16 november 2014
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Zo maar een greep uit de nieuwsberichten van deze week:
In Sierre Leone zijn speciale begrafenisteams: mensen die overleden Ebolapatienten die dan nog steeds besmettelijk zijn, begraven. ‘Ik ben niet bang’ zegt één van hen, ‘want ik vertrouw op Jezus.’ Ebola, een zeer besmettelijke ziekte, die het sociale leven in een aantal landen in West-Afrika totaal plat legt. Kinderen van gestorven Ebolapatienten worden gemeden ‘zouden zij ook niet nog steeds besmettelijk zijn…’ èn zij hebben geen financiële middelen om naar school te gaan bijvoorbeeld.
Een tweede bericht
De Nederlandse overheid moet het recht van ongedocumenteerde vreemdelingen op voedsel, kleding en onderdak – bad, brood en bed – als noodzakelijke voorziening ter bescherming van hun menselijke waardigheid nakomen – zoals overeengekomen in het Europees Sociaal Handvest. Dit naar aanleiding van de klacht die de Protestantse Kerk in Nederland (onze kerk) heeft ingediend bij de Raad van Europa tegen de Staat der Nederlanden. In haar uitspraak zegt het comité onomwonden
dat onderdak moet worden geboden aan volwassen migranten die zich in een illegale situatie bevinden. Ook als ze de opdracht hebben gekregen het land te verlaten en hieraan geen gehoor kunnen of willen geven. Momenteel is de situatie in Nederland zo dat uitgeprocedeerde vluchtelingen op straat belanden. De overheid biedt geen enkele opvang. Het meest bekende voorbeeld van deze situatie is de groep uitgeprocedeerde vluchtelingen in de vluchtgarage in Amsterdam. Deze mensen worden nu geholpen door een grote groep vrijwilligers en maatschappelijke organisaties, zoals bijvoorbeeld de Protestantse Kerk Amsterdam. Het bieden van basisvoorzieningen voor ongedocumenteerden is op basis van het handvest vereist en moet wettelijk geregeld zijn. En dus niet afhankelijk van liefdadigheid. Het recht op bad, brood en bed is
volgens het Europees Comité gekoppeld aan het respect voor menselijke waardigheid.
[aan het einde van de preek staat een link naar een filmpje van Kerk in actie over dit onderwerp]
Een derde bericht
De vrouw van Zaouai Karim krijgt tijdens haar zwangerschap een hersenbloeding. Ze zal op 17 november – morgen dus – per keizersnede bevallen. Daarna zal zij opnieuw moeten leren lopen en continue begeleiding nodig hebben. Zaouai Karim heeft van zijn collega’s, bus- en tramchauffeurs in Nice (Frankrijk) vrije dagen gekregen om voor zijn zieke vrouw te gaan zorgen. Van hoog tot laag in de organisatie, of ze hem nu wel of niet kenden, hebben 250 collega’s totaal 362 dagen beschikbaar gesteld.
De hedendaagse vormen van ‘de werken van barmhartigheid’ worden ons in de schoot geworden. Daarmee is het evangelie van vandaag gloeiend actueel en beremoeilijk!
‘Heer wanneer dan?’ vragen beide groepen als Jezus hen confronteert met wat ze gedaan of juist nagelaten hebben aan iemand die in nood was. ‘Heer wanneer dan?’ we hebben niet gezien dat u het was….
We hoorden zojuist een gedeelte uit een toespraak van Jezus. Hij spreekt over ‘de mensenzoon’. De profeet Daniel ziet, net als zijn collega-profeten, hoopgevende visioenen. Hij ziet onder andere iemand als een mensenzoon, een mensenkind die voor de troon van God het koningschap ontvangt, voor altijd, over alle volken. Het is een koning met een bepaalde opdracht. Voor Jezus is ‘de mensenzoon’ een vast beeld waarmee hij deelt in de verwachting die er in Israel is. Later is Jezus door zijn volgelingen als de mensenzoon geidentificeerd: dat was hem!
De mensenzoon wordt gelijk gesteld aan de koning. De koning is de hoogste instantie die waakt over gerechtigheid, sterker nog die dit beleid belichaamd, iemand die opkomt voor allen die te lijden hebben van onrecht. Daarom ook worden de koningen, bijvoorbeeld in het Oude Testament, het zo zwaar aangerekend als zij hun macht misbruiken. Koning zijn heeft niet alleen maar privileges!
Het is deze mensenzoon die een scheiding aanbrengt, en dat is normaal herderswerk. De schapen en de bokken scheiden moet gelezen worden als het scheiden van de schapen en de geiten na een dag een gemengde kudde zijn geweest. Geiten hebben een overdekte ruimte nodig, meer en intensievere verzorging. Schapen kunnen gerust onder de blote hemel verblijven ’s nachts. Schapen met hun witte vacht staan symbool voor de rechtvaardigen.
