Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

24 december 2014, Kerstnacht

Gemeente van de kerstnacht,

Een engel heeft de toon gezet, nu wij nog….

De geboorte van het kind in onze wereld en ons kerstgevoel. Onze wereld die we voor de gelegenheid van kerst mooi maken, en die we ook als verwarrend en juist niet-mooi ervaren. Het is weer kerst. We ontkomen er niet aan. De versierde straten, winkels, huizen en ook deze kerk. We horen de melodieën van de bekende kerstliederen in de winkelcentra en bij de kerstboomverkoper. Kerst doet een speciaal beroep op ons gevoel. Een gezinstherapeut vertelde mij eens dat zij nooit rond Pasen acute telefoontjes krijgt ‘dat zoonlief niet mee wil paaseieren zoeken’ of ‘dat schoonmoeder zo ingewikkeld doet met het paasontbijt’. Bij kerst is dit wèl het geval, ‘ruzies rond het kerstdiner’, en ‘als die er is, kom ik wel op 2e kerstdag.’ Kerststress. Lang niet altijd is het zo knus en gezellig als we wel denken en hopen. Het kerstgevoel wordt onder meer opgeroepen door de tijd van het jaar. Het is donker en – meestal – koud, je doet ’s avonds vroeg de gordijnen dicht, lichtjes in de kerstboom aan, kaarsje erbij. Het zijn momenten om gezellig bij elkaar te zijn – of in ieder geval niet alleen te zijn.

Los van de kerststress is Kerst vooral mooi! We omringen ons met schoonheid tijdens de kerstdagen. Kerstballen blinken, lichtjes twinkelen, slingers slingeren en dennengroen geurt. Allemaal schoonheid. We kleden onszelf mooi aan, en als het even kan, is ook de eettafel prachtig versierd. We moeten elkaar sieraden en parfum cadeau doen – als je de reclame moet geloven. Als we naar de kerk gaan genieten we van de sfeer van dit oude gebouw en zingen of luisteren naar mooie muziek!

Geniet vooral! Dat meen ik serieus en oprecht! Ontspan en geniet, even los van de drukte van alledag, op het werk, thuis aan tafel. Even iets anders dan de race tegen de klok, het jakker in de file. Even doen alsof de wereld al is zoals we hem verlangen: Vrede op aarde en mensen waarin God een welbehagen kan stellen omdat we zo braaf en zo vroom, zo mooi en zo goed zijn. We moeten de hoop toch levend houden? Dat hebben we nodig – dat is allemaal waar! Bevestiging dat we goede mensen zijn en dat de wereld en het leven mooi kan zijn.

Tuurlijk! Geniet vooral! Kerst als time out uit het drukke leven van alle dag. Kijken naar wat kan, naar het goede leven. Denken aan een ander ver weg lijdend aan Ebola of dichtbij zonder genoeg te eten – cliënt bij de Voedselbank. Je nodigt iemand uit van wie je denkt dat zij alleen is op kerstavond aan je vriendentafel. Er komt veel goeds uit het Kerstfeest voort. Denk aan de actie van 3 FM Serious Request. Ieder jaar is het weer een succes. Een glazen huis op een zomerdag ergens bij de dorpspomp zou niet dát effect hebben, hoe groot de stille ramp ook is.

We bevinden ons in goed gezelschap in ons gevoel en verlangen naar iets goeds en moois, de profeet Jesaja schetst ons zijn visioen van de dag van God, het goede leven. Alle volken komen samen, met verbouwde zwaarden wordt geploegd, geen oorlog meer, genoeg te eten om van te leven voor iedereen. Wauw, als dat eens waar mocht zijn, en dan graag wat langer dan voor één dag.

