1 december 2024
Gemeente van Jezus Christus,
Midden op het plein stond hij, die grote oude linde. Rond deze boom speelde zich heel het dorpsleven af: de kinderen speelden er na de school, jongeren vertelden er hun stoere verhalen, en op de banken in de schaduw, praatten de ouderen over vroeger.
Op zaterdag was het markt onder de linde, na een lange wandeling was het er goed rustten.
Op een dag brak een grote tak van de linde en viel op enkele marktkramen. De marktkooplui waren woedend: ‘Die boom moet weg!’ Ondanks vele protesten, besloot de gemeenteraad: ‘De linde moet verdwijnen, want volgens onderzoekers is de stam vanbinnen helemaal hol.’
Toen de dag kwam dat de linde werd omgezaagd, verzamelden vele mensen zich op het plein. Eerst zaagde men de takken weg. Daarna hees men de holle stam aan dikke touwen op. Toen viel een stilte over het dorpsplein. De mensen hielden hun adem in. Op de plek waar de holle stam was weggezaagd, zagen ze dat daar een nieuw klein lindeboompje was gaan groeien.
(Naar een verhaal van Bert VOORHOEVE)
Copyright: C. Leterme
Een verhaal dat in vele varianten verteld wordt en woorden heeft aan hoe het nieuwe voorkomt uit het oude. In vele vormen is dat ook de rode draad van de dienst van vandaag.
Bijvoorbeeld als Jesaja het heeft over de boom van het koningshuis van David, die omgehakt is, maar waaruit toch opnieuw iets zal gaan bloeien. Of in het verhaal van het evangelie, waar Jezus het heeft over het teken van de vijgenboom die opnieuw vruchten gaat geven. De liturgische kleden die vandaag allemaal hangen en ons laten zien dat ons nieuwe jaar van deze 1e advent onlosmakelijk verbonden is met de kleuren van eerder het jaar.
De cirkel van het leven, of misschien is spiraal een beter beeld. Want het beeld van een cirkel verondersteld dat je na een volledige ronde weer op hetzelfde punt uitkomt. Terwijl dat natuurlijk nooit zo is. De gang door het jaar of door het leven (zoals bij de lindeboom) heeft wat met je gedaan, heeft je veranderd.
Dat geldt ook voor de gang door het kerkelijke jaar. Ieder jaar maken we als geloofsgemeenschap onze gang langs dezelfde feesten. Toch komen we nooit precies op hetzelfde punt uit als waar we een jaar geleden vertrokken. Het jaar bracht ons misschien dichterbij God, of we hebben nieuwe kanten ontdekt van die aloude verhalen. Het kan ook gebeuren dat je voor je gevoel verder van God afstaat dan een jaar geleden. Dat is misschien niet prettig, maar overkomt alle gelovigen wel eens in hun leven.
Hoe helpend is het dan om weer een nieuwe gang langs dezelfde kernfeesten te maken. Het ritme van het kerkelijke jaar kan je helpen om niet helemaal los te raken van de kern, omdat het niet allemaal alleen uit jezelf hoeft te komen. Je mag meegaan in de spiraal en het ritme van de tijd.
Vandaag is het daarbij tijd voor het nieuwe jaar. We tillen bij wijze van spreken de oude boom, het oude jaar op, om te ontdekken dat in haar midden iets nieuws aan het opbloeien is. Iets nieuws, wat toch alles met het oude te maken heeft.
Want de afgelopen maanden in de herfst hebben we veel verhalen gehoord waarin Jezus vertelde over het koninkrijk van God. Dat rijk waarin vrede en recht het hoogste woord hebben. Dat moment dat onrecht en kwaad geen plek meer hebben, omdat God er zó aanwezig is dat er voor die machten geen plek meer is. Marjolijn had het er vorige week nog over in haar preek over Openbaring 21. Een wenkend perspectief om hoop te bieden.
In plaats van de adventsperiode te beginnen met de verhalen over de aankondiging van de geboorte van Jezus, duidelijk verhalen over een nieuw begin, hebben de roostermakers dit jaar dus een andere keuze gemaakt. Ze hebben een deel uit de afscheidstoespraak van Jezus op het rooster gezet. Een tekst uit Lucas die begint met verontrustende beelden over het geweld van de zee, radeloosheid en tekenen van maan, zon en sterren. De Naardense Bijbel heeft het over ‘mensen die ontzield raken van vrees’. Het zijn woorden waarvan ik de lading eerder kan voelen, dan dat ik ze zelf onder woorden weet te brengen. Van angst voor wat komt je ziel, je houvast, je kern kwijtraken.
