23 november 2014
Epistellezing 1
Thessalonicenzen 5:4-11
Duisternis overvalt je als je ten prooi bent aan verdriet. Donkere wolken van verdriet, eenzaamheid en gemis hebben zich boven je leven samengepakt. En verdriet, dat beheers je niet; dat overvalt je telkens weer, zomaar, onverwacht. Dat verdriet beheerst jou, helemaal. En dan die herinneringen. Aan de een kant doet het je goed om terug te kijken op wat geweest is. Maar aan de andere kant, het is zo pijnlijk dat dat allemaal voorbij is, verleden tijd is. Rouw bevat heel wat duistere elementen die het leven grijs en grauw maken. Geen lichtpuntje te zien. Hoe moet je verder, in die dodelijke eenzaamheid die al je kracht ondermijnt?
Des te nadrukkelijker klinkt hier de blijde boodschap dat wij kinderen van het licht zijn, dat het niet goed voor een mens is als er alleen maar verdriet is, als je alleen maar donkere wolken om je heen ziet. Wij zijn voorbestemd om geen duistere machten, maar kinderen van het licht van Pasen te zijn. Kinderen van God, die onderweg naar het Koninkrijk wandelen bij het licht van de Thora. Kinderen van God, die leven in het licht van de Opgestane. Mensen in wier leven niet de dood, maar het goede leven het laatste woord heeft.
In het rijk van de dood is het leven niet om te harden, zo somber en zwaar. Dankzij Christus valt er licht over ons grauwe bestaan. De Opgestane sleurt ons weg uit het land van de dood, weg uit die beklemmende stemmingen die zo’n pijn doen. Mens, durf te leven!
Ja, ik weet dat het moeite kost, veel moeite om overeind te blijven; dat het enorm veel energie kost om de kring van dood en verdriet te doorbreken. Herinneringen en sombere buien zullen altijd je deel zijn, levenslang. Vergeten doe je het niet. Maar laat dat alles uw leven alsjeblieft niet totaal beheersen! Want het leven is meer waard dan alleen maar duisternis. Laat de zon kunnen doorbreken in uw bestaan en verspreid dat licht van Christus om U heen. Sluit je niet in jezelf op, in je kleine wereldje van verdriet en gemis. Laat U niet klein krijgen door de dood! De dood met al zijn gruwelijke aspecten en walgelijke gevolgen kreeg Mij, de Opgestane, ook niet klein. Leef uit de vreugde van Pasen!
Over tegenwicht gesproken, als signaal dat God ons weer in balans wil proberen te krijgen. Want wij ZIJN natuurlijk helemaal uit ons evenwicht door de dood van die ene. En nu probeert de Opgestane ons leven weer op koers te krijgen. Daarom breekt Hij in ons leven in, als een dief in de nacht. Daarom stelt Hij tegenover al die sombere wolken het licht van de wolkkolom die ons door die woestijn van verdriet heen leidt. God, de tegenpool van de dood, als tegenkracht, als tegenwicht tegen al die somberheid, al dat verdriet. God, de dwarsligger, die ons altijd weer een alternatief en daarmee perspectief biedt. Deze blijde boodschap moet klinken opdat wij niet ten onder gaan aan onze diepe ellende. Laat U niet in slaap sukkelen door de dood, maar blijf waakzaam, blijf oog houden voor wat een mens goed doet, voor wat een verdrietig mens nodig heeft. Wij behoren toe aan de dag, niet aan de nacht van de strenge, bittere dood. Die breekt al meer dan genoeg in in ons bestaan.
Hoe kan je je wapenen tegen die geweldige krachten van verdriet en eenzaamheid die je helemaal leegzuigen? Met het harnas van geloof, liefde en hoop. Ja, je hebt een pantser nodig om weerstand te kunnen bieden aan al die destructieve krachten die op je inbeuken en je leven vernielen. Zonder olifantshuid kom je er niet uit. Je hebt de kracht en de moed van het geloof nodig om met Gods hulp verder te kunnen kijken dan die grijze wolkenmassa die je helemaal inpakt. Je hebt het geloof nodig om meer te kunnen zien dan rouw, die rauwe massa van verdriet die je helemaal sloopt. Je hebt het geloof nodig om overeind te kunnen blijven, zodat de dood NIET het laatste woord heeft in je leven.
Je hebt de liefde van lieve mensen om je heen nodig die je op sleeptouw nemen en je er doorheen slepen, door die wattendeken van negatieve gevoelens. Durf U gewonnen te geven aan hun inzet, ook als U GEEN zin heeft om ergens heen te gaan. Blijf mensen opzoeken! Dan blijven zij U ook opzoeken. U heeft hun hulp en hun steun zo nodig, harder nodig dan je denkt als je zwelgt in zelfmedelijden, ja daaraan ten onder dreigt te gaan.
Ondanks het feit dat U alles wat je lief en dierbaar is verloren hebt, mag de hoop in uw leven niet ontbreken, opdat U niet ten prooi valt aan een dodelijke wanhoop. Je uit een depressie moeten wurmen is een helse toer. Probeer dus vooral niet in zoveel negativisme te vervallen, maar enigszins overeind te blijven. Dat gaat niet lukken zonder hoop, zonder uitzicht, zonder perspectief.
Als het leven hopeloos wordt, wordt het leven onleefbaar. Dat harde lot wenst niemand U toe. Zonder hoop, zonder levenslust gaat een mens ten onder. Leven op de automatische piloot is op de lange duur geen leven meer.
Geloof, naastenliefde en hoop houden ons overeind wanneer de golven van ons verdriet over ons heenslaan, ons dreigen te overspoelen, ons dreigen te vermorzelen. Geloof, hoop en liefde geven ons de houvast die wij zo nodig hebben in dagen van rouw. Daarom klinkt hier de blijde boodschap: Hij is voor ons gestorven, opdat wij samen met Hem LEVEN. Niet vegeteren, maar LEVEN. Leven doe je ten diepste aan de hand van de Levende, gedragen door de God die ons het leven heeft gegeven als een geschenk, om er samen met anderen iets goeds van te maken.
Het leven krijgt pas diepgang en perspectief dankzij dat mysterie dat wij God noemen, dat geheim dat wij niet nader kunnen definiëren, maar ons wel de nodige kracht en troost geeft. Dus troost elkaar en wees getroost door het geloof in die Ene, die ons troost en kracht geeft om verder te gaan, ondanks al onze ellende.
Mogen geloof, hoop en liefde Uw deel zijn en moge U zich gedragen weten door de Levende, de Eeuwige, geprezen zij Zijn Naam. Amen.