Het overbekende verhaal van kerst roept vertederende gevoelens op. De geboorte van een kind is hoopvol, vol verwachting, je bent mét het kind op de toekomst gericht. Voor ieder kind ligt de toekomst open – waar je wieg ook staat! Wat een bijzondere God die als kind naar ons toekomt – het ongehoorde verhaal is werkelijkheid, onder ons. We hebben wel gehoord dat de omstandigheden verre van gunstig waren. Je zult maar zwanger op reis moeten. Je zult maar, in jouw toestand, geen plek hebben om je te rusten te leggen. Je geboorteplek zal maar een stal zijn, en je wieg een voederbak. Het eerste kraambezoek een stelletje herders, ook niet bepaald mensen van stand. We hebben het allemaal wel gehoord, maar de vertedering, het ontwapenende van het geboorteverhaal, wint het. Het kerstverhaal is een verhaal dat niet kapot is te krijgen.

En toch, het is niet om het een of ander: het kerstevangelie is een tegendraads verhaal. Buiten alle orde, buiten alle schoonheid, zonder onderdak, zijn ouders op weg gestuurd door een dictator – dát is de situatie waarin het kind geboren wordt, dát is de situatie waarin God mens wordt, en ons menselijk bestaan deelt. Geen bling-bling! Daar is niets schoons aan. Tegendraads: God gunt ons het goede – daarom zijn het de engelen, Gods eigen boodschappers, die de toon zetten vanavond. De vrolijkheid spat er vanaf, we raken buiten adem van ‘gloria in excelsis deo’. Let even op: wie gaan verder met wat de engelen voorzingen? Precies, de herders! Ik stel mij zo voor dat zij dansend, springend, huppelend op weg gaan. Het staat er niet, maar het enthousiasme van de engelen moet aanstekelijk hebben gewerkt bij de herders.

Herders, outcast, vreemd volk waarvoor je liever een straatje om loopt als je ze tegenkomt. Ze horen er niet echt bij. Onze hedendaagse herders zijn de opdringerige straatmuzikanten uit joost-mag-weten welk voormalig oostblokland. Onze hedendaagse herders zijn die mensen die toch al gestigmatiseerd zijn – en daarom noem ik hen vanavond niet. U weet het zelf ook heel goed. Als God ons allemaal het goede gunt, dan ook aan hen. En dan ook de vluchtelingen aan de grens van Syrië. Aan de meisjes en vrouwen die seksueel misbruikt zijn – als oorlogshandeling. De ongewassen zwervers van de straat. Verzin het maar.

Het gaat erom dat de schoonheid en het bijzondere van het Kerstverhaal opdoemt middenin alle lelijkheid, alle brokstukken van het leven, van onze levens. Onze levens, van verwarring, onzekerheid, verdriet, van vliegtuigen die uit de lucht geschoten zijn, van crisis en grote zorgen en wat ons uit onze slaap houdt.

De warmte komt van buiten naar ons toe, niet van binnenuit – we bedenken het niet zelf Niet in het perfecte, het volmaakte, het schone. In het lelijke en onvolmaakte wordt het Christuskind geboren – en dat is onnoemelijk mooi! De engelen zingen hun goddelijke lied niet bij de machthebbers, maar in het veld bij de herders. Daar zetten zij de toon. Dus, laten ook wij onszelf niet mooier voordoen dan we zijn. We houden daarmee een façade op. Juist in onze lelijkheid, in onze butsen en in ons gewond-zijn door het leven, komt God ons tegemoet. Daarvan, daarvoor en voor ons zingen de engelen, die toon wordt gezet van aanvaarding zoals we zijn, niet opgeklopt en opgeprikt.

Nu wij nog, om werkelijk te aanvaarden en accepteren dat God ons het goede gunt, met het visioen van Jesaja. in het kind ons geboren, opdat ons leven op onze wereld zo mooi en goed zal zijn.

Of zoals de dichter Muus Jacobse dichtte in 1936 tussen beide wereldoorlogen in:

O makker in ditzelfde grauw getij
Nog altijd komt het kind tot jou en mij
Nog altijd kan de wereld nieuw beginnen
In ieder kind kan het opnieuw beginnen
Zolang God kinderen in ons midden zendt
Heeft hij zich nog niet van ons afgewend

Amen