21 september 2014
Oecumenische Viering
Jona 3.10 4:1-10, Matteus 20: 1-16
Wapen je met vrede, en het eerste wat we te zien kregen bij aanvang van de dienst, was het beeld “de Zwevende” van de beeldhouwer Ernst Barlach. Het is een monument voor de slachtoffers van de eerste wereld oorlog in 1927 opgehangen in de Güstrower Dom in Duitsland. Sereen is het woord dat bij mij te binnen schiet bij het zien van dit zwevend lichaam. Oorlog kent veel doden. Dood is dood, maar toch, zegt dit beeld mij. “Wanhoop niet. Sluit je ogen niet voor de werkelijkheid, maar sluit je ogen om naar binnen te keren, en je daar te wapenen met vrede.” Wapenen met vrede, hoe doe je zoiets?
De Bijbelse verhalen vragen om naast ons eigen verhaal geplaatst te worden, zodat wij inzicht krijgen en richting ontwikkelen in ons doen en laten. Neem nou dat verhaal van Jona. Hij is boos op God. Waarom? Omdat zijn ingebeelde gods verwachtingen niet uitkomen. Die verschrikkelijke wellustige inwoners van Nineveh, die alles deden wat god verboden had, kregen van hem Jona, te horen dat zij gedoemd waren. Blijkbaar hadden ze Jona z’n woorden toch in hun oren geknoopt, en tot verbetering besloten. En dus dat hele voorspelde “naar de verdoemenis gaan” bleef uit. Het gebeurde niet. Hoe kan God zo barmhartig zijn, zo vergevingsgezind gezind, dat bestaat toch niet? Welles. Maar Jona wou er niet aan. En wij? Het is toch godsonmogelijk om ons te wapenen met vrede, wanneer wij geconfronteerd worden met beelden van mensen die direct daarop onthoofd worden, met beelden van mensen die wanhopig uit schuilkelders tevoorschijn komen om te aanschouwen hoe hun huis, hun thuis, dat ze hun leven lang hebben opgebouwd, in puin ligt. Wanneer wij zien dat mensen op reis na vakantie bestemmingen, congressen, enz. zittend in een vliegtuig, door een onzinnig conflict tussen Russen en Oekraïners dood uit de lucht komen vallen. Bij het zien van dode bootvluchtelingen die bewust door mensensmokkelaars een waterdood ingejaagd werden. Woede en angst is wat wij voelen. En in onze onmacht hopen wij misschien dat God de nodige straffen zal uitdelen. Lijken wij op Jona misschien? In het verhaal doet Jona, wat wij dikwijls ook geneigd zijn om te doen. Erbij neer zitten, nukkig, boos, machteloos, schuldigen aanwijzen. En dan gebeurt er iets vreemd in het verhaal.
Zou het gedroomd zijn? Dat is niet de vraag waar het om gaat. Het Bijbelboek zet ons een beeld voor. Jona zit. Het is er heet. Dan groeit er snel een boom. Het is lekker zitten in de schaduw van al die takken en bladeren. De volgende dag is de boom verdord – weg schaduw gevende takken en bladeren . Het is heet, een vervelende wind waait. En Jona komt tot inzicht; wie is hij te oordelen over waar de grenzen van Gods barmhartigheid horen te liggen. Na binnen kijkend komt hij tot de ontdekking dat er grenzen zijn aan vermogen om te oordelen en veroordelen. Deze innerlijke gewaarwording wapent hem om weg te trekken van onder de boom, en te werken aan vrede.
De omslag van het orde van het dienstboekje, laat een merkwaardig schilderij van mijn hand zien. Wat zien we? Het karkas van een stier hangend aan een kruis. Voorop een meisje en een jongetje en twee dode duiven. We zien het, en vragen onszelf af wat het allemaal te betekenen heeft .Kunstkenners zullen onmiddellijk herkennen dat ik het beeld van deze stier van Rembrandt en later Francis Bacon, en Marc Mulder geleend heb. Welke betekenis hadden Rembrandt, Francis Bacon, Marc Mulder aan die verhangen stier gegeven. Het is nu eenmaal zo; wij geven betekenis aan alles wat wij zien, en ervaren,en bij allen ontmoetingen. En daarover hebben wij dan onze eigen mening. Maar niet alles is altijd zoals het lijkt. Dat schilderij is geen letterlijke weergave van twee kinderen die toevallig bij een opengesneden stier aan een kruis, zitten te kijken naar twee dode duiven. De beelden zijn bij mekaar gebracht om onze gedachtegang uit te dagen. Dat is wat Jezus doet met zijn verhaal over de beloning van de dagloners. Morgens worden mensen ingehuurd voor een dagloon. In de middag worden weer mensen ingehuurd voor hetzelfde loon. Later weer, en dan weer eens, een uur voor sluitingstijd, voor hetzelfde dagloon. Zij die als eersten s ‘ochtends werden ingehuurd, verwachten meer te ontvangen dan degenen die net een uur hebben moeten werken. Maar nee. Dat kan niet. Dat voelt niet goed. Dat voelt onrechtvaardig. Maar met dit verhaal nodigt Jezus zijn toehoorders en ons, om verder te kijken. Om dieper in te gaan op het verhaal. Kijk niet maar naar beloning op gedane arbeid. Maar kijk naar de bredere werkelijkheid. Zie de dagloners. Het verhaal verteld ons niks over waarom precies de mensen werden aangenomen op die verschillende momenten. Het verteld dat elke dagloner toegang moet hebben tot een dagloon om hem en zijn gezin op een menswaardige manier te kunnen onderhouden. Gods barmhartigheid bestaat hierin. Namelijk, werken aan een wereld waar elk mens, ongeacht ras, taal, nationaliteit , godsdienst, geslacht of wat voor verschillen mensen onderling ook onderscheiden., elk mens tot zijn en haar recht kunnen komen.
Dat is je wapenen met vrede.
De gekruisigde stier staat als symbool voor alle onschuldig, lijdende mensen, dieren en natuur door de hele geschiedenis heen tot op vandaag, die geofferd worden op het altaar van eigenbelang en hebzucht: is dat een wereld die wij dit onschuldig meisje en jongetje, onze kinderen, kleinkinderen en toekomstige generaties willen nalaten? Die dode duifjes – vrede opgeofferd voor financieel en politiek belang. Zo werk je niet aan vrede? Zo niet, nee. Maar kijk en zie, de Zwevende, het beeld gemaakt door Ernst Barlach. Sereen is dit oorlog monument. Dood is dood, maar toch zegt dit serene beeld, wanhoop niet, sluit je ogen niet voor de werkelijkheid, maar sluit ze om naar binnen te keren en je daar te wapenen met vrede. Met het verhaal van Jona en Jezus binnen in ons en zo wapenen wij ons met vrede.
Zo bidden wij vandaag toch!