Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

1 september 2019

Gemeente van Jezus Christus,
lieve mensen,
In de beginjaren van mijn predikantschap had ik
naast mijn werk hier in Weesp
een baan in het Cobra Museum in Amstelveen.
De omschrijving van mijn functie was
coördinator rondleidingen
wat in de praktijk betekende mailtjes, mailtjes, en nog eens mailtjes.
Máár,
af en toe was er feest. Zoals een keer in december,
toen de opening van een Armando-tentoonstelling werd gevierd
met een grote borrel voor allerlei hooggeplaatste genodigden
en natuurlijk de schilder en zijn entourage zelf.
“Ach, wil jij mijn jas even aannemen”,
vroeg een van de gasten
terwijl hij langs mij heen
op de directeur van het museum afstapte.
Deze en andere ervaringen bij het Cobra museum
leerden mij veel over mensen,
over posities en over macht,
en vormden een soms surreëel contrast met mijn werk
als predikant,
waarbij het dus kon voorkomen dat ik de ene dag
bewust over het hoofd werd gezien
en dat de andere dag er honderden ogen datzelfde hoofd aanstaarden
bij het luisteren naar de kerstpreek.
De herinnering aan die receptie in het museum,
zoals recepties kunnen zijn,
met mensen die zich haasten naar de beste plekken,
zoekend naar de juiste personen om naast te staan,
zodat het juiste gesprek kan worden bijgewoond,
en de juiste connecties kunnen worden gelegd,
deze herinnering kwam bij mij boven bij het lezen van de bijbelteksten
van vanochtend,
waarin het ook gaat over
de beste plekjes op een feest,
over macht en posities,
en over hoe mensen kijken naar andere mensen.
Áls je een feestmaaltijd geeft, zegt Jezus,
nodig dan niet de mensen uit
die al vanzelfsprekend zijn voor jouw kringetje
of die rijk zijn.
kijk dan niet tactisch naar mensen, naar wat ze zouden
kunnen betekenen voor jou.
Maar kijk naar de mensen zélf.
Sterker nog, en Jezus is altijd vrij radicaal,
nodig mensen uit die helemaal niets terug kunnen doen.
Mensen die niet rijk zijn.
Mensen die geen invloed hebben.
Mensen zonder hoge posities.
En hij noemt enkele groepen die in zijn wereld
in de marge van de samenleving leefden:
de kreupelen, de armen, de verlamden.
De kerk waarin ik predikant ben geweest de afgelopen jaren
is allang niet meer het machtige instituut
van enkele decennia geleden.
De tijd waarin de dominee, de dokter en de burgemeester
de belangrijkste personen op een feest waren is voorbij.
(Hoewel de burgemeester en de dokter nog steeds wel hoge ogen gooien
met hun aanwezigheid, hoor.)
Door de secularisatie is de kerk een groep in de marge
van de samenleving geworden.
Een steeds minder vanzelfsprekende figuur op het maatschappelijke
toneel.
En ook, steeds minder, rijk.
Dat is soms best moeilijk, deze verlies-ervaring.
Maar ik denk dat het juist ook
een ongekende kans geeft,
een opening
om nog dieper te begrijpen
wat Jezus heeft bedoeld
met het koninkrijk van God.
Maaltijden spelen altijd een belangrijke rol in de verhalen van en
over Jezus.
Hij is altijd wel ergens aan het eten, of zorgt voor eten,
of gooit eten omver. Oke, 1x maar, op het tempelplein.
Maar in ieder geval, maaltijden komen vaak voor
en worden rijkelijk genuttigd,
maar zijn ook vaak een symbool
of een aanleiding voor Jezus
om te laten zien of horen
over hoe het anders zou kunnen.
En hoe dat koninkrijk van
hoe het anders zou kunnen er uit zou zien.
In dat koninkrijk
worden eersten laatsten,
blijken vijf broden genoeg voor duizenden,
en blijken de minsten van het grootste belang.
The tables are turned.
Het koninkrijk is als een spiegel voor de wereld.
Het is de wereld op z’n kop.
Een wereld waarin God het eerste en laatste woord heeft.
Dat klinkt een beetje vaag maar
daarmee bedoel ik
dat alle hoop die we verliezen daar weer kan worden gevonden.
Dat alle liefde die we dachten nooit te kunnen hebben
daar voor ons klaar ligt
dat onrecht omgebogen wordt
macht omgedraaid wordt
een wereld van vergeving en genade.
En vandaag zien we hoe ook
het verschil in kijken naar elkaar
daar bij hoort.
Om anderen niet te zien als middel tot
maar als doel in zichzelf.
Waardevol als ons eigen leven.
Sterker nog, wij zijn zoals die ander.
Wij zijn evengoed de kreupele als de sterke.
Evenzogoed het kind als de volwassene
evenzogoed arm als rijk
evenzogoed machtig als veroordeeld tot de marge,
omdat het slechts de onderverdeling is die door
de Wereld wordt aangebracht
maar niet als we kijken vanuit het perspectief van het koninkrijk.
Pas als we dat begrijpen kunnen we
een feest geven om het feest,
het leven te vieren om het leven,
leren te geven om te geven,
zonder verwachting dezelfde gunst weer terug te krijgen.
Het is een wereld
waar ik de afgelopen 9,5 jaar in mijn
roeping als predikant aan mee heb proberen te werken.
Omdat ik geloof dat Jezus ons deze spiegel voorhoudt,
niet om af te wachten,
maar om mee te doen.
Het is een uitnodiging nu.
In alle eerlijkheid kan ik zeggen dat ik de afgelopen
jaren niet zou hebben gered zonder Jezus.
Dat klinkt vroom en wie mij een beetje kent
weet dat ik van alles ben, maar
vroom is niet het juiste woord.
Maar het is waar, ik zou het niet hebben gered
als ik niet elke keer dat ik hier
stond op deze preekstoel
zou zijn geconfronteerd, getroost
en geïnspireerd door deze wonderlijke figuur,
deze mens van God,
die keer op keer de wereld op zijn kop zette
door te wijzen op dat koninkrijk.
Door de jaren heen heb ik mensen ontmoet
in de kerk maar ook buiten de kerk,
wat voor mij eigenlijk niet zo veel verschil maakt,
in wier ogen ik de glans van dit koninkrijk gezien heb,
die mij onbewust hebben voorgeleefd
in dit koninkrijk
die mij hoop hebben gegeven als ik die was verloren,
en geloof en liefde.
En het is in diezelfde lijn dat ik weet dat ik mijn werk
hier kan loslaten.
omdat deze stem zal klinken, in de woorden die we lezen,
maar ook in de daden en woorden van anderen,
die de rijken zullen bevragen
autoriteiten die hun macht misbruiken zullen aanklagen
die liefhebben en uitnodigen
en maaltijden blijven vieren.
Die net als Jezus begrijpen,
dat op deze manier de liefde voort te leven
een Leven waard is.
En begrijpen dat God aan het kruis kan worden genageld
als was het de laagste plek van de wereld,
wat het ook was,
maar dat in het perspectief van het koninkrijk het hoogste en laatste woord
aan de Liefde is,
altijd en tot in eeuwigheid, Amen.