Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

17 maart 2024

Gemeente van Jezus Christus,

 

Afgelopen week las ik een interview met Angela Schijf. Als actrice is zij vooral bekend van Flikken Maastricht, maar in The Passion van dit jaar speelt zij de rol van Maria. De belangrijkste boodschap die zij nu uit het Paasverhaal haalt is hoe belangrijk én liefdevol het is om een ander los te laten. Dat hangt natuurlijk samen met haar rol als de moeder van Jezus. Ze spreekt over Maria’s veerkracht die ze bewondert. Ze zegt: ‘Als je kunt loslaten vanuit liefde ben je ook verbonden in liefde. Dat hoort bij elkaar. Voor alle mensen is loslaten daarom een belangrijk begrip in het leven.’

 

Als niet gelovige is Angela Schijf gevraagd om in één van de heftigste verhalen van de Bijbel te stappen. Ik vind het zo bijzonder dat zij, door met dit verhaal bezig te zijn, ontdekt welke actuele levensthema’s er in het verhaal over Jezus lijden en sterven een rol spelen. Haar woorden laten zien dat het niet een verhaal van vroeger is, maar van hier en nu, voor mensen van nu.

Als thema haalt zij er dus ‘loslaten’ uit en verbonden blijven. Voor ouders is loslaten een thema in het opgroeien van de kinderen. Als oudere kan loslaten een belangrijk thema zijn. Vooral wanneer je lichamelijke of geestelijke mogelijkheden afnemen en je moet loslaten wie je ooit was en wat je ooit kon. Eigenlijk loopt ieder mens er in het leven wel een keer tegenaan dat ‘loslaten’ een belangrijk thema is.

 

Al wordt het woord loslaten zelf niet gebruikt, in onze lezing van vandaag uit het evangelie naar Johannes speel het wel een grote rol. Waar vorige week de evangelist Johannes tamelijk helder en eenduidig was met zijn verhaal over het wonder van de 5 broden en 2 vissen, is dat vandaag anders. Het is weer een pittig stukje theologie, met allerlei verwijzingen en diepere lagen. Toen ik dit afgelopen maandag bij de moderamenvergadering las, gaf eigenlijk iedereen aan het een lastige tekst te vinden. Waarschijnlijk denken velen van jullie er net zo over. Heel eerlijk gezegd vind ik dat zelf ook. Hoe vind ik woorden voor die diepe gedachten van Johannes die ik misschien wel kan invoelen, maar zich moeilijk in woorden laten vangen?

 

Een van de sleutels werd voor mij afgelopen week dus het woord loslaten.

 

Het hielp mij om te beseffen dat het verhaal zich afspeelt in ongeveer dezelfde tijd als wij ons in het kerkelijke jaar bevinden. Volgende week is het Palmpasen, het begin van de Goede Week. We hebben al heel wat weken achter de rug waarin we hebben gehoord over Jezus. Over twee weken is het Pasen, maar de weg daarnaartoe gaat langs het kruis. Het voelt een beetje alsof we op de drempel staan.

 

Zo is dat ook in het verhaal van vandaag. Het vormt een deel van het laatste openbare optreden van Jezus in het evangelie. Hierna trekt hij zich terug met zijn leerlingen en is alles wat hij zegt en doet alleen voor hen bestemd. Maar nu is Jezus net Jeruzalem binnengekomen en kijkt hij met alle omstanders vooruit naar wat komen gaat. De tijd is gekomen, zo weet Jezus, dat zijn einde nadert. Hij ziet bij wijze van spreken zijn kruis al aan de horizon opdoemen. Daar spreekt hij over met iedereen die het horen wil.

Je kan je afvragen of de omstanders begrepen hebben waar Jezus het over heeft als hij spreekt over de graankorrel en het verheven worden. Hij weet dat de dood hem te wachten staat, we horen hoe hem dat aangrijpt, hoe zijn ziel in beroering is en hij bang is. Het publiek ziet vooral hun Messias, hun held, de koning van Israël die namens God de wereld en hun levens zal komen veranderen.

 

Tegenover alle hooggespannen verwachtingen spreekt Jezus in beelden en woorden die de sfeer van loslaten ademen. Het is één vraag die deze bespiegelingen van Jezus op gang brengen. Onze lezing begon er immers mee dat er een aantal Grieken bij Filippus komt met een vraag of eigenlijk verzoek. De Naardense Bijbel vertaalt hun verlangen heel krachtig: ‘heer, wat wij willen is Jezus zien!’

