1 juni 2014
Lezing uit het Evangelie: Markus 10:13-16
Elke moeder wil alleen maar het beste voor haar kind. Als het moet, vechten moeders voor haar kind, als een leeuwin, volhardend, vol liefde, als het moet eigenwijs. Je kind is immers nooit uit je gedachten. Een kind te leen krijgen is levenslang en dat kan best eens moeilijk zijn. Je bent oud geworden. Maar wie kan er zo voor jouw kwetsbare, hulpbehoevende kind zorgen als jij? Je leeft alleen verder op je wilskracht. Je kunt je kind niet achterlaten. Daarom ga je niet dood. Kon je je mentaal gehandicapte kind maar overleven, zo droom je. Maar je wordt steeds zwakker. Moeder zijn kan zo zwaar, zo ingewikkeld zijn.
Omdat alle moeders alleen maar het beste voor haar kind willen, brengen deze moeders haar kinderen naar Jezus. Deze moeders voelen dat de zegen van rabbi Jezus veel voor haar kind zou kunnen betekenen. Een gezegend bestaan is immers zoveel meer dan het gewone, alledaagse leven: een extra steun, een extra kracht, die je kind zo nodig heeft.
Wat kunnen deze vrouwen haar kinderen beter meegeven dan Jezus? Enthousiasme voor de politiek? Wat heeft dat enthousiasme, dat telkens weer zo hoog opvlamde in de twintigste eeuw, ons gebracht? Je wilt je kind daarom iets meegeven dat meer waarde heeft.
Is religie alleen maar indoctrinatie, zoals wordt beweerd? Politieke indoctrinatie hebben we in de eeuw van het geweld meer dan genoeg gekend en sommige idioten zijn daar nog niet los van. Indoctrineer je je kind, als je het vertelt over God en ZIJN idealen, Zijn richtlijnen voor een goed leven? Je dringt toch niets op? Je geeft alleen maar iets mee, dat ook jou heeft geraakt. Je kind kan ook nee tegen het geloof zeggen. Zo vrijheidbeperkend als sommigen beweren, die iets van de Verlichting denken te hebben begrepen, is het geloof dus niet. Lang niet alle aanhangers van de Verlichting waren tegen kerk en geloof. Maar ja, nuances, die kennen we vaak niet.
Je brengt je kind in aanraking met Jezus, omdat Jezus en Zijn hemelse Vader voor waarden staan die uniek zijn. Een mens zonder waarden en normen kan best lastig zijn in plaats van inspirerend. Je voert je kind die wondere wereld van kerk en geloof binnen, omdat je DAAR iets vindt wat je nergens anders vindt: schoonheid, de troost van de muziek, ontroering, een oud, vertrouwd lied of eeuwenoude verhalen die je raken op een manier zoals niets anders je raakt. Kan je dat allemaal rationeel onder woorden brengen? Nee, maar je zou het niet willen missen in je leven. Zonder dat alles zou er een leegte in je leven zijn.
Zouden wij deze moeders rond Jezus gaan interviewen, dan zouden zij ons niet helder en duidelijk kunnen vertellen waarom zij zoveel waarde hechten aan die zegen van deze ene rabbi. Is het geloof dan alleen maar emotie? Nee, dan zou je het geloof tekort doen. Geloof heeft met hoofd en hart, met heel ons wezen, heel ons doen en laten, te maken. Juist omdat het zo veelomvattend is, zoveel met je doet, in ieder geval KAN doen, wil je het geloof aan je kind meegeven, als verrijking van zijn bestaan.
Wat mot dat met al die vrouwen en al dat kleine grut? Steeds weer zijn gelovige mensen er wonderwel in geslaagd om kleine en grote mensen bij Jezus weg te houden. Argwaan is bij hen dikker gezaaid dan het Godsvertrouwen dat zo typerend is voor een kind. De discipelen claimen Jezus alleen voor zichzelf, dus proberen zij anderen, die zij voor minder houden dan zichzelf – altijd weer die hoogmoed, altijd weer die rare trots – , bij Jezus weg te houden. Alsof de kerk een besloten club is in plaats van een open, gastvrije gemeente. Alsof Jezus er niet voor heel de wereld is. Net als Jezus inclusief denken, dus inclusief anderen, valt ons vaak zo moeilijk. De discipelen moeten het ook nog leren. Hebben zij dan zo weinig geleerd van Jezus’ doen en laten? Is afleren om egoïstisch te denken en te handelen dan zo moeilijk? De verleiding van het kleine vertrouwde kringetje. De verleidelijkheid van bekrompen denken. Ruimer denken dan zwart-wit denken kost vaak ZOveel moeite, dat je dat je een leven lang moet leren. Telkens opnieuw leren ruimer te denken dan je van nature gewend bent. Het geheim van de opvoeding. Je kind leert je dat. Vanuit jezelf kende je dat geheim, die ruimte, nog niet. Je leert alleen iets van een ander, van God.
God denkt ruimer dan velen denken. Daarom stelt Jezus mensen steeds weer voor verrassingen. Daarom maakt Jezus ruimte voor kinderen, legt Hij hun zegenend de handen op. Wees gezegend, kind van God. Wees medemensen tot zegen in je leven. Maak iets moois van je leven, iets unieks. Geef anderen iets mee wat hun leven verrijkt.
Wees gezegend, kind van God. Ho, ho, kan dat zo maar? Je, dat kan zo maar. Weer is Jezus hier die irritante idioot, die altijd weer net even anders denkt en handelt dan wij. Irritatie oproepen, daar is Hij goed in. Of tot nadenken stemmen. Het is maar net hoe je het bekijkt.
Omdat je je kind tot nadenken wilt stemmen, geef je je kind het geloof mee. Pak dat cadeautje vooral voorzichtig uit. Het is zo kwetsbaar, zo teer. ‘Alles van waarde is weerloos’ (Lucebert). Weerloos en waardevol als een kind dat ons een diep vertrouwen voorleeft: het vertrouwen dat je, wat er ook gebeurt, geborgen bent bij God. Een kind van God vertrouwt op God, IS vertrouwd met God, leeft als een gabber van God, als een vriend, als een boodschapper van God, net als de engel Gabriël. Amen.