Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

8 januari 2017

Matteüs 3: 13-17. Doop van de Heer, Viering H.A.

Gemeente van de Heer,
Opeens is Hij er ook. Eerst is er in hoofdstuk 3 een lang verhaal over Johannes de Doper. Wat die zei en deed en hoeveel mensen er wel niet waren. En dan opeens … blijkt Jezus tussen de mensen te staan die gekomen zijn om zich door Johannes te laten dopen. De mensen voor wie Matteüs zijn boek vele tientallen jaren later schreef, en ook wij zelf natuurlijk, we hebben al lang de vraag: maar dat kan toch niet dat Hij gedoopt zou moeten worden. En dus spartelt Johannes tegen. Maar het is overduidelijk de bedoeling van Jezus zelf. Hij is gekomen om zich te laten dopen. En het antwoord dat Johannes krijgt is veelzeggend: Omdat het ons past álle gerechtigheid te volbrengen.
Vanmorgen drie korte aantekeningen bij het verhaal. Om te beginnen: de doop van Jezus is zijn eerste publieke optreden. Hij voegt zich in de rij van de boetelingen. Bekeert U. Laat je dopen tot vergeving van je zonden. Mag je alsjeblieft ook bij Jezus veronderstellen dat hij een zekere ontwikkeling heeft doorgemaakt. Tot inzichten is gekomen. Bijvoorbeeld toen hij over Johannes hoorde. Die boeteprediker bij de Jordaan die riep: Maak gereed de weg van de Heer, maak recht zijn paden. Keer je om. En tallozen kwamen. Jezus ook. En ze gingen onder in het water terwijl zij hun zonden beleden. In zijn eerste optreden maakt hij daarmee volkomen duidelijk dat Hij één van ons wil zijn. Zijn eerste daad is solidariteit.
Vervolgens is het goed om te letten op de eerste wóórden die we van Jezus horen. Hij spreekt over “álle gerechtigheid die gedáán moet worden”. Na deze eerste keer zal het woord “gerechtigheid” nog vijf keer voorkomen. En alle vijf de keren is dat in de Bergrede. Wanneer je van Matteüs wilt leren wat het betekent om “alle gerechtigheid van God” te vervullen, dan moet je de Bergrede lezen. Daar worden zij zalig gesproken die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Zelfs wanneer zij omwille van de gerechtigheid worden vervolgd. Ja, wanneer onze gerechtigheid niet groter is dan die van de Schriftgeleerden en Farizeeën, nóg groter, dan zullen we het koninkrijk der hemelen niet binnen gaan. Maar doe je gerechtigheid niet voor de ogen van de mensen. Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid en alles, alles zal je bovendien geschonken worden. Dank je wel Matteüs voor je duidelijke taal. Een handvol gerechtigheid. Wat Jezus bedoelt met het volbrengen van alle gerechtigheid, dat leren we in de Bergrede. Vandaag gaat het beginnen, het verhaal van Hem die thuis is bij de nederigen en zachtmoedigen, van hem die solidair is met allen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid.
Een derde, laatste aantekening. Want er klinken nog die ándere woorden: Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Daarin wijkt Matteüs af van zijn collega’s. Bij Markus en Lucas zegt de stem uit de hemel: JIJ, Jezus, bent mijn geliefde zoon. Bij Matteüs is het anders. Hier horen we een proclamatie die voor ieders oren is bestemd, dus ook voor de onze: DEZE is mijn geliefde Zoon. In Hem heeft God zijn welbehagen. Hij. Deze? Deze alleen? Zijn die woorden zó exclusief te verstaan?
Maar we leren tot slot van Matteüs een belangrijke les. In dit eerste evangelie leren we dat “kind van God zijn” betekent dat je de gerechtigheid volbrengt. Hij niet alleen! Integendeel. Hij als de eerste van zeer velen die de Bergrede leven. In dit evangelie zal het gaan om gehoorzaamheid, in de hemel alzo ook op aarde. Om het doen van de geboden. En als die weg ten einde toe gegaan is, dan zal een Romeinse centurio zeggen: Ja, Hij was het. Hij was het echt, Zoon van God.
Wat zou het goed zijn wanneer we steeds meer zouden leren om de evangelieverhalen niet exclusief te lezen maar inclusief. Dat wij, gedoopte leden van de gemeente van Christus, dit verhaal als ons verhaal zouden verstaan. Dat onze doop zou betekenen dat we gerechtigheid leven. We zouden kinderen Gods genoemd worden. Amen.