9 juli 2023
Preek 9 juli 2023
Onze wereld verandert voortdurend. Maar soms lijkt het alsof er in de harten van mensen niet zoveel verandert. Door alle eeuwen heen spelen daar gevoelens van blijdschap, droefheid, liefde, haat, onzekerheid, vertrouwen. Liederen daarover blijven actueel, hoe oud ze ook zijn. Zo worden ook de psalmen nog steeds gezongen, ook al zijn ze minstens twee- soms drieduizend jaar oud. Ze klinken dagelijks in abdijen, op zondag in kerken en mensen lezen ze thuis bij het ontbijt of bij het avondeten. Niet iedereen houdt van de psalmen. Met name christenen die geleerd hebben dat ze vijanden moeten liefhebben, storen zich vaak aan de gevoelens van haat in de psalmen. Toch zijn dat gevoelens die ieder mens wel eens heeft. Ook dat we wraak willen nemen. Niet dat we dat dan ook gaan doen, maar de emotie is er. Psalmen zingen ook over die emotie, net zoals ze ook zingen over juichen en blij zijn. De bijbel heet te zijn het woord van God. Het boek van de psalmen laat zich het best typeren als het woord van de mens gericht tot God. En dan blijkt: tegen de Levende God mag en kan je alles zeggen. Zoals psalm 139 dat verwoordt: God weet al lang wat er in je omgaat, dus zeg het maar, lucht je hart maar.
De meeste psalmen richten zich tot God. Die heeft zich in Exodus 3:14 aan Mozes bekend gemaakt als JHWH: Ik-zal-er-zijn, ik ben er, ik zie, ik antwoord, ik bevrijd. Bevrijding voor de Israëlieten uit de slavernij in Egypte, maar ook voor ieder die roept om bevrijding tot op vandaag. Er is geen beeld van “Ik-zal-er-zijn”en de naam is nogal vaag: JHWH. Uit respect spreken we die letters niet uit, maar stamelen dan zoiets als “Ene”, “Aanwezige”, “Levende”. Deze levende staat tegenover alle goden van wie er wel beelden zijn, die glimmen en glanzen, die je kunt zien en aanraken. In de Bijbel zijn dat de afgoden.
Die wakkeren gevoelens aan van “ik eerst”, van zucht naar bezit en macht. De Levende is een God voor de arme, de vluchteling, de weduwe en de wees. De Levende roept: zie om naar deze mensen. Er is vertrouwen dat de Levende zal bevrijden. Al is er soms ook hevige twijfel: waar ben je, God? Hoelang nog? Want de werkelijkheid staat de mens soms nauwelijks toe in visioenen te geloven.
We weten niet precies hoe het Boek der Psalmen is ontstaan. Rond 250 voor Christus heeft een redacteur of een groep redacteuren de bundel zijn huidige vorm gegeven. Waarom gekozen is voor deze volgorde van 150 is ook niet duidelijk. Maar voor de liefhebber: bij het bestuderen van een psalm heeft het altijd zin om te kijken naar de psalmen die er voor en er achter staan. Het is vaak verrassend.
De redacteuren hebben de bundel onderverdeeld in vijf boeken. Daarmee heeft de Bijbel de vijf boeken van Mozes, de Tora en de vijf boeken van David, de Psalmen. Met die twee handen vol kan een mens het leven aan! David heeft zeker niet alle psalmen geschreven, misschien zelfs geen enkele. Zoals Mozes ook niet de Tora heeft geschreven. Door Mozes en David als auteur te noemen hebben Tora en Psalmen gezag. Tora, helemaal in de geest van de grote profeet Mozes. Psalmen, helemaal in de geest van de grote koning David.