Helemaal geen nieuw begin, maar onrust en onzekerheid. Gevoelens die velen van jullie misschien wel zullen herkennen. Er is immers veel gaande in de wereld om ons heen. Politieke vraagstukken, milieuvraagstukken, racisme in allerlei vormen en maten en meer mensen dan ooit zijn ontheemd en op de vlucht. De gesprekken aan tafel gaan erover. Maar er is soms ook angst om dit soort thema’s met elkaar te bespreken omdat de meningen zo verdeeld zijn.
Jezus benoemt dit alles vlak voor hij gaat sterven. In tekst klinkt ook de ervaring van de eerste lezers door die de verwoesting van de tempel hebben meegemaakt in de jaren na Jezus lijden en sterven. Een gebeurtenis met zoveel impact dat het bijna niet te bevatten is.
Voor alle mensen, die hun houvast zijn kwijtgeraakt, is de boodschap van Jezus te vinden in wat hij vlak voor zijn beeld van de vijgenboom zegt: ‘Wanneer dat alles staat te gebeuren, richt je dan op en hef je hoofd, want jullie verlossing is nabij!’ (vers 28)
Als ik in mijn bibliodrama mensen vraag om angst of bezorgdheid uit te beelden, dan doen ze dat vaak op deze manier. Schouders opgetrokken, jezelf klein maken, naar de grond kijken en af te toe schichtig om zich heen kijkend. Dat is wat angst met je doet.
Jezus vraagt zijn toehoorders, en vandaag mogen wij onszelf daartoe rekenen, om los te komen van die houding, rechtop te gaan staan en omhoog te kijken. Om als het ware over de gebeurtenissen heen te gaan kijken naar wat nog komt. Immers: het koninkrijk van God is nabij. Net zo zeker als de vijgenboom weer zal gaan bloeien en vruchten zal gaan geven.
Advent is de periode waarin we aangemoedigd worden om te leven als kind van Gods belofte. Daartoe hebben we de moed omdat we de afgelopen periode gehoord hebben wat die belofte is. Dat is dat rijk van God, waar Jezus steeds zo vol van is in zijn preken en handelen. Het rijk van zijn Vader, waarvan hij door zijn leven al laat zien wat dat inhoudt.
Jezus vertelt niet alleen over dat rijk van God, in Hem is God al begonnen zijn vredesrijk dichtbij te brengen voor mensen. In Jezus is iets nieuws begonnen. Zoals Henk Helmantel in zijn werk ‘Nieuw leven II’ laat zien. We zien een groen takje in een vaasje met water. Dat vaasje staat op een opengeslagen bijbel. Door de bolling van het glas wordt het woord Jezus uitvergroot. Zo wordt Jezus tot de wortels van die groene tak.
Zo hebben de eerste christenen al de tekst uit Jesaja 11 gelezen. Men voelde aan, deze tekst gaat niet alleen over een koning van vroeger, maar in het bijzonder over Jezus in wie Gods Geest van wijsheid, inzicht, kracht, verstandig beleid, kennis en ontzag op unieke wijze aanwezig is. In Jezus zien we hoe God zelf met rechtvaardigheid, recht en trouw de wereld zal veranderen. Totdat de tijd er is dat de wolf naast het lam zal liggen.
We zien uit naar de geboorte van Jezus, omdat daarmee God iets nieuws is begonnen. Uit wat totaal afgebroken leek is God in staat opnieuw iets te laten opschieten.
Maar advent legt ook onze blik naar onze toekomst, de toekomst van de wereld. Jezus heeft beloofd eens terug te komen. En het is een thema waar we het niet vaak over hebben. Misschien staat het ver van je geloof af. Maar de belofte staat. Die haalt Jezus nog eens extra aan. Er komt een tijd dat wij rechtop mogen gaan staan, om ondanks alle onrust in de wereld om ons heen, te kunnen leven met de belofte dat Gods rijk dichtbij is.
Dat is niet een stoplap om alles goed te praten en alle ellende onder het tapijt te vegen. Maar een uitnodiging om actief te verwachten. Omdat het niet alleen gaat over een gebeurtenis uit het verleden, maar om wat nog steeds te wachten staat. Jezus is gekomen en zal terugkomen. Er komt een tijd dat God op aarde zal komen, om deze wereld voorgoed te veranderen. In een wereld waar trouw en rechtvaardigheid oneindig zijn.
Dat is de verbindende link tussen de verhalen van de herfst en de verwachtingsvolle periode van advent. Nadat we gehoord hebben wat dat koninkrijk inhoudt, leren en stimuleren we nu elkaar om het actief te verwachten. Om rechtop te gaan staan en te zien waar we om ons heen al zien dat dit koninkrijk al wortel schiet. Omdat we er vast van overtuigd zijn dat in die oude boom die bijna dood lijkt te zijn, misschien nog onzichtbaar, iets nieuws aan het opbloeien is.
Dat de komende weken die hoop in ons mag groeien.
Amen