid voor kiezen om alles te doen om anderen datzelfde te laten ervaren. Niet omdat het moet, maar omdat ze de ander diezelfde kans op liefde en opstanding gunnen.

 

Je kan je dus afvragen of wij als gelovigen niet zo af en toe uitgenodigd worden om, in Jezus naam, ons naar een ander toe te bewegen, onze hand uit te strekken en de ander te dienen. Niet om onszelf, maar om Gods liefde en zijn goede boodschap. Als antwoord op de Liefde die we zelf ervaren hebben en ons heeft doen opstaan toen wij dat nodig hadden.

 

Zo worden wij tot volgelingen van Jezus die leven van Pasen en haar tot een dagelijkse realiteit maken voor onszelf de wereld om ons heen.

 

Amen