20 oktober 2024
Zondag 20 oktober
Lezing uit het Oude Testament: Psalm 131
Lezing uit het Evangelie: Marcus 10 vers 32 tot en met 45
Gemeente van Jezus Christus,
Soms heb je alle moed nodig om iets aan iemand anders duidelijk te maken -om iets aan anderen te vertellen. Alle moed, omdat het je zwaar valt -omdat het je moeite kost -omdat het je pijn doet om het te vertellen. Bijvoorbeeld iets over je gezondheid -bijvoorbeeld iets over je levensverwachting -bijvoorbeeld iets over je schoolresultaten -bijvoorbeeld iets over je relatie die je hebt met een ander.
Soms heb je alle moed nodig om iets aan iemand anders -aan anderen te vertellen. Je ontkomt er niet aan, maar het kost je moeite. Jezus, die aan zijn leerlingen vertelt hoe zijn weg -hoe zijn leven zal lopen. Langs de straten van de pijn…
…
Marcus voegt een merkwaardige regel toe aan zijn verhaal -aan het begin van het verhaal: de leerlingen waren ongerust en ook de mensen die hen volgden waren bang. Die zin wordt verder niet uitgelegd, maar het is alsof Marcus wil benadrukken dat er iets in de lucht hangt.
Het is niet voor de eerste keer dat Jezus zijn leerlingen vertelt over het lijden dat hem te wachten staat. Maar nu ze zo nadrukkelijk op weg zijn naar Jeruzalem -het verhaal van vandaag begint ermee te vertellen dat ze onderweg waren naar Jeruzalem- dat ze opgaan naar Jeruzalem-
nu ze zo nadrukkelijk op weg zijn naar Jeruzalem, ontkomt Jezus er niet aan nogmaals -voor de derde keer zijn verhaal te vertellen.
De mensenzoon zal worden uitgeleverd… ze zullen hem ter dood veroordelen…
…
En als je dan uiteindelijk alle moed verzameld hebt om je verhaal te doen, dan hoop je dat de ander -de anderen er gepast op reageren -met begrip op reageren -met inleving op reageren.
Dat er in ieder geval naar je geluisterd wordt. Dat je je gehoord voelt. Dat je je niet alleen voelt staan. Dat je omringt wordt met liefde en met troost. Dat zou je toch hopen?
…
Daarom begrijp ik de reactie van Jacobus en Johannes niet.
Jacobus en Johannes lijken binnen de kring van de leerlingen een bijzondere plaats in te nemen. Jezus lijkt heel vertrouwd met hen beiden. Zo koos Jezus kort tevoren hen beiden uit -samen met Petrus- om de berg op te gaan waar Jezus die wonderlijke ontmoeting met Elia en Mozes had. Die ontmoeting was niet aan alle leerlingen voorbehouden. Maar dus wel aan Jacobus en Johannes. Jacobus en Johannes lijken bij de inner crowd van de leerlingen te horen. Leerlingen met wie Jezus een speciale band heeft.
Maar als ze dan een speciale band -een speciale relatie met Jezus hebben, dan is het wel heel vreemd -en ook heel onbegrijpelijk dat juist zij geen oor voor het verhaal van Jezus hebben.
Jezus die vertelt over zijn lot. Jezus die vertelt over wat hem te wachten staat. Jezus die vertelt over zijn lijden. Maar het is alsof Jacobus en Johannes het niet gehoord hebben. Het lijkt alsof ze het niets kan schelen. Want ze hebben alleen maar oog voor zichzelf: we willen dat u voor ons doet wat wij vragen… is het eerste wat ze tegen Jezus zeggen.
En vervolgens vragen ze om op de beste plaatsen te mogen zitten -als Jezus heerst in glorie. Hoe komen ze erop? Hoe komen ze op zo’n reactie?
Je hoopt op iets meer inleving.
Een liedjeszanger zingt een lied. Dat lied gaat erover, dat je bij wijze van spreken al het leed van de hele wereld kunt trotseren -bij wijze van spreken al het leed van de wereld aan kunt, maar een vriend zien huilen kan ik niet.
Zoiets. Dat het je raakt. Dat het je treft. Dat het je roert. Dat je je een vriend toont.
…
Mensen in rouw vertellen wel eens zulke verhalen. Dat ze de eerste dagen van hun rouw -de eerste tijd van hun rouw veel medeleven ontvangen. Maar dat veel mensen vinden dat ze na een paar weken hun leven weer gewoon moeten oppakken. Ze hebben dan -volgens de anderen- lang genoeg gerouwd.
Het tekent misschien de mensen: dat mensen vooral met zichzelf bezig zijn. En zich niet zo lang -slechts in beperkte mate in anderen kunnen inleven.
Marcus vertelt zijn verhaal -zijn evangelie heel snel. Maar misschien heeft Marcus weet van dat mechanisme -dat mensen zich even in anderen kunnen inleven, maar daarna weer vooral met zichzelf bezig zijn. En heeft hij dat hier heel gecomprimeerd -heel beknopt weergegeven.
Je zou het in ieder geval zo kunnen uitleggen. Het wordt dan voor ons een herkenbaar verhaal -een herkenbaar gegeven. Helaas een herkenbaar verhaal -helaas een herkenbaar gegeven. Want zo zouden wij misschien ook wel reageren: niet te lang bij de ander stilstaan.
