9 juli 2017
Gemeente,
De vakantietijd is aangebroken. De afgelopen weken vooral voor de gepensioneerden onder ons en over twee weken voor de gezinnen met schoolgaande kinderen. Een periode waarin we met zijn allen massaal onderweg gaan. Even een andere omgeving. Even los komen van alle dingen waar we normaal zo druk mee zijn.
Tijdens onze vakanties houden mijn man, Jelmer, en ik van wandelen. Al wandelend kom je heel wat verschillende wegen tegen.
Soms is een weg geplaveid, maar blijft het spannend hoe het er om de bocht uitziet
Soms gaat je weg stijl omhoog via een gevaarlijke route
Soms vind je wegen waar al eeuwen lang mensen gelopen hebben. Zoals deze Romeinse weg die Jelmer en ik in Luxemburg eens tegenkwamen. Een weg die al vele voeten gevoeld heeft, die vele verhalen kan vertellen.
Misschien kan je de kerk wel vergelijken met deze oude Romeinse weg. Zeker zo’n mooie oude kerk als die waar we nu in zitten, teruggaand tot ongeveer de 12e eeuw na Christus. De kerk als een plek waar al eeuwen lang mensen in beweging zijn, op weg zijn met elkaar en met God.
‘Hij die gesproken heeft een woord dat gáát
Een tocht door de woestijn
Een weg ten leven´
Zo zongen we eerder deze dienst met de woorden van Huub Oosterhuis. Al vroeg in de voorbereidingen op deze dienst waren het deze woorden die mij raakten en niet meer loslieten. Ik besefte me namelijk dat ik vandaag als predikant begin op een plek waar al heel lang dat woord van God gaande is. De koster Agnes vertelde afgelopen week dat het hier een leuke en actieve gemeente is. Week in, week uit wordt er uit de Bijbel gelezen, gezongen en gebeden, ontmoeten reisgenoten elkaar.
We beginnen niet iets nieuws vandaag. Ik begin niet iets nieuws vandaag. Ieder op onze eigen plek en in ons eigen tempo gaan we op een weg die lang geleden is begonnen en die doorgaat lang nadat wij er niet meer zijn. Dat kan een geruststellende gedachte zijn in een tijd waarin het geloof en de kerk niet meer vanzelfsprekend zijn. Dat gaan van het Woord van God is niet iets wat van u of van mij afhangt, maar is al meer dan 20 eeuwen lang een beweging die niet te stoppen is.
Vandaag bevinden wij ons wel op ons eigen kleine kruispuntje op die lange en brede weg. Ik als predikant, maar ook u als gemeente in Weesp. Via een zijweg voeg ik als het ware in, nadat ik afgelopen week in Den Haag ben uitgevoegd. De komende jaren mag ik met jullie oplopen, met deze gemeente en haar leden. Daar heb ik ontzettend veel zin in.
Maar het mooie vind ik vooral dat er beweging zit in die woorden van Huub Oosterhuis. God spreekt een woord dat gáát. Het is een tocht, een weg om te gaan. Dit staat in contrast tot hoe er van buitenaf naar de kerk wordt gekeken. Daar is het idee toch dat de kerk iets statisch is. Een museumstuk waar niet zo veel meer aan verandert.
Maar de kerk is zoveel meer dan het gebouw of de kerkdiensten op zondag. De kerk is bovenal een gemeenschap van mensen die zich geroepen voelen door God.
Die verzameling mensen is alles behalve statisch. We moeten afscheid nemen van mensen, maar we mogen ook nieuwe mensen verwelkomen onderweg. Het mooie aan deze foto vind ik ook dat er mensen om die kerk heen staan. Je kunt er bij, je kunt er uit weg. Je kunt het even vanaf een afstandje bekijken om te zien wat je er van vindt.
Wat mij betreft had deze foto op een grote landkaart of plattegrond van Weesp gestaan. De individuele leden van de gemeenschap staan immers met beide benen in het gewone leven. Daarom reageert ook de gemeenschap als geheel op wat er gebeurt in de wereld, in Nederland en ook op wat er gebeurt in Weesp. Zoals de wereld om ons heen verandert, zo verandert ook de kerk mee.
Dat is niet raar, want God spreekt immers woorden om mee te léven. En je leven staat toch niet stil? Zelfs als je ouder wordt heb je tegenwoordig een dynamische en drukke agenda. Midden in dat leven, waarin er elke dag van alles gebeurt waar je op moet reageren, durft God om onze hand te vragen. Daar wil Hij dat zijn woorden van betekenis zijn en richting geven aan ons denken en handelen.
Die dynamiek proef je in de woorden die Paulus schrijft aan de gemeente in Tessalonica. Hij schrijft aan een gemeente die hij pas gesticht heeft. Die in huiskamers bij elkaar komt. Die nog zoekend is hoe je een gemeente met elkaar vormt.