Hiervoor in het evangelie zegt Jezus steeds dat de tijd nog niet gekomen is. Er is nog werk te doen: hij moet nog tekenen verrichten en vertellen over zijn Vader. Het verzoek van deze niet-joden lijkt een kantelpunt te zijn. Nu is de tijd wél gekomen. De hele wereld loopt achter Jezus aan en wil hem zien.

 

Maar om hem te zien moeten ze misschien wel een andere kant op kijken dan ze zouden verwachten. Ja, de tijd is gekomen dat Jezus Gods grootheid en heerlijkheid laat zien. Hier gebruikt Johannes het Griekse woord doxa. Dat woord betekent het wezen, de essentie van God. Alles wat de Eeuwige groot en heilig maakt, zijn majesteit en macht.

Dat onvoorstelbaar grootte en heilige wordt zichtbaar in iets wat het compleet tegenovergestelde lijkt, namelijk het kruis van Jezus. De plek waar alles hopeloos mislukt lijkt te zijn. In die gebeurtenis wordt zichtbaar tot hoe ver God bereid is te gaan in zijn liefde voor de mensen. Hij is bereid zijn eigen leven voor hen los te laten.

 

Jezus probeert dat uit te leggen aan de hand van het beeld van de graankorrel. De graankorrel die tot zijn ware doel komt als in hij de aarde gezaaid wordt en sterft, namelijk vrucht dragen en vele andere korrels voortbrengen.

De schrijver en benedictijner monnik Anselm Grün schrijft over dit beeld: ‘met deze uitspraak verklaart Jezus het effect van zijn dood. Als hij sterft aan het kruis, komen er krachten vrij die de hele wereld veranderen. Het is de kracht van de liefde die in zijn dood openbarst en een nieuw bewustzijn in de wereld zaait. De liefde die in het kruis zichtbaar wordt, zal in de ziel van veel mensen wortelschieten.’

 

De kracht van de liefde die in Jezus’ dood openbarst.

 

Prachtig, maar dat vraagt van Jezus wel de moed om los te laten. Iets wat hem niet in de koude kleren gaat zitten, zo blijkt uit de interne discussie die we later in de lezing meekrijgen. ‘Nu slaat de angst Mij om het hart. Wat moet Ik zeggen? Vader, laat dit ogenblik aan Mij voorbijgaan? Maar hiervoor ben Ik juist gekomen. Laat nu zien hoe groot uw naam is, Vader.’

Jezus gaat niet fluitend zijn dood tegemoet. Hij worstelt ermee, maar vind de lef om te doen waarvoor hij gekomen is. Jezus heeft de moed om in liefde los te laten, zoals Angela Schijf het zei. Hij wordt in die keuze zelfs bevestigd door Gods stem uit de hemel.

 

Jezus kijkt vooruit naar zijn eigen dood. Geeft daar in dit beeld van de graankorrel woorden en betekenis aan. Maar tegelijk steekt hij zijn hand uit naar achteren, naar al die gelovigen die hem volgen op zijn weg, daar en toen, maar ook hier en nu.

 

In één adem door vraagt Jezus van zijn volgelingen dezelfde moed als die hij zal tonen. Namelijk de moed om hem te volgen op deze weg van loslaten in liefde. Je leven haten klinkt heel heftig. Dat is het ook, maar het is geen poging van Jezus om al het menselijke zelfvertrouwen de grond in te boren. Daarvoor laat Jezus in bijvoorbeeld zijn wonderen te vaak zien dat hij mensen weer een volwaardige plaats in de maatschappij geeft.

Jezus zoekt bij zijn volgelingen naar de moed om er voor de ander te durven zijn in liefde. Wie of wat is belangrijk in je leven? Jezus wil zijn publiek de vraag stellen wat hun houvast is in het leven. Want als God, de Eeuwige je houvast is, je zijn liefde in je leven voelt, dan ben je in staat om veel, zo niet al het andere los te laten.

 

Heer, wat wij willen is Jezus zien.

 

Het is eigenlijk een hele mooie vraag of misschien wel vooral gebed om de komende weken mee in te gaan. De weken die ons vertellen over de belangrijkste dagen in Jezus’ leven. Om in die heftige gebeurtenissen Jezus en in hem God zelf te zien vraagt van ons de moed om onze eigen verwachtingen los te laten. Het vraagt van ons de lef om ons tot in het diepst van onze ziel te laten raken door wie Jezus voor ons wil zijn. Het vraagt ons alles los te laten en God het initiatief te gunnen. Maar als we dat aandurven dan kan het mysterie, het wonder van Gods oneindige liefde ons op nieuwe wijze doen opbloeien.

 

Dat het zo moge zijn: amen