…
En misschien is het niet eens zo kwaad bedoeld van Jacobus en Johannes,. Misschien zijn ze zich niet eens bewust van het ongemak van hun vraag. Zoals Jezus wilde zeggen wat hij op zijn hart had, zo wilden Jacobus en Johannes misschien ook zeggen, wat zij op hun hart hadden. We willen dat u voor ons doet wat wij vragen…
Maar dan toch… Ik vind eerlijk gezegd de manier waarop ze hun vraag stellen nogal dwingend. U moet doen wat wij vragen… En vooral de timing -het moment is natuurlijk heel ongelukkig gekozen. U moet doen wat wij vragen… Als ze dat al wilden vragen -de beste plaatsen voor hen- dan hadden ze dat beter op een ander moment kunnen doen.
Mensen raken zo hun vrienden -soms zelfs hun beste vrienden- kwijt. Zeker als mensen in nood zijn -als mensen kwetsbaar zijn, luistert het heel nauw wat je zegt -wat je te zeggen hebt. Eén verkeerde opmerking en het gesprek kan zomaar beëindigd zijn. Eén verkeerde opmerking en de vriendschap kan zomaar over zijn.
En als je het zelf niet hebt meegemaakt, heb je vast wel eens verhalen van anderen gehoord. Hoe vriendschap op die manier verloren ging. Hoe mensen op die manier uit het zicht raakten. Omdat iemand een verkeerde opmerking maakte.
Maar niet bij Jezus. Jezus kan zich er op een of andere manier overheen zetten. We lezen nergens dat Jezus teleurgesteld is vanwege de reactie van Jacobus en Johannes. Of we lezen nergens dat Jezus boos is op Jacobus en Johannes. Hij blijft met hen in gesprek.
…
Hij gaat rustig met hen in gesprek over hun opmerking dat ze graag de beste plaatsen willen hebben. Wanneer u heerst in uw glorie, laat een van ons dan rechts van u zitten, en de ander links.
Iedereen wil wel de beste plaats hebben -bij een belangrijke voetbalwedstrijd -bij een druk popconcert -op de route van de glazen koets op prinsjesdag. Ik noem maar wat. Iedereen wil wel de beste plaats hebben. Dus waarom Jacobus en Johannes niet, zou je zeggen?
…
Jezus gaat in gesprek met Johannes en Jacobus. Jezus gaat op hun vraag in. Maar Jezus wijst er zijn leerlingen wel fijntjes op, dat zijn manier van denken -zijn manier van leven -een andere manier van denken is -een andere manier van leven is. Waarin je wel belangrijk -misschien zelfs wel de belangrijkste kunt zijn, maar op een andere manier.
Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen. Je kunt wel belangrijk zijn, maar dat zit anders in elkaar dan je denkt. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen.
En dan kan Jezus een heleboel voorbeelden gaan noemen -wie je kunt helpen -hoe je kunt helpen- maar dat doet Jezus niet. Hij houdt het bij die algemeenheid dat wie van jullie de belangrijkste wil zijn, de anderen zal moeten dienen.
Op andere plekken -op andere momenten geeft Jezus daar wel voorbeelden van. Maar hier niet!
En ook de dominee -ook ik- zou ook een heleboel voorbeelden kunnen noemen -wie je kunt helpen -hoe je kunt helpen -maar ook ik doe dat niet.
Want meer nog dan over zijn leerlingen -wat zij kunnen doen-, heeft Jezus het hier uiteindelijk over zichzelf -wat hem te wachten staat. Jezus probeert zijn leerlingen nog eens -opnieuw uit te leggen wat hem te wachten staat. Hij komt terug op wat hij in het begin zei en wat kennelijk toen niet landde -waar Jacobus en Johannes toen op de een of andere manier geen oren naar hadden.: de mensenzoon zal worden uitgeleverd… ze zullen hem ter dood veroordelen…
Want Jezus vertelt aan het slot van het bijbelverhaal van vandaag: de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen…
In mijn voorbereiding op deze preek, kwam ik wel een heleboel voorbeelden tegen -wie je kunt helpen -hoe je kunt helpen. Maar hier -in dit gesprek tussen Jezus en zijn leerlingen past dat volgens mij niet. Het zou dezelfde verlegenheid zijn als die van Jacobus en Johannes.
Dat je dan niet te lang hoeft stil te staan bij het lijden van Jezus -de lijdensaankondiging van Jezus. Maar dat je overstapt op een ander -een ‘makkelijker’ thema
Makkelijker tussen aanhalingstekens. Want zo makkelijk en zeker zo vanzelfsprekend is dienen -dienstbaar zijn -helpen nu ook weer niet. Hoe vaak zijn mensen niet bezig met hun eigenbelang?
Maar dat is dus de vraag: kunnen wij -durven wij het uithouden met het lijden -met het lijden van anderen -met het lijden van Jezus?
…
Uiteindelijk komt Jezus dus weer uit bij wat hij in het begin probeerde te vertellen. En hoopt hij dat Jacobus en Johannes het nu wel begrijpen; de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen…
Eigenlijk moet je verder lezen in het Marcus-evangelie. Want het verhaal erna gaat over een blinde die door Jezus weer kan zien. De blinde kon weer zien -schrijft Marcus- en hij volgde Jezus op zijn weg…
En onwillekeurig -nee, niet eens onwillekeurig- vraag je je af hoe dat zit met Jacobus en Johannes -met de leerlingen van Jezus -met ons. Zien zij -zien wij het ook? En houden zij -houden wij het uit met het lijden van Jezus? En volgen zij -volgen wij Jezus op zijn weg?
amen