4 juni 2017
Gemeente van Jezus Christus,
Ik vond dit plaatje ergens op een site.
En ik vind ‘m zo geweldig.
Hier zien we de leerlingen getekend,
of althans een deel, op de dag van pinksteren.
Ze hebben blaadjes klaarliggen,
alsof ze aan het vergaderen zijn,
alsof ze de plannen aan het bespreken zijn,
maar alles waait weg.
Zelfs hun baarden waaien mee met de windvlaag
die door het raam komt aanzetten.
Nu weten we niet of het er echt zo heeft uitgezien he.
Waarschijnlijk niet, want in die tijd kon nog niet iedereen
lezen en schrijven,
dus zo zal het er niet precies uit hebben gezien.
Maar wel staat in de verhalen voorafgaand aan het verhaal
van vanochtend dat de leerlingen dit keer,
na hemelvaart, na de tweede keer afscheid nemen van Jezus,
zich meer aan het voorbereiden waren op het leven zonder hem.
Meer dan na pasen, toen alles hen wat meer overkwam,
en ze waren helemaal ontdaan toen van alles,
hadden ze er nu langer na over kunnen denken,
en hadden ze zelfs bedacht wie judas moest gaan vervangen
als 12e apostel.
Ze waren er dus mee bezig dat er apostelen, dat er een groep,
moest blijven om alles wat ze gezien en geleerd hadden
verder te brengen, de wereld in.
Maar hoe?
Tja.
Daarom vind ik dit plaatje mooi.
Vanwege die wind die door alles heen waait.
De heilige geest kent meerdere symbolen,
maar een daarvan is de windvlaag, zoals we lazen
in handelingen 2, vers 2.
Inspiratie, het woord zegt het al, dat komt van spiritus,
dat geest betekent, komt als een windvlaag,
die het huis vult.
Alle blaadjes waaien weg.
Als mensen willen we graag dingen uitdenken.
En dat is ook goed. Ons hoofd kan heel nuttig zijn.
Het kan ons beschermen voor valkuilen.
Het kan ons op de voor- en nadelen van iets wijzen.
Maar het is goed dat blaadjes soms wegwaaien.
Je kunt heel veel uitdenken. Maar er is ook iets anders nodig.
Iets wat ons meeneemt.
Zoals een ballon wordt opgeblazen.
De leerlingen, ze hadden zo veel vragen
de afgelopen weken aan Jezus.
Waar gaat u heen, en hoe moeten wij dan verder,
en wat is dan de weg waar u het over heeft.
Maar vandaag breekt er iets open.
Alle blaadjes waaien weg. En de leerlingen gaan naar buiten.
Ze vertellen in alle geuren en kleuren over
wat hen zo vult.
Ze spreken in de taal van het hart,
die voor iedereen verstaanbaar is.
Er is de taal van het hoofd, vol vragen.
maar er is ook de taal van het hart.
Pinksteren is het feest dat gaat over wat er gebeurt
als we geinspireerd raken en gaan spreken met ons hart.
Ooit hadden wij mensen uit Ghana op bezoek.
We zaten in de woonkamer koffie te drinken.
Mijn oma was er ook bij.
Ze kwam uit de keuken schuifelen met alle kopjes
op een dienblad. En voor wie mijn oma kende,
op het laatst van haar leven schudde ze altijd
heel erg en dat was toen ook al wel.
Dus ze kwam zo met de kopjes aan en ze vroeg:
wil je suiker.
Die gasten spraken alleen engels he.
Wil je suiker, vroeg mijn oma iets harder.
SUIKER.
Het was totaal niet duidelijk wat mijn oma wilde.
Maar toch was het wel duidelijk.
Yes yes zei de man waar de koffie voor was.
Het is een beetje een flauw voorbeeld,
maar ik geloof echt dat de bedoeling van wat we doen
overkomt ook als we de taal niet spreken.
Onze bedoeling komt van binnenuit.
En die wordt gevoeld.
Ik geloof dat het de schrijfster Maya Angelou is geweest die zei:
I’ve learned that people will forget what you said,
but people will never forget how you made them feel”
Mensen zullen niet altijd onthouden wat je precies gezegd hebt,
maar mensen zullen nooit vergeten hoe je ze hebt doen voelen.
De Heilige Geest spreekt de taal van het hart.
Als we ons openstellen daarvoor,
kan door ons die Geest spreken.
Dan wordt dat wat wij zijn, dan wordt dit lichaam
wat we gekregen hebben, dan wordt
de kerk die we samen vormen, een instrument.
Een instrument, een middel, waardoorheen de geest kan werken.
Ieder van ons. Ieder van ons heeft talenten gekregen.
Ouderwets gezegd zou je kunnen zeggen: gaven van de Geest.
Het zijn die dingen die we fijn vinden om te doen.
Waar ons hart van gaat kloppen als we er aan denken: boom boom.
Oh, dat kunnen zo veel verschillende dingen zijn.
Misschien wel dansen, of kunt u goed bakken, of
heel goed met geld omgaan, of heel goed luisteren,
of mooie dingen maken, of heel geduldig zijn,
of grapjes maken.
Ik kan het voor u niet genoeg bedenken. Bedenkt u zelf
Waarvan gaat uw hart sneller gaat slaan.
Er zijn misschien gedachtes die bij u opkomen als ik dat zeg:
oh maar ik heb niks hoor dat ik goed kan
of: ik kan dat niet goed genoeg
of: ja, maar wie heeft er nou iets aan mij
of: ja maar als ik daarmee te koop ga lopen is dat niet opscheppen.
Als deze gedachten zijn de stemmen van ons hoofd.
Het zijn de blaadjes waar we mee begonnen.
De lijnen die we hebben uitgeschreven, de kaders van ons leven.
Het is geweldig, ons hoofd, het probeert ons te beschermen.
Maar je mag de blaadjes laten waaien, vandaag zeker.
Als wij onze talenten gebruiken.
Als wij dat wat we gekregen hebben om te gebruiken
laten spreken, dan laten de geest werken
het heilige spreekt door ons heen.
Als we intunen op ons hart
dan vallen ook de vragen weg.
De vragen waarmee de leerlingen kwamen:
hoe dan, Jezus, welke weg, waar en met wie,
en wat moeten we dan zeggen.
Dát is onze gift aan de wereld. Zo dienen we.
Dienen heeft misschien de associatie met nederig zijn,
met buigen.
Maar nederigheid betekent niet dat je in het stof moet kruipen
maar dat je je ervan bewust bent wat je gekregen hebt,
en wat je te geven hebt.
Die nederigheid kun je ook vieren.
Zoals vandaag. We vieren alles wat ons gegeven is in de heiligheid
van de Geest die door ons heen werkt.
Wij zijn instumenten.
Geef het door.
Spreek de taal van het hart.
Dien de wereld.
Amen