Ongetwijfeld staat in het Boek van de psalmen een aantal zeer oude liederen. We mogen er van uitgaan dat ze niet allemaal in Israël zijn ontstaan. Zo wordt in psalm 19 de dagelijkse zegetocht van de zon beschreven van oost naar west. Velen zijn ervan overtuigd dat dit lied oorspronkelijk uit Egypte komt. Soms zijn liederen uit Babylonië en Assyrië overgenomen en is de naam Baäl vervangen door JHWH. Psalmen zijn aangevuld, ingekort, samengevoegd of juist gesplitst. Maar rond 250 voor Christus krijgt het boek zijn huidige vorm.
In het boek van de Psalmen zijn verschillende genres te onderscheiden: klaagzangen, lofzangen, hymnen, koningspsalmen, bedevaartpsalmen etc. zo ontstond overzicht in die 150 gedichten. Maar het is ook misleidend. Psalm 88 en 89 zijn helemaal diep in de put en psalm 150 is totaal juichend en zingend hoog in de hemel. Maar alle andere psalmen zijn veelkleurig. Een mooi voorbeeld is psalm 13, het pure model van de zogeheten klaagpsalm. Psalm 13 bestaat uit drie korte delen: klacht – gebed – vertrouwen. Het is dus niet alleen een klaaglied, maar ook een gebed en ook een lied waarmee je jezelf vertrouwen naar binnen zingt. Juist deze nuance is bij de psalmen essentieel. Gevoelens worden eerlijk geuit. Maar er wordt ook wat mee gedaan. Je wordt als het ware bij de hand genomen om vanuit je klacht te komen tot rust en vertrouwen. Is daarmee de klacht voorbij? Nee, natuurlijk niet. Je zult psalm 13 nog wel een paar keer moeten lezen of zingen voordat het zover is de psalm is geen tovermiddel, maar blijft wel heel dichtbij je gevoel en probeert je op weg te zetten.
De psalmen willen toezingen naar geluk. Door aan de Levende te zeggen wat je op het hart hebt. Er is sprake van wetten die het leven moeilijk maken, die een mens in gewetensnood brengen, die zeggen dat jet het allemaal niet goed genoeg doet voor de god die alles ziet. Psalmen zingen toe naar geluk. Maar met beide ogen gericht op de werkelijkheid, zo eerlijk en open mogelijk.
Slechte mensen, vijanden, ontrouwe vrienden, ze worden in de psalmen vaak vernietigend bezongen. Omdat ze ook echt niet deugen, omdat ze kapot maken, omdat ze leven voor zichzelf, omdat zij ervoor zorgen dat de aarde wankelt. Steeds opnieuw is er sprake van het gevecht tegen die mensen. Maar het is niet alleen een gevecht tegen anderen. Psalmen houden de mens ook een spiegel voor. Soms is het ook zingen tegen onszelf. Gevoelens van individuele mensen spelen een grote rol in de psalmen. Wanhoop, vertrouwen, klacht, dank, droefheid, vreugde. Er is bijna altijd sprake van hoop, soms tegen het gevoel en tegen beter weten in. Psalmen zijn liederen die toekomst ontvouwen, hoopvolle toekomst: dat er recht gedaan wordt, dat er vrede is, dat een ieder een veilige plek heeft om te wonen. In deze liederen zingen wij allen het uit dat er perspectief is, dat we in de toekomst (proberen te) geloven,
Vandaar ook de lezing uit het begin van de Bergrede. Want daarin geeft Jezus aan wat er kan gebeuren als je de psalmen diep tot je laat doordringen. Dat betekent wel dat je soms heel diep moet gaan om gelukkig te kunnen worden. Het betekent met name: loslaten. Loslaten van alle ballast om zo ruimte te maken, om zo de omkering te kunnen maken die zo vaak in de psalmen beschreven wordt: van klacht via het gebed naar vertrouwen en openheid. Ook en juist als het zo donker om ons heen is geworden en ons uitzicht belemmerd wordt, juist dan kunnen de psalmen helpen om onze tranen te laten lopen en van daaruit het vertrouwen te krijgen dat onze klacht gehoord is en wij onze handen kunnen openen om hulp te ontvangen. Amen.