Eerst zegt hij dat ze de mensen moeten respecteren die zich op een bijzondere manier inzetten voor de gemeente. Paulus moedigt de gemeente aan om naar buiten te gaan om daar de mensen die klein van moed zijn te bemoedigen, de zwakken te ondersteunen en naar het goede te streven voor elkaar en voor alle mensen.
Dan volgen de oproepen waarmee wij onze lezing begonnen zijn.
Wees altijd verheugd,
Bid zonder ophouden
Dank God voor alles
Het is niet een lijstje van dingen die moeten. Het is een aanmoediging om in nauw contact met God te leven. Niet alleen op zondag, maar iedere dag van je leven. Niet alleen als individuele gelovige, maar juist ook als gemeenschap. Wees blij om de dingen die goed gaan, de kleine tekenen die hoop geven. Praat met God over alles wat er speelt, vraag Hem wat Zijn verlangen is voor de gemeente. Benoem met elkaar de dingen waarvoor gedankt kan worden, groot en klein. Vooral omdat we dat zo vaak vergeten.
Deze drie aanwijzingen worden afgesloten met de zin ‘Want dat is wat God van U verlangt in Jezus Christus.’ De spiegel die ons wordt voorgehouden is Jezus. Als iemand heeft laten zien dat Gods woorden je uitnodigen om op weg te gaan dan was het Jezus wel. In zijn leven was hij voortdurend in beweging. Ik heb er altijd bewondering voor hoe Jezus was vol liefde en geduld op weg was met zijn leerlingen. Hoe hij niet vergat om zich heen te kijken en oog te hebben voor de mensen die hij onderweg tegenkwam. Hij zag zo vaak het verlangen waarmee zij leefden. In de verhalen van de evangeliën lezen we hoe Jezus steeds het contact zoekt met God. Onderweg leeft hij met God.
Als gelovige, als gemeenschap van gelovigen, roept God ons om Jezus te volgen op die weg. Samen mogen wij achter Hem aan op weg gaan door woestijnen én door groene dalen heen.
Al die dynamiek is leuk en aardig, maar je moet het wel vol kunnen houden, hoor ik u denken. Dat brengt mij bij het andere gezicht dat de kerk volgens mij heeft. De kerk is dynamisch en verandert, maar het is ook een plek om even uit de hectiek van het leven te stappen. Niet voor niets heb je onderweg tijdens wandelingen, vooral in het buitenland, van die mooie kapelletjes waar je even kan uitrusten. Waar je even stil kan zitten om van een afstandje te bekijken wat er toe doet en wat er niet toe doet in je leven.
In een wereld waarin we voortdurend op zoek zijn naar meer, naar anders, naar beter, ademt de kerk een sfeer van trouw. Trouw ten opzichte van de mensen met wie je een gemeenschap vormt. Trouw ten opzichte van de fysieke plek de kerk staat. Trouw in de mooie tijden, maar ook in de moeilijke tijden. Daarmee hebben we een waardevolle schat in handen. Eentje om zuinig om te zijn, maar ook om anderen van mee te laten profiteren.
De basis voor die trouw rust niet in onszelf. Uiteindelijk zijn wij kinderen van onze tijd, en voelen we in onszelf ook de onrust die we om ons heen zien en merken. Ons erbij-blijven heeft zijn basis in God die nooit loslaat waar hij aan begonnen is. Of zoals Paulus het zegt aan het einde van zijn brief aan de gemeente in Tessalonica: ‘God die u roept is trouw en Hij zal zijn woord houden.’
Ik hoop zo de komende jaren samen met u te kunnen bouwen aan een veelkleurig gemeenschap die in beweging is, waar van alles gebeurt, maar die tegelijkertijd trouw blijft aan zichzelf, trouw blijft aan God en trouw aan elkaar.
Laten wij samen een huis bouwen waar liefde kan wonen
Waar iedereen veilig is en vergeving geoefend wordt
Een huis gebouwd op hoop, dromen en visioenen
Waar liefde mensen samenbindt
Een huis waar iedereen welkom is
Laten wij samen een huis bouwen
Waar het woord van God geleefd wordt
Waarbij de helpende handen van hen die zich hier thuis voelen
Ver buiten de muren van dit gebouw reiken
Om daar te helen, op te bouwen en te dienen.
Een huis waar we via de vreemdeling en de buitenstaander
God in het gezicht kijken.
Een plaats waar einde wordt gemaakt aan angst en haat.
Een huis waar iedereen welkom is
Laten we samen een huis bouwen
Waar iedereen een naam en een gezicht heeft
Waar visioenen en liederen gehoord worden.
Een huis gebouwd op tranen, noodkreten én gelach
Op geloof, hoop en liefde
Laat dít huis van fundament tot torenspits uitdragen:
Iedereen is hier welkom.
Amen