Aan de hand van zes voorbeelden, zes werken van barmhartigheid wordt uitgelegd waar het om gaat: menselijke waardigheid, solidariteit als het doorgeven van goddelijke barmhartigheid. Gerechtigheid en barmhartigheid zijn universele maatstaven om het menselijk bestaan waardig en volwaardig te maken. Dat geldt van pool tot pool, of je nu christen ben of niet.
Wie dat ook vindt, doet aan zijn of haar naaste wat nodig is, bekommert zich om iemand om wie niemand zich bekommert. Dat zijn de geringnsten, met wie Jezus zich identificeert.
Jezus noemt zes werken die alle zes aan levenden gedaan worden: hongerigen, zij die dorst hebben, ziek zijn of in de gevangenis zitten, naakt zijn of vreemdeling. Het begraven van de doden is in de Middeleeuwen, toen de pest rondging, door paus Innocentius III toegevoegd.
Waar een mens zijn medemens in barmhartige liefde opzoekt en helpt, ontmoet hij Jezus die zich
met hem, die barmhartige liefde nodig heeft, als broeder heeft verbonden.
Dus ‘Heer wanneer dan?’
Abbé Pierre, de Franse priester die de Emmausgemeenschappen stichtte, waarin de onderlinge solidariteit gedeeld werd, en waaruit onder meer kringloopwinkels zijn voortgekomen,
zei het volgende:
‘Het spreekt vanzelf dat de oplossing niet hierin ligt dat iedereen in vuilnisbakken moet gaan graaien,
of dat ministers op straat moeten gaan slapen, doch hierin dat een ieder volgens zijn plicht, volgens zijn verantwoordelijkheid, zijn sociale rang, zijn functie of positie doet waarvoor hij is aangesteld,
doet wat in zijn macht is om aan hen die het meest lijden het eerst zijn zorg te besteden.’
Dus ‘Heer wanneer dan?’ Altijd, wanneer het maar nodig is, voor wie het maar nodig heeft. Omdat je leeft uit een houding van barmhartigheid en gerechtigheid, en dat wilt delen, belangeloos.
Dat is een keuze, omdat je ziet dat niets doen/nalaten geen optie is.
Het effect van de keuze is groot, dat komt ook in de toespraak van Jezus aan de orde.’Het is zwart/wit,’ zei iemand afgelopen maandag. Dat is het inderdaad! Het beeld van het eeuwige vuur is een waarschuwing! Dit staat er op het spel! Dat is niet niets.We maken er een hel van voor elkaar
als we onszelf buiten de liefde en het heil van God plaatsen.
Je kunt het van de andere kant bekijken – dat klinkt iets vriendelijker, maar het wordt er niet minder zwart/wit van: de barmhartigheid die wij doen in het gewone leven, heeft een oneindige betekenis,
heeft een betekenis alsof het de eeuwigheid betreft. In de gewone aandacht die er is
voor de mensen die op onze weg komen, zit een oneindige waarde. Want God zelf is daarin verborgen aanwezig. Jezus Christus zelf komt ons tegemoet in deze mensen. Dat is de oriëntatie,
dat is de blikrichting die het evangelie ons laat zien. Zo is het gesteld met de aandacht en zorg
die mensen in nood van ons vragen. Het gaat om een godsdienst van de aandacht en liefde die wij voor elkaar weten op te brengen als het erop aankomt in het leven, als onze waardigheid,
onze levensbasis op het spel staat.
Want – zo concludeerden we afgelopen maandag – er staat wat op het spel. Als oefening bedachten we hedendaagse vormen van de werken van barmhartigheid. We kwamen op de voedselbank en de kledingbank, de Ebola begrafenisteams en de begrafenissen die door de gemeente worden uitgevoerd, bezoekwerk door o.a. Kerkcontact in onze eigen gemeente, de paasgroetenactie aan gedetineerden en de acties van Amnesty International, de uitspraak over de menswaardige behandeling van ongedocumenteerde vreemdelingen, aangekaart door de Protestantse Kerk.
Wat doen we zelf? Mag het ook ons iets kosten?
De bekende verzetsman Henk van Randwijk zei ooit: ‘Ik word telkens weer gepakt door die centrale boodschap van het christendom, dat die wij God noemen barmhartigheid is. Vaak op een onnaspeurlijke manier en lijnrecht in strijd met de werkelijkheid die wij zien. Maar het diepste geheim van de kosmos is niet de vijandschap, de wreedheid, de ongenaakbaarheid,
maar barmhartigheid.’
Laat daarom barmhartigheid ons hart, onze blik en onze handen bewegen.
God komt ons tegemoet in de hongerende, de dorstende, de zieke, de vreemdeling en de vluchteling, de gevangene en vraagt ons: Wil je jouw lot met mijn lot verbinden? Mens waar ben je, waar is je broeder, je zuster?
Veel meer vragen stelt God ons niet. ‘Wees heilig, want Ik ben heilig’ is uiteindelijk ‘Wees barmhartig, want Ik ben barmhartig’. Willen we dat zijn?
Amen