Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

5 maart 2017

Gemeente van Jezus Christus,

Afgelopen woensdag was het aswoensdag,
het begin van de 40 dagen naar Pasen.
Een bijzondere tijd in de christelijke kalender,
een bijzondere tijd voor ons.

Vandaag is het de eerste zóndag in die 40 dagen tijd.
En we lezen dan (bijna altijd) het verhaal over Jezus in de woestijn,
zoals we ook vandaag hebben gedaan.
Het is een prachtig verhaal om mee te beginnen,
om zo met Jezus de woestijn in te gaan,
net als hem of hij net als ons,
veertig dagen en veertig nachten, om
naar onszelf te gaan en naar binnen te keren.
Want daar zijn die 40 dagen voor bedoeld.

Het feest van carnaval, dat in de ene plaats meer
wordt gevierd dan de andere, is het uitbundige, het naar buiten
gaan voordat die periode van inkeer naar binnen van start gaat.

Maar ook als je geen carnaval viert
is ons gewone leven grotendeels naar buiten gericht.
Werk, gezin, partner, vrienden, huisgenoten,
het huishouden vragen onze aandacht,
en we proberen dagelijks mee te draaien in wat er allemaal om
ons heen gebeurt.
Het is soms moeilijk om in dat naar buiten gericht zijn,
wat heel menselijk is, omdat
dingen onze aandacht vragen of opeisen,
om dan contact te houden met jezelf, met de stilte, met God.

Juist daarom zijn deze 40 dagen in het jaar zo belangrijk.
Het is een periode waarin de stilte een grote rol speelt,
het luisteren naar wat fluistert,
het zijn bij God.

In deze 40 dagen hopen we zo naar binnen te keren
dat we die dingen op het spoor komen die ons ook
verder dan deze 40 dagen nog kunnen helpen.

Dat we nieuwe ervaringen opdoen waarmee we,
ook na deze 40 dagen, op een andere manier in het leven
kunnen gaan staan.

Dat we opnieuw datgene vinden dat voor
ons belangrijk is. Dingen die we weer vergeten waren,
in de snelheid of soms juist de sleur van alledag.

Voor Jezus zijn de 40 dagen in de woestijn de opmaat naar zijn
publieke optreden.
Hij maakt zich als het ware klaar voor de komende jaren.
Ook bij Jezus zijn de stilte van de woestijn,
het zoeken naar betekenis en het zoeken naar God
belangrijke motieven.
Misschien dat Jezus naar de woestijn is gegaan om duidelijk
te krijgen waar het om gaat in het leven, om alleen zo
weer naar buiten te kunnen treden, met een boodschap
die waar en goed en vol leven voelt.

Midden in die zoektocht komt iemand of iets Jezus bezoeken.
Of verzoeken, zo je wilt.
In de oorspronkelijke griekse tekst staat er: ho diabolos kwam.
De duivel.
Nou heben we daar allemaal wel beelden bij,
gevoed door film of literatuur of bijbelprenten zelf.
Maar Diabolos komt van het griekse woord dia-ballein,
wat door elkaar gooien betekent.
Een diabolos die dus iemand die dingen door elkaar gooit,
of anders gezegd in de war gooit,
of door de war gooit.

Als iemand dingen door de war gooit, leidt dat af.
Je moet steeds weer opnieuw op zoek om te kijken wat nou
precies datgene was waar je naar zocht.
Het pad dat je wilde lopen.
Of wat nou de waarheid was.

Misschien hebben we allemaal wel eigen ervaringen daarmee.
Dat je door iets wordt afgeleid,
zodat je niet meer goed kan bepalen welke weg het
was die je wilde gaan.

Wij mensen kunnen daarin voor elkaar ook soms vriend of
vijand, engel of duivel zijn.
Er zijn helaas genoeg dingen die misgaan.
Binnen een relatie bijvoorbeeld, dat een partner
de ander steeds vertelt dat hij of zij niks voorstelt,
totdat die ander dat ook echt gaat geloven.
Of politici die de feiten verdraaien, zodat je heel hard
je best moet doen om kritisch te blijven kijken.

Wat is waarheid en wie kan je vertrouwen?

Er is een ding waar de waarheid mee kan worden getoetst,
en is dit:
De waarheid voelt altijd vrij.
De waarheid geeft lucht en ruimte,
de waarheid laat het pad zien,
de waarheid doet je ademen.
De waarheid is vrijheid, het is het omgekeerde van
geketend zijn, van vastzitten.

De jesajatekst, die andere tekst die we vandaag hebben gelezen,
noemt in dit kader het vasten.
Vasten is of kan een onderdeel zijn van de 40 dagen tijd.
Vasten wordt gedaan letterlijk, zoals Jezus dat
doet in de woestijn.
Maar kan ook op een andere manier ingevuld worden:
door bijvoorbeeld niet te snoepen,
of geen alcohol te drinken,
of geen social media te gebruiken.
En zo nog veel meer manieren.

Het “vasten” wordt soms door mensen met een gevoel van onvrijheid benaderd:
je mág iets niet. Je ontzegt jezelf iets.
Maar zo is het niet bedoeld.

Zo schrijft jesaja:
is dít niet het vasten dat ik verkies:
misdadige ketenen losmaken, de banden van het juk ontbinden,
de verdrukten bevrijden, en ieder juk breken?
Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen,
iemand kleden die naakt is,
je bekommeren om medemensen.

Vasten, het ondergaan van die 40 dagen en nachten op een andere
manier dan anders, helpt juist bij het inkeer.
En het vinden of hervinden van je pad,
en het zoeken naar dat wat echt belangrijk is.

Vasten helpt tegen de verwarring, het door elkaar gegooid worden,
het diaballein dat we allemaal wel eens ervaren in het leven van alledag,
afgeleid door meningen van anderen,
televisie, krant en media.

Het is juist een mogelijkheid om die vrijheid op te duiken die we verloren zijn
tussen alle afleiding in.
Het is de vrijheid ontwaren in de dingen die we soms zo snel vergeten:
hoe liefde werkt
en hoe vrij we zijn
als kinderen van God.

Het is teruggaan naar de kern, naar waar het echt om gaat.
Opeens weet je het weer:
dít is van belang.
Dit pad van mijzelf met God.

Die weg is geen gemakkelijke weg,
hij gaat altijd door de woestijn heen,
nooit er om heen,
maar in de inkeer van het vasten
vindt je de grootste schatten
en in de stilte God.

Amen