Het doel van ons gemeente-zijn is dat we als gemeente(leden) groeien in de verborgen omgang met God, groeien in de onderlinge gemeenschap, samen één zijn in veelkleurigheid, verbonden met, gastvrij naar en dienstbaar aan de samenleving en de wereld.

21 juli 2019

Gemeente van Jezus Christus,

 

Vorige week zijn we begonnen met een prekenserie over Rembrandt. Ds. Heuvelman had het vorige week over een schilderij van Jezus en de vrouw die van overspel wordt beschuldigd. Vandaag staat er een pentekening van Rembrandt centraal. De titel is: David verneemt het nieuws van de dood van Uria https://www.rijksmuseum.nl/nl/zoeken/objecten?q=rembrandt+uria&p=1&ps=12&st=Objects&ii=0#/RP-T-1930-10,0
Ik laat u even een poosje naar de tekening kijken. Wat valt u op? Wat mis je? Welke vragen of emoties roept de tekening op? Welk woord komt in je op?

 

Welke associaties en gedachten had u?

 

Deze pentekening hangt op de Rembrandttentoonstelling in het Rijksmuseum. Vele schilderijen en tekeningen hangen daar, maar mijn aandacht werd het meeste door dit beeld getrokken toen ik de tentoonstelling bezocht.

 

We zien vaag de lijnen van de paleiskamer, we zien een stoel en drie figuren. Je aandacht wordt automatisch getrokken door de figuur in het midden. Het moet David voorstellen. De andere twee figuren zijn de bode die David vertelt dat Uria is gestorven en de profeet Nathan. De bode maakt zich klein, lijkt klaar om elk moment achteruit te kunnen schieten. Misschien wel uit angst voor Davids reactie op zijn boodschap. Nathan staat al klaar in de coulissen, achter het gordijn, misschien nog wel niet zichtbaar voor David.

 

Maar de aandacht wordt dus getrokken door David. Hij staat in het midden, hij is groter dan de rest, hij is het rijkst gekleed en er is iets in zijn houding dat mij deed afvragen: wat gaat er door hem heen?
Rembrandt is er een meester in om met niet meer dan een paar lijnen de innerlijke strijd van David te tekenen. Er zit heel veel dubbelzinnigheid in zijn houding.
We zien hoe hij zich half afgekeerd heeft van de boodschapper. Alsof hij wil weglopen en het nieuws niet wil horen. Wat heeft hij gedaan? Hij kijkt wel naar de bode, hij lijkt niet anders te kunnen. Hij moet het weten. Tegelijk blijft hij zelfbewust, je zou misschien zelfs kunnen zeggen dat hij Rembrandt hem een arrogante houding heeft gegeven. Dat alles in niet meer dan een paar pennenstreken.

 

Volgens mij heeft Rembrandt hier heel goed de tegenstrijdigheden in de persoon van David weten te vatten in een beeld. Want wat moeten we nu van David maken in dit verhaal? Ik moet bekennen dat, toen ik het verhaal las en me er meer in begon te verdiepen, ik David steeds arroganter begon te vinden.
Ten eerste waagt hij het om een vrouw te begeren waar hij van af moet blijven. Met alle #metoo verhalen en verhalen over seksueel misbruik van de laatste jaren is dat iets waar niet alleen mijn haren, maar die van vele anderen recht van overeind gaan staan denk ik. Daarna mislukt tot twee keer toe zijn plan om het vaderschap op Uria af te wenden. Als ‘logisch’ gevolg hiervan moet Uria maar dood. David lijkt er niet mee te zitten dat er daarbij nog andere slachtoffers vallen. En alsof dat niet genoeg is waagt David het ook nog om dan de boodschapper tegen Joab te laten zeggen: Ach, je moet maar niet al te slecht oordelen, in de strijd komen nu eenmaal mensen om.
Als ik het zo opsom kan ik er gewoon kwaad om worden. Hoe meen je zoiets te kunnen maken? Dan nog denken er mee weg te komen! Voor een koning niet een hele rare gedachte, want wie durft een koning nu aan te spreken op zijn gedrag?

 

Het is het verhaal zelf dat daar antwoord op geeft. Wie durft die ‘grote’ koning David die meent alles te kunnen maken ter verantwoording te roepen? Dat is God zelf. Op het keerpunt in het verhaal staat de volgende zin: ‘naar het oordeel van God was het wel degelijk slecht wat David had gedaan’.
God vindt hier kennelijk iets van. Hij is er zelfs heel duidelijk in dat het niet kan wat David gedaan heeft. De parabel van Nathan over de rijke en de arme man en het lammetje is meesterlijk en werkt op de sympathieën van de hoorder. Zonder het door te hebben wordt David zijn eigen rechter als hij boos wordt en zegt: ‘die man verdient de dood omdat hij dit gedaan heeft en vooral omdat hij het niet erg heeft gevonden!’
Het verhaal van Nathan maakt duidelijk dat God het vooral betreurt dat David heeft gehandeld als een onkwetsbare en ondankbare krijgsheer, in plaats van de herder die zorgt voor recht en vrede voor zijn onderdanen.
Uiteindelijk is er niets mis met Davids beoordelingsvermogen, want hij heeft feilloos door dat hij een fout begaan heeft. Alleen midden in de situatie zag hij het niet meer, leidde de ene daad automatisch tot de andere.

 

Via de profeet Nathan zorgt God ervoor dat David uit zijn ivoren toren van onaantastbaarheid komt en weer als mens aanspreekbaar wordt op zijn keuzes en zijn daden. Rembrandt heeft nog een andere pentekening gemaakt van dit verhaal waarop dit te zien is. Laten we even kijken…..
https://www.statenvertaling.net/kunst/grootbeeld/1045.html
We zien David en Nathan zitten op een bank. Nog steeds is David het middelpunt, maar hij bevindt zich wel op gelijke hoogte al de profeet. Het is ook niet zo dat Nathan met zijn boodschap namens God boven koning David uittorent. Hier wordt een gesprek van man tot man, van God tot mens gevoerd zie je er aan af.

 

Nelson Mandela heeft eens gezegd: Oordeel me niet naar mijn succes, maar naar het aantal keer dat ik ben gevallen en opnieuw ben opgestaan.
Je kunt op diverse manieren vallen. Anderen kunnen je ten val brengen, bijvoorbeeld uit jaloezie om je succes. Maar je kan net zo goed door eigen toedoen vallen. Doordat je fouten maakt en daarmee anderen beschadigd. Dat overkomt hele gewone mensen, maar net zo goed de groten der aarde. Hoe meer macht je hebt, hoe schadelijker de gevolgen van een foute keuze kunnen zijn.
Met zijn uitspraak wijst Nelson Mandela erop dat je groots kan zijn in je successen, maar dat je echte karakter pas blijkt uit hoe je omgaat met de momenten dat je onderuitgaat in je leven. Als je kwetsbaar bent en je voor je gevoel overgeleverd bent aan anderen.

 

Misschien is dat juist wat David maakt tot een grote leider en een voorbeeld voor velen. Hij is groots in zijn successen, maar tegelijk laat hij zich aanspreken op zijn fouten. Zoals Rembrandt laat zien: hij durft weer op gelijke hoogte te komen en zich kwetsbaar op te stellen. David durft als mens aanspreekbaar te zijn op zijn keuzes en verantwoordelijkheden. De dichtregels uit Psalm 51 getuigen daarvan:
‘Ik ken mijn misstappen,
Ik ben mij steeds bewust van mijn zonden.’

 

In de kerk is het in het verleden vaak gegaan over zonde en het oordeel van God. Het werd gebruikt om mensen bang te maken en een laag zelfbeeld mee te geven. Dat maakt dat het nu heel beladen is om het in de kerk te hebben over zonde, fouten, schuld en oordeel.

 

Hier in dit verhaal zien we echter dat het feit dat God een oordeel heeft over Davids daden en hem daarop aanspreekt voor een verandering zorgt in David. Als een goede vader of moeder lijkt God tegen David te zeggen: ‘ik hou onvoorwaardelijk van je, maar wat je hier gedaan hebt kan echt niet.
Van een arrogant figuur die zich onkwetsbaar waant, verandert David hierdoor in een koning die verantwoordelijkheid wil dragen voor zijn eigen daden en net zo goed mens is als zijn onderdanen. Dat gebeurt als David zich kwetsbaar opstelt en eerlijk is over het feit dat hij een fout heeft begaan.
Gods doel van Nathans bezoek is niet om David de grond in te trappen. Het doel is om hem een kans te geven verder te gaan met zijn leven. Genade en vergeving betekent niet dat alles goed gepraat wordt. Uit het vervolg blijkt dat er voor David zelf wel degelijk consequenties zitten aan zijn misstap. Genade gaat over de kans om opnieuw te beginnen, zonder dat het verleden je steeds opnieuw onder de neus gewreven wordt.

 

God kan ons echter pas vergeven en die nieuwe kans geven als wij eerlijk zijn. Wanneer wij kwetsbaar durven te zijn en toe durven te geven dat wij fouten maken.
Want fouten maken, anderen kwetsen of onszelf tekort doen hoort net zo goed bij ons als de mooie dingen. We praten er alleen zo weinig over. Bang als we zijn om niet mee te tellen, er op afgerekend te worden of niet te voldoen aan de verwachtingen van anderen.

 

Het is zo ontzettend bemoedigend dat er dit soort verhalen in de Bijbel staan. Verhalen over hele grote koningen die, mede door de macht die ze hebben, ontzettend grote fouten kunnen maken. Verhalen die ons vertellen hoe God altijd bereid is mensen opnieuw te laten beginnen, het soms niet eens is met wat wij doen, maar wel altijd onvoorwaardelijk van ons blijft houden.

 

Lennart Heuvelman uitte vorige week de hoop dat de kerk een oefenplaats kan zijn in het niet-oordelen. Hoe ontzettend lastig dat is ontdekte ik afgelopen week toen ik met dit verhaal aan de slag ging.
Aanvullend op die oefenplaats van niet-oordelen hoop ik dat de kerk een oefenplaats kan zijn voor kwetsbaarheid en openheid. Een plek waar mensen het aandurven het gesprek aan te gaan over de schaduwkanten van het leven: de schuld, de schaamte en de fouten. Niet om elkaar daarop af te rekenen, maar omdat het bij het leven van een mens hoort.
Juist door deze kant van het leven niet te verbergen, maar aan het licht te brengen, krijgt God de kans om vergevend en helend aanwezig te zijn. Dan wordt de kerk tot een plek waar Gods liefde in al haar diepte en breedte geleefd en voorgeleefd wordt.

 

Amen