21 november 2021
Het beeld van de zakdoek van God maakt ruimte voor de tedere kant van Gods liefde voor mensen. ‘God zal alle tranen van hun ogen wissen’ zo schrijft Johannes. Dit beeld komt eerder voor in de Bijbel als de profeet Jesaja zegt: ‘God, mijn Heer, wist de tranen van elk gezicht’.
We kunnen ons bijna niet voorstellen dat die Ene, grote God, die zoveel aan zijn hoofd zal hebben, aandacht heeft voor onze individuele tranen. Toch staat het er: God wist de tranen van elk gezicht.
Tranen hebben we allemaal. U hier in de kerk en de mensen thuis. Nu is het zo dat de ene persoon makkelijker huilt dan de ander. Maar of anderen het nu zien of niet, wij allemaal hebben onze perioden waarin we ons kwetsbaar voelen, verdriet kennen, afscheid moeten nemen of wakker liggen van zorgen en problemen.
Vandaag, in deze dienst, kunnen de emoties dicht onder de oppervlakte liggen of er helemaal bovenop. Juist omdat het afscheid van iemand met wie we ons onlosmakelijk verbonden weten, zoveel oproept: verdriet, misschien wel spijt, boosheid of juist geluk en vreugde om het mooie dat was. Die mix aan emoties blijft vaak, ook al is iemand al langere tijd geleden overleden.
Die zakdoek van God laat ons voelen dat onze, individuele tranen Hem ter harte gaan. God doet niets liever dan luisteren naar ons verhaal. Wat wij te vertellen hebben raakt hem.
Juist omdat hij zo goed weet hoe het is om mens te zijn. Na deze zondag begint de adventstijd en gaan we toeleven naar de geboorte van Jezus. Het verhaal van God die dichtbij mensen kwam door zelf een mens te worden. Hoe vaak vertellen de evangelie verhalen niet over de tranen en andere emoties van Jezus? Hij huilt mee met Martha en Maria als hun broer en zijn vriend Lazarus is gestorven. Jezus is wanhopig, ten dode bedroefd zo staat er, als hij Getsemane bidt vlak voor hij gearresteerd wordt.
Bij God is er ruimte voor ons verhaal in al zijn scharkeringen. En als we dan stuiten op de moeilijke, verdrietige of pijnlijke stukken dan mogen we dat ook kwijt. Hij zit als het ware naast ons, ontvangt ons verhaal, begrijpt het en wordt erdoor geraakt. Met een teder, troostend gebaar haalt hij zijn zakdoek tevoorschijn en veegt de tranen van onze wangen. Dat is geen groepsevenement, maar dat wil God voor jullie en mij persoonlijk betekenen.
De pijn en het verdriet van deze wereld gaan God zo ter harte omdat hij het zó graag anders zou willen. God wil niets liever dan voorspoed, geluk en vrede voor alles wat leeft op deze aarde. Zowel in Jesaja als in het boek Openbaring staat het beeld van God die de tranen van de ogen afwist in de context van een nieuwe tijd die zal aanbreken. Een tijd waarin deze wereld zo getransformeerd is, dat er geen ruimte meer is voor door, rouw, jammerklacht en pijn.
Een toekomstbeeld dat bijna te mooi is om waar te zijn. We lijken helemaal niet op weg naar een betere wereld en lijken helemaal niet in staat die als mensen zelf te bereiken. Denk maar aan de groeiende zorgen over het klimaat of over de groeiende afstand tussen mensen in onze eigen samenleving hier in Nederland.
Maar God zegt: ik sta ervoor garant dat ooit die tijd aan zal breken. Daar zal ik mij voor inzetten. Die belofte doe ik en daar mogen jullie mij aan houden.
Daar ben ik van ondersteboven,
De mensen zien toch hoe het er in de wereld vandaag toegaat
en toch geloven ze
dat het morgen allemaal beter zal gaan.
Wat een wonder is er niet voor nodig
dat zij dat kleine hoopje hoop
nooit als overbodig
ervaren
maar met voorzichtige gebaren
in hun hand en in hun hart bewaren,
een vlammetje dat keer op keer weer
wankelt en dreigt neer te slaan,
maar altijd weer weet op te staan
en nooit wil doven.
Soms kan ik mijn eigen ogen niet geloven.