25 december 2014, Kerstmis
Lieve mensen,
Deze foto is gemaakt door een kunstenaar in Los Angeles.
Dolend door de stad brengt hij bezoeken
aan zwervers die daar op straat leven
en spuit voor hen een huiskamerinterieur
op de plek van hun tijdelijke verblijf.
Zo zie je op deze foto een hemelbed,
een vriendelijk nachtkastje
en een raam met een uitzicht waar de zon door heen schijnt.
De kunstenaar geeft daarmee deze mensen die op straat leven
een denkbeeldig dak boven hun hoofd.
Ook geeft hij ze eten, staat op de website,
en luistert als ze wakker zijn naar hun verhaal.
De kunstenaar zelf wil anoniem blijven.
Ik herinner me een dag dat ik meeliep met het straatpastoraat in amsterdam.
Het was een gure, koude dag,
misschien ergens in november of december, dat weet ik niet meer precies.
In een zaal in amsterdam west
was koffie en thee te halen. En eierkoeken.
Er zat een maatschappelijk werker klaar,
vrijwilligers waren er, en de straatpastor.
De zaal was een ruimte, een plek om even op te warmen,
op adem te komen en verhaal te doen.
Toch kwam natuurlijk aan het eind van de middag het moment
dat de kopjes koffie werden opgeruimd en afgewassen.
De verwarming ging uit, en de zaal dicht.
Terwijl ik later op het station op de trein stond te wachten,
gingen de gezichten van de mensen die
er waren geweest door mijn hoofd.
Ik vroeg me af waar ze nu zouden zijn?
Dwalend door Amsterdam?
Op weg naar het Leger des Heils?
Ik voelde me schuldig met mijn retourtje weesp en het riante huis
dat daar op me lag te wachten.
Wat een luxe.
Het ontroert me elk jaar weer dat we met kerst,
het feest dat met luxe en gezelligheid ingevuld wordt,
het rauwe verhaal lezen over mensen die onderweg zijn.
Opgejut door de politiek in die tijd, de romeinse onderdrukking,
die iedereen in het rijk geregistreerd wilde zien,
worden jozef en maria gedwongen om op weg te gaan
om zich te melden in hun geboorteplaats.
Het wordt een moeizame en lange reis, hoogzwanger,
van nazaret naar betlehem.
Daar aangekomen, met de kilometers achter hen,
het stof in de kleren, en plakkerig zweet op hun rug,
is er nergens plaats om te overnachten.
Ze worden weggestuurd,
en terwijl ze lopen te zoeken naar een plek om bij te komen,
om uit te rusten,
begint Maria’s bevalling.
Onder een afdak voor de dieren, komt Jezus ter wereld.
Zijn eerste plek in het leven is een voederbak.
Een van de daklozen die ik sprak die middag in amsterdam
vertelde me dat wat hij het meest vervelend vond van het
leven op straat het constante gevoel van opgejaagd zijn was.
Sowieso, zei hij, krijg je weinig slaap.
Het is koud en je moet alert zijn.
Ook als je binnen slaapt,
in een zaal met vreemden. Sommige gezichten ga je na verloop van tijd misschien herkennen,
maar vertrouwen is moeilijk. Wie kan je echt vertrouwen?
En dus ben je altijd moe, want je bent altijd onderweg,
en er is bijna nooit een gelegenheid of een moment waarop je echt kunt ontspannen.
Wat is het hebben van een huis
toch eigenlijk belangrijk, dacht ik toen.
Je eigen plek, alleen of samen met mensen die je kent,
om te kunnen zijn.
Is het niet geweldig om een huis te hebben,
waar u straks heengaat,
waar u koffie kunt gaan drinken, de verwarming lekker aan kunt zetten,
thuis te komen,
en kerst te vieren?
Maar is het hebben van een huis ook gelijk aan het hebben van een thuis?
Een huis is een ruimte, een plaats, een dak hebben, beschutting.
Een thuis is misschien iets anders, is een gevoel.
En thuis komt denk ik niet altijd gelijk mee met het hebben van een huis.
Misschien dat daarom ook kerst door
veel mensen ook als een opgave wordt gezien.
‘Moeten we opeens gezellig doen!? Nou daar heb ik helemaal geen zin in’.
Zo kun je je plotseling misplaatst voelen op de kerstvisite.
Je bent binnen, beschut, er is eten, er zijn mensen,
je hoeft verder nergens heen,
en toch voel je je niet relaxed.
Sterker nog, je voelt de plotselinge behoefte om een blokje om te gaan,
en even zuurstof te happen.
Thuiskomen heeft daarom misschien nog het meest
te maken met veiligheid.
En dan bedoel ik niet de veiligheid van letterlijk gevaar,
een aanval of dreiging.
Maar het gevoel dat het goed is,
dat het goed is zoals het is.
Je hoeft je niet beter voor te doen dan je bent, of anders.
De mensen met wie je bent vertrouw je.
En ze kennen jou. Je beste en je minder prettige kanten.
En dat is oke.
Als je je op die manier veilig voelt,
dan kun je je ontspannen. En dan hoef je nergens meer heen.
Jezus kreeg niet een heel ideaal begin van zijn leven,
de plek waar hij ter wereld kwam was een plaats bij gebrek aan beter.
Zijn eerste ervaring was er een van uitsluiting,
van nergens welkom zijn.
Een voederbak was de wieg, omdat zijn ouders
nergens meer bijpasten in de
nachtverblijven van de stad.
Ik vind het daarom zo mooi dat Jezus opgroeit
tot iemand bij wie juist
mensen zich welkom voelden.
Want dat is wat hij uiteindelijk moet hebben uitgestraald:
Een plaats te zijn voor mensen die onderweg zijn of zwervend.
Iemand bij wie je terecht kunt.
En bij wie je je veilig kan voelen.
Ik denk dat dat het hoogste is wat je een ander kunt bieden.
Een plek om te zijn.
Natuurlijk lukt dat niet altijd. |
Sterker nog, het lukte Jezus volgens mij ook niet altijd
En wij, ja wij zijn ook maar mensen.
Sommige dingen vinden we moeilijk,
of kunnen we moeilijk meer overweg.
We maken ruzie soms,
we hebben onze eigen onzekerheden.
We kunnen elkaar dwars zitten.
Maar dat betekent toch niet dat we het niet kunnen blijven proberen?
Deze kerst kijk ik naar die kunstenaar.
Het was niet alleen dat hij een huis spoot, een kamer, een raam,
een uitzicht.
Het was het thuisgevoel dat hij voor even wilde geven.
Een plek om te ontspannen.
Zo waren ze samen, twee mensen,
kunstenaar en dakloze, en deelden ze iets.
Hun verhaal, hun aandacht, het moment.
Daarom wens ik voor iedereen deze kerst een thuis.
Je welkom voelen, of iemand anders welkom heten,
Een moment, een plek of een persoon
om bij uit te rusten en bij te komen.
Dan hoef je even iets te doen. Alleen maar te zijn zoals je bent